’Criticality’ en ’criticalness’: Risico en de Toren van Babel

Geïntrigeerd ben ik woordenboeken gaan raadplegen, maar die kenden ofwel de woorden ook niet, ofwel gaven ze aan dat het synoniemen waren.

Trefwoorden: #KU Leuven, #Liliane Pintelon, #maintenance, #onderhoud, #storingen

Lees verder

Columns

ENGINEERINGNET.BE - Een paar blogs hadden wel ingepikt op de discussie. Niet dat het 'klaar als pompwater' werd…

Blijkbaar diende de ene term - criticality - om prioriteiten te zetten voor de korte termijn en werd hierbij vooral gekeken naar de waarschijnlijkheid en gevolgen van een storing. De andere term - criticalness - werd gereserveerd voor lange termijn, strategische prioritisering, waarbij het kritische eerder als een inherente karakteristiek van de gebruikte technologie werd gezien.

Eerlijk gezegd, ik vind dat technologie en storingsgevoeligheid erg met elkaar verbonden zijn, de finesse van het onderscheid (in het Nederlands, één woord: krititiciteit) ontsnapt mij dus. Er is uiteraard een verschil tussen korte en lange termijn prioriteiten, maar die dingen hangen toch ook samen en zijn idealiter toch gealigneerd met de bedrijfsstrategie?

Wat mij echter blijft intrigeren is hoe het concept risico hier weer opduikt. Bij het bepalen van prioriteiten gaat het immers om het halen van de bedrijfsdoelstellingen en daarbij risico’s op problemen te vermijden.

Die problemen zijn gevarieerd: gaande van het niet halen van productie-objectieven, hoge storingskosten aan installaties, verkorte installatielevensduur, arbeidsongevallen en beroepsziektes, ongewenste emissies, etc.

In het kielzog van deze critical-ness/ity verwarring is er inderdaad de vraag: «hoe bepalen we het risico», want risico is omgekeerd evenredig met prioriteit. Ik raad u niet aan om te proberen snel via Google een sluitende en praktische definitie van risico te vinden.

Op een intuïtief niveau is er uiteraard consensus. Installatierisico heeft te maken met het mogelijks voltrekken van ongewenste scenario’s getriggerd door slecht werkende of falende installaties. Als we echter een objectieve definitie van risico willen, zitten we snel met de handen in het haar. Wat is immers een 'hoog' of een 'laag' risico?

Dat hangt voor een stuk af van je perceptie. Dat geldt trouwens ook voor persoonlijke risico’s: sommige mensen zouden bijvoorbeeld nooit gaan bungee jumpen omdat ze het te gevaarlijk vinden, terwijl anderen net vinden dat gezien alle veiligheidsmaatregelen het risico eerder klein is.

Dat voorbeeld brengt ons twee belangrijke observaties. De eerste observatie is dat, ondanks de complexiteit van het begrip, we toch een kwantitatieve inschatting van risico willen om een degelijke basis te hebben om prioriteiten te bepalen. De tweede observatie is dat blijkbaar ook de context en de maatregelen een rol spelen bij de risico-bepaling.

Ik hoor u al denken: filosofische discussie over riscio, fijn, maar wat doe ik eraan in de praktijk? En ik vrees dat ik het antwoord op die vraag schuldig moet blijven. Ik ben daar niet alleen in.

Heel wat onderzoekers hebben hun tanden al stuk gebeten op die vraag. Iedereen is het erover eens dat risico een combinatie is van kans maal impact. De impact (effect, ernstgraad) is meestal nog het makkelijkste te bepalen: er worden een aantal klasses gedefinieerd en elke klasse wordt duidelijk omschreven, zodat er met een redelijke graad van nauwkeurigheid een cijfer kan opgeplakt worden. De kans (mogelijkheid, waarschijnlijkheid) is een stuk moeilijker in te schatten.

Kans is gerelateerd aan frequentie dat het gebeurt. Er zijn zo wat nooit historische gegevens voorhanden om die frequentie te schatten, dus wordt geprobeerd een inschatting te maken via soortgelijke klasses. Hier wordt de discussie verhit. Sommige experten raden aan 'gewoon' te schatten hoe vaak zo’n storing voorkomt.

Anderen maken liever nog een opsplitsing tussen 'blootstelling' en 'waarschijnlijkheid'. Geen gek idee, want misschien is er inderdaad een bepaalde productie-activiteit waarbij de installatie extra storingsgevoelig is, maar gebeurt die activiteit maar eens per jaar.

En wat met een toestel dat zelden gebruikt wordt en complex te bedienen is, wat is daar de kans op problemen? Als we aan FMEA denken dan wordt er voor het bepalen van de RPN nog een andere factor naar voorgeschoven, de detecteerbaarheid. Of is deze al impliciet vervat in het voorgaande?

Boodschap is dus goed nadenken over wat we precies willen meten. Zoals Warren Buffett zei 'Risk comes from not knowing what you`re doing.'


Liliane Pintelon is professor aan de KU Leuven. Ze is auteur van o.a. het boek 'Maintenance Decision Making'.