ENGINEERINGNET.NL - In de Cyber Zoo hebben robots alle ruimte voor interactie, op een oppervlakte van 100 vierkante meter.
Obstakels in de vorm van marskraters zorgen voor uitdaging voor de kruipende robots. Een net van zeven meter hoog zorgt dat de vliegende robots niet ontsnappen.
Met twaalf hightech-camera’s wordt geanalyseerd hoe de kruip- en vliegrobots bewegen en samenwerken. Hiermee kunnen de 3D-coördinaten en houdingen van de robots na experimenten nauwkeurig geanalyseerd worden.
Onder andere de vliegende libelle-robot DelFly en de lopende zespotige robot Zebro zullen er samenwerken om zonder hulp van mensen taken uit te voeren in allerlei verschillende omgevingen.
De wijze waarop zwermrobots werken is te vergelijken met een kolonie mieren. De robots zijn op zichzelf relatief simpel maar in een groep zijn ze in staat tot het uitvoeren van complexe taken zoals het uitvoeren van metingen en observaties. Denk aan het inspecteren van gebouwen die op instorten staan of van pijpsystemen tegen het plafond van fabriekshallen. Maar zwermrobots kunnen bijvoorbeeld ook een boer helpen die wil weten hoe zijn gewassen erbij staan.
Het nieuwe TU-lab is gelegen in de vliegtuighal op de faculteit Luchtvaart-en Ruimtevaarttechniek. De Cyber Zoo is een initiatief van het TU Delft Robotics Institute. Het instituut verenigt en verbindt al het onderzoek op het gebied van Robotica aan de TU Delft.
De uitdaging voor het Robotics Institute is het bereiken van een effectieve samenwerking tussen mensen en robots in allerlei verschillende omgevingen. De drie thema’s van het Institute zijn robot swarms, robots that work en interactive robots.
(Lydia Heida)
