ENGINEERINGNET. BE – BEMEFA, de Beroepsvereniging van Mengvoederfabrikanten, heeft een convenant opgesteld om het zinkgehalte in varkensvoeders te beperken. Voederproducenten die dit - op vrijwillige basis weliswaar - onderschrijven, engageren zich met andere woorden om zich aan een aantal afspraken en regels te houden.
Het gaat in de praktijk om varkensvoeders in de afmestfase (> 23 kg). De nieuwe norm die vanaf 1 september 2013 wordt gehanteerd, is 110 mg totaal zink/kg volledig diervoeder in plaats van de huidige 150 mg zink/kg volledig diervoeder (VO 1831/2003).
Vanaf dezelfde datum zullen verschillende farmaproducenten meteen ook tijdelijk een vergunning krijgen voor de registratie van een zinkoxide-premix. Op die manier kunnen de voederproducenten ZnO als gemedicineerd voormengsel in mengvoeders mixen.
Volgens BEMEFA blijkt uit studies dat ook zinkoxide een tijdelijke oplossing kan aanreiken ter preventie van speendiarree. Verschillende landen zowel binnen als buiten Europa gebruiken dat daar al voor. Daardoor kan het antibiocagebruik bij gespeende biggen fors naar beneden.
Momenteel werkt de vereniging ook een monsternameplan uit, waarmee het zinkgehalte in de voeders effectief kan worden gecontroleerd. Dit plan zal naar verluidt op 1 oktober 2013 operationeel worden.
“Een uniforme aanpak in de sector rond het toegevoegde zinkgehalte is wenselijk. Wij stellen daarom alles in het werk om alle producenten die volledige varkensvoeders het convenant te laten onderschrijven”, aldus Yvan Dejaegher, Directeur-Generaal van BEMEFA.
(Bert Belmans)
ACHTERGROND
BEMEFA telt 169 leden. Samen vertegenwoordigen zij 98% van de nationale productie. De sector stelt 3.000 personen te werk. Met een nationale productie van 6,8 miljoen ton en een omzet van 2,5 miljard euro is de mengvoederindustrie de belangrijkste toeleverancier van productiemiddelen voor de landbouw.
