Nijmeegse stadsbrug wint Nationale staalprijs 2014

De Nijmeegse stadsbrug De Oversteek heeft de Nationale Staalprijs 2014 heeft gewonnen in de categorie Infrastructuur. Dit werd bekend gemaakt tijdens de Nationale Staalbouwdag.

Trefwoorden: #BAM Civiel, #De Oversteek, #Laurent Ney en Chris Poulissen, #Max Bögl Nederland, #Nationale Staalbouwdag, #Nationale staalprijs 2014

Lees verder

Nieuws

ENGINEERINGNET.NL - Het project is uitgevoerd door Bouwcombinatie Stadsbrug Nijmegen bestaande uit BAM Civiel en Max Bögl Nederland. Het ontwerp is van de Belgisch Luxemburgse architecten- en ingenieurscombinatie Laurent Ney en Chris Poulissen. De Oversteek werd gekozen uit de 31 inzendingen in de categorie Infrastructuur’

Volgens de jury is er bij De Oversteek sprake van “meer dan een brug; Het is een landmark, een kunstobject, een aandenken, een verblijf- en ontmoetingsplaats en de resultante van integraal ontwerpen en bouwen op basis van een vernieuwende aanbestedingswijze” aldus de jury: Ze spreekt van: “Een integrale prestatie op alle onderdelen”

Met een lengte van 285 meter en een boog van 60 meter hoog heeft De Oversteek de op een na langste hoofdoverspanning van Nederland en is het de grootste boogbrug van Europa met een enkelvoudige boog. De boog is afgestemd op de breedte van de rivier.

De aanbruggen zijn bekleed met baksteen, gemaakt van het klein uit de Waal. De brug is daarnaast een monument voor de heldhaftige Waaloversteek van Amerikaanse militairen, die in september 1944 plaatsvond in het kader van operatie Market Garden en die leidde tot de bevrijding van Nijmegen.

Inclusief opritten en aanbruggen heeft de Nijmeegse oeververbinding een lengte van ongeveer 2,1 km. De betonnen aanbruggen op de noord- en de zuidoever zijn respectievelijk 680 en 230 meter lang en zijn bekleed met baksteen. In de boog is 7.000 ton staal verwerkt.

De slanke stalen boogconstructie zorgt ervoor dat er minder staal nodig is, en dat er een minder groot oppervlak wordt blootgesteld aan corrosie. Dit heeft weer een gunstig effect op de onderhoudskosten.


(Copyright/fotografie door: Thea van den Heuvel /DAPh)