Onderhoudsmanager in voedingsindustrie: speciale uitdagingen...

Koester je de ambitie om voor een technische managementfunctie in de voedingssector te gaan? Hou er dan rekening mee: technisch inzicht alleen volstaat niet.

Trefwoorden: #Barry Callebaut, #chocolade, #maintenance manager, #onderhoudsmanager, #Patrick Matthieu, #voedingsindustrie

Lees verder

HR

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - De bekommernis om de voedselveiligheid is alomtegenwoordig en allesoverheersend. Engineeringnet Magazine sprak met Patrick Matthieu, die voor het onderhoudsgebeuren binnen Barry Callebaut in de site Wieze instaat. Over hoe deze firma het takenpakket organiseert en hoe de specifieke problematieken worden aangepakt.

Hoe bent u in de maintenance terecht gekomen?
Patrick Matthieu (53): «Na mijn humaniora heb ik voor de studies industrieel ingenieur elektro-mechanica gekozen, puur omdat dit een gebied was waarover ik heel weinig wist. Maar het bleek me nog meer te boeien dan ik zelf had verwacht. Vandaar dat ik na mijn legerdienst actief op zoek ging naar een job waar ik mijn kennis over techniek kon toepassen. Zo kwam ik terecht bij een bedrijf dat zich in de inrichting van garages specialiseerde.

Na een jaartje ben ik bij het toenmalige Callebaut gaan solliciteren omdat ik enerzijds graag wat dichter bij huis wou werken en anderzijds omdat de fabricatie van chocolade me heel erg aantrok. Ik kon er als meestergast in de productie starten, maar groeide al snel door naar afdelingshoofd van de afdeling couverture.

Enkele jaren later werd ik dan afdelingshoofd van de cacaoafdeling. Toen in 1996 Cacao Barry en Callebaut samensmolten, kregen we er enkele bedrijven bij en werd ik gevraagd om er de site in Drongen onder mijn hoede te nemen.

Na enkele jaren ben ik terug naar Wieze gekomen om de verantwoordelijkheid over de afdeling couverture te nemen. En in 2010 werd me gevraagd om het onderhoudsgebeuren in handen te nemen, een uitdaging waar ik met plezier mijn tanden heb ingezet...»

Waarom was u zo gretig om deze uitdaging aan te nemen?
Patrick Matthieu: «In mijn carrière bij Barry Callebaut was ik als ‘klant’ al vaak met onderhoud in contact gekomen, en dit in verschillende functies en afdelingen. Hierdoor wist ik ook waar de pijnpunten lagen, wat meteen mijn toegevoegde waarde was. Want als je het onderhoudsgebeuren organiseert vanuit de behoeften van de ‘klant’, werk je het grootste probleem weg dat zich in de meeste fabrieken manifesteert.

Namelijk dat gebruikers en onderhoudsdienst elkaar met de vinger wijzen wanneer iets verkeerd loopt. Door via communicatie de brug tussen beide partijen te slaan, bekom je ook meer efficiëntie. Want als de klant en de technici samenwerken en weten wat ze aan elkaar hebben, zullen problemen sneller opgelost geraken.

Het leek me dan ook een fantastische uitdaging om dit bij Barry Callebaut te realiseren. In combinatie met het feit dat ik graag nieuwe vakdomeinen leer kennen, heeft dit ervoor gezorgd dat ik deze kans met beide handen heb gegrepen.»

Maar met uw kennis als ‘klant’ had u toch onvoldoende bagage om de maintenance te reorganiseren?
Patrick Matthieu: «Natuurlijk heb ik me moeten bijscholen. Maar in België zijn er verschillende opleidingen die perfect op zo’n carrière-switch inspelen. Denk maar aan het aanbod van BEMAS, IFBD, BNT, ... Daarnaast bestaat er gigantisch veel literatuur, waardoor je aan zelfstudie kan doen. Zo heb ik in het begin veel aan de boeken van Christer Idhammar gehad.»

Welke veranderingen hebt u dan uiteindelijk doorgevoerd?
Patrick Matthieu: «De productie van Barry Callebaut bestaat uit drie grote afdelingen: de cacaopreparatie, de couverture-afdeling en de vormzaal. Elk beschikken ze sinds jaar en dag over hun eigen onderhoudsploeg (in ploegverband) die zich op correctieve onderhoudstaken (‘emergencies’) toespitsen.

Daarnaast hebben we medewerkers die zich specifiek op automatisering richten, een domein dat in elke afdeling vrij gelijklopend is. Daar staat er een centrale onderhoudsorganisatie naast die zich met het preventief en predictief onderhoud bezighoudt. We hebben deze structuur behouden, maar er werd een aparte afdeling 'utilities' opgericht.

Deze houdt zich bezig met alles wat gebouwen, nutsvoorzieningen en energieverbruiken te maken heeft. Ter ondersteuning van deze afdelingen werd dan ook nog een centrale cel ‘reliability’ opgericht, met als doel om actief op zoek te gaan naar manieren om het correctieve onderhoud te reduceren en te optimaliseren.

