• 21/01/2014

Aantal technologiestudenten in Vlaanderen stijgt amper

Het aantal inschrijvingen voor technische hogeschool- en universiteitsstudies is dit jaar amper gestegen. Alle inspanningen van federaties en stakeholders ten spijt.

Trefwoorden: #agoria, #hoger onderwijs, #hogeschool, #ingenieurs, #technologiestudent, #universiteit

Lees verder

HR

( Foto: ThyssenKrupp )

ENGINEERINGNET.BE - De interesse in energietechniek daalt zelfs, met niet minder dan 22%. Hoe valt dat te verklaren?

Aan de federaties zal het niet gelegen hebben: die voerden tijdens de inschrijvingsperiode een professionele 'goed nieuws'-show op.

Helaas, driewerf helaas. Ondanks de golf van positief sentiment waarop de technologiesector de afgelopen maanden leek te surfen, is het aantal inschrijvingen voor technische hogeschool- en universiteitsstudies niet gestegen. Of toch, een beetje: +2,2%. Dat is een heel eind onder het verhoopte cijfers van 7.800 die technologiefederatie Agoria bij het begin van de inschrijvingsperiode naar voor geschoven had.

De federatie volgde het aantal aanmeldingen van dag tot dag, gevoed door de cijfers van de onderwijsinstellingen. Engineeringnet Online van zijn kant informeerde zijn bezoekers en de lezers van de e-nieuwsbrief Engineering Netkrant tot tweemaal per week, maar waarschuwde halfweg - als enige van alle media overigens - al dat er geen significante toename te bespeuren viel.

Agoria daarover: «Het aantal studenten dat kiest voor technologie en ICT groeit wel, maar we hebben inderdaad het doel van minimum 7.800 eerstejaarsstudenten niet bereikt. Hun definitieve aantal is slechts licht gestegen: met 2,2%, tot een definitieve score van 7.248.»

Grote verschuivingen
Opvallend is niet zozeer de minieme stijging, maar wel de grote verschuiving tussen de richtingen. Er kozen in 2013 nauwelijks méér studenten voor technisch georiënteerde studies, maar ze kozen wel anders. Het aantal studenten 'PBA elektromechanica' bijvoorbeeld groeit met +10% en 'multimedia & communicatietechnologie' met +34% tegenover het eindtotaal van vorig jaar.

De richting 'energietechnologie' - nochtans tot voor kort en zelfs vandaag nog een hype bij het grote publiek - boet drastisch in, met een verontrustende -22%. Nog een andere trend: de burgerlijk ingenieur is uit de gratie. Na een vrij constante evolutie over de laatste jaren, daalt het aantal inschrijvingen nu plots met -10%. «De invoering van de oriënteringsproef of ijkingsproef kan hier een verklaring zijn», denkt Wilson De Pril, directeur-generaal van Agoria Vlaanderen.

Voor industrieel ingenieur studeren – de richting industriële wetenschappen – spreekt eensklaps dan weer +17% méér generatiestudenten aan, in totaal bijna 2.000. Daar is de sector tevreden over, want de structurele daling is ten minste een halt toegeroepen. Agoria stelt te vermoeden dat de integratie van de master industriële wetenschappen aan de universiteiten bijgedragen heeft aan de stijging, 'onder meer door een toegenomen instroom uit het ASO'.

Vandaag 2.000, in 1987 5.000 inschrijvingen
Maar vanuit historisch perspectief blijven 2.000 inschrijvingen zéér ver onder de topjaren. Zo was de richting 'industrieel ingenieur in het academiejaar 1987-1988 op zijn eentje goed voor maar liefst 5.004 inschrijvingen.

Dit cijfer is zonder de burgerlijk en de bio-ingenieurs, in een tijdperk dat technologie nog gewoon 'techniek' heette en nog niet als de grote 'driver' van onze maatschappij te boek stond. Je zou nochtans verwachten dat de jongeren nu méér begeesterd zijn van techniek en technologie. Maar dat blijkt dus niet het geval, integendeel.

Ook opmerkelijk, vindt de federatie: 'Het zijn precies de vijfjarige studierichtingen die verliezen. Niet alleen de richting burgerlijk ingenieur, ook de vijfjarige master in informatica en computerwetenschappen doet het minder goed met een daling van -17%'.

De Pril: «Deze cijfers tonen aan dat de studenten zelf geen studieduurverlenging willen. Want ze kiezen eerder voor de richting met een kortere duur.»

Voor de professionele bachelors wordt zowel voor Informatica (+3,40%) als voor technologie (+15,29%) een stijging opgetekend. De stijging binnen technologie is voornamelijk bij elektromechanica (+11%).

Hoe valt dat te verklaren?
De federaties hebben tijdens de inschrijvingsperiode een heuse 'goed nieuws'-show opgevoerd, pardon marketingcampagne gelanceerd, op tv, radio en internet, om zoveel mogelijk twijfelaars aan hun kant te krijgen. Daar zal het niet aan gelegen hebben.

Toch zijn ze niet in hun opzet geslaagd. Ongetwijfeld speelt mentaliteit een grote rol. Een omslag in diepgewortelde meningen en gewoontes verander je niet in enkele jaren.

Ouders spelen een grote rol in de opleidingskeuze van hun kinderen, en die kijken – alle inspanningen van belangenverenigingen en nieuwsmedia zoals dit magazine ten spijt – nog altijd een beetje neer op technische studies. Niet bewust waarschijnlijk, maar sommige andere beroepen hebben nu eenmaal een hogere maatschappelijke status. De dokter in de familie, weet u wel.

Niet iedereen is een potentiële techneut
Anderzijds blijft het zo dat niet iedereen in de wieg gelegd is voor hogere technische studies. Je moet er om te beginnen aanleg voor hebben, en – met uitzondering van enkele blitse technologieën zoals IT en internet, waar de Google's en Facebooks van deze wereld de scepter zwaaien – lijkt het vooruitzicht om de rest van zijn leven in een fabriek of chemische plant te slijten voor buitenstaanders vooral héél saai.

Dat de realiteit anders ligt, zal elke gedreven ingenieur bevestigen. Techniek en engineering zijn voor velen een passie, maar «Engineering is Fun» - de lijfspreuk van uw Engineeringnet Magazine - is nu éénmaal niet aan iedereen besteed en zal dat ook nooit zijn.

De andere beloftes vanuit de technologische sector, dat technische kandidaten snel aan een job raken en een mooi salaris krijgen, zijn nog veraf wanneer jongeren (en hun ouders) een studiekeuze maken. 'En wie weet, over enkele jaren is de situatie misschien helemaal anders'.

Sleutel ligt (ten dele) bij middelbaar onderwijs
Bovendien, zolang er geen grotere technische instroom komt vanuit het secundair onderwijs, blijft het roeien met de riemen die we hebben. Zelfs als véél meer mannelijke jongeren voor techniek kiezen, zal hun aantal in absolute cijfers niet drastisch stijgen en alleszins in onvoldoende mate om het structurele tekort op te vangen dat op ons afkomt door de vergrijzing.

Belangengroepen zoals de federaties Agoria en essenscia hebben dat maar al te goed begrepen, en richten hun pijlen de laatste jaren doelbewust op meisjes, of Technoladies zoals Agoria ze noemt. Daar schuilt nog wél potentieel, hoewel ook dat niet moet overdreven worden.

Als de situatie nog acuter wordt – een kwestie van jaren, niet van decennia – zullen ongetwijfeld ook Belgische jongeren van buitenlandse origine naar het centrum van de aandacht verschuiven. Mijn persoonlijke voorspelling: ooit zullen we blij zijn dat we nog zo'n grote stock aan quasi onaangeroerd talent van buitenlandse origine braak hebben liggen.

Talent van bij ons, dat we niet in het verre buitenland moeten gaan rekruteren. De vergrijzing die op ons afkomt, gaat er voor zorgen dat ettelijke duizenden vacatures niet ingevuld raken.

En van zodra hun winstcijfers op het spel staan, zullen ondernemers geneigd zijn een meer pragmatische houding aan te nemen, 'want de klant moet bediend worden'.

Brain drain
Voor (een deel van de) oplossing wordt gekeken naar een verhoging van de pensioenleeftijd. Want ook dat is een methode om het tekort aan technisch talent op te vangen.

'We strijden op meerdere fronten tegelijk', vertelde de woordvoerder van chemiefederatie essenscia me onlangs. Méér mensen die langer actief blijven, houdt ook méér mensen in het arbeidscircuit. Zeker in techniek mag het belang van het doorgeven van kennis van de oudere aan de jongere generatie niet onderschat worden.

Als dat niet gebeurt, dreigt echte 'braindrain', niet naar het buitenland zoals tot voor enkele jaren bij onderzoekers en wetenschappers, maar tussen de generaties. Een ervaren onderhoudstechnieker bijvoorbeeld 'hoort, ziet of ruikt' dat er in één van zijn machines iets verkeerd loopt. Dat is bijna intuïtieve kennis die zich niet in IT-structuren of databases laat vangen, hoe intelligent de software zich ook gedraagt.

Die ervaring alleen kan doorgegeven worden van persoon tot persoon, en de onderhoudstechnieker kan vaak zelf niet onder woorden brengen waarom hij 'voelt' dat er wat aan de hand is. De jonge collega 'mee op ronde nemen', is dan de enige manier.

Maar de hoop op een hogere pensioenleeftijd lijkt vooral binnen de belangengroepen een eigen leven te leiden. Zoals uit een recente studie van verzekeraar Delta Lloyd Life nog bleek: in België vinden werknemers het op hun 62ste welletjes geweest.

De werkgevers van hun kant van hun kant maken, zoals blijkt uit dezelfde studie, evenmin aanstalten om op dat vlak een actief beleid te voeren. 'Te duur', is de vaakst gehoorde verklaring, 'we kijken naar de overheid voor een beter kader'. Een mooi voorbeeld van de kip en het ei.

Zoals we aan het begin van dit opiniestuk schreven: mentaliteit verander je niet van het ene jaar op het andere.


door Bert Belmans, hoofdredacteur Vacatech Magazine)