Tevens zoeken we naar manieren om het energieverbruik te reduceren. In concreto dienen ze via analyses en onderzoek oplossingen te zoeken om productiestilstanden en technische interventies te verminderen qua aantal en duurtijd. Ook moeten deze medewerkers ervoor zorgen dat de kost van de interventies afneemt.

Tenslotte is het hun taak om technische problemen die niet onmiddellijk opgelost geraken, in kaart te brengen en na te gaan hoe dergelijke situaties kunnen worden vermeden. En deze aanpak werkt wel: dat merken we aan de OEE-scores (Overall Equipment Efficiency).»

Kan u enkele voorbeelden geven van wat de cel ‘reliability’ precies doet?
Patrick Matthieu: «In de vormzaal werden we geconfronteerd met veel onverwachte stops die een onduidelijke oorzaak hadden. Door een monitoringsmethodiek op te stellen en deze voor de operatoren zichtbaar te maken, slagen we er nu in om diverse potentiële pannes te ‘voorspellen’, waardoor de operatoren pro-actief kunnen ingrijpen. Een ander voorbeeld: door de aard van de grondstoffen die we verwerken (suiker, melkpoeder, cacaopoeder, ...) lopen we het risico op blokkages van de transportsystemen.

Ook daar worden nu tal van alarmmeldingen samengebracht in één systeem dat ons in staat stelt om pro-actief te gaan optreden, dus vooraleer de lijn of het transport dreigt stil te vallen. Door een nauwe samenwerking tussen ‘utilities’ en de cel ‘reliability’ werd ook het faalgedrag van de oude koelinstallaties in kaart gebracht.

Dit leverde voldoende argumentatie op om het management ervan te overtuigen dat investeren in een nieuwe installatie een goede zaak voor zowel de fabriek als het energieverbruik was. De geplande WKK-installatie ontsproot eveneens uit de nauwe samenwerking van een ‘reliability engineer’ met de onderhoudsafdeling.

Het hoeft echter niet altijd over ‘grote’ projecten te gaan. Een oplossing voor een klein, vervelend probleem wordt evenzeer geappreciëerd. Denk maar aan een slijtvaster onderdeel voor de cacao-afdeling, een geleidelijke vervanging van onderdelen die niet meer verkrijgbaar zijn op de markt, de introductie van nieuwe preventieve onderhoudstechnieken (zoals scheurdetectie op metalen transportbanden), ...»

Wat is precies uw taak?
Patrick Matthieu: «Zelf sta ik vandaag aan het hoofd van de onderhoudsploeg van de couverture-afdeling. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor de cel ‘reliability’, het poetsteam en het wisselstukkenmagazijn. In totaal heb ik een tachtigtal personen onder mijn hoede. Met het poetsteam erbij gaat er dus zeer veel aandacht naar hygiënisch onderhoud.»

U geeft de indruk dat het accent nogal op correctief onderhoud ligt?
Patrick Matthieu: «Dat hebt u verkeerd begrepen: in zijn totaliteit is ongeveer 55% van het aantal werkorders van preventieve of predictieve aard is. Maar met de cel ‘reliability’ willen we dit percentage nog optrekken. Het is wel zo dat de verhouding tussen correctief en preventief/predictief onderhoud sterk verschilt naargelang de afdeling.

De cacaoproductie wordt voornamelijk met slijtage geconfronteerd. De bonen worden immers op de grond gedroogd, waardoor er onvermijdelijk zand in terecht komt. En precies dat veroorzaakt veel slijtage. Omdat we een jarenlange expertise hebben, kunnen we intussen redelijk goed voorspellen wanneer er zich problemen aan een machine zullen manifesteren.

Dus is het in deze afdeling voornamelijk preventief en predictief onderhoud. In de couverture ligt de verhouding correctieve en preventieve/predictieve werkorders ongeveer op 50/50. Het ‘gewicht’ van de preventieve werkorders (met andere woorden: het aantal manuren dat hieraan wordt gespendeerd) ligt echter vrij hoog.

Het is daarbij in die afdeling van groot belang om heel snel in te grijpen als er zich onverwachte problemen manifesteren. In de vormzaal doen er zich dan weer voornamelijk kleine storingen voor, bijvoorbeeld aan verpakkingsmachines, waardoor we daar iets meer op correctieve ingrepen zijn gericht. En tenslotte is er de afdeling ‘utilities’ waar 95 % van de maintenance preventief en predictief is.»

Zijn er volgens u grote verschillen tussen het onderhoud in een voedingsbedrijf en dat in een fabriek uit een andere sector?
Patrick Matthieu: «Er is één groot verschil: de voedselveiligheid. Dit primeert boven alles. Eerst en vooral moeten alle gereedschappen die worden gebruikt voor werkzaamheden aan toestellen die in direct contact met de ingrediënten of chocolade staan, eerst worden gedesinfecteerd vooraleer we ze mogen gebruiken.

Hetzelfde geldt voor componenten die we willen installeren, zoals filters, pompen en magneten. Rollend materieel moet over speciale desinfecterende matten passeren vooraleer het de productie binnen mag. Na de interventie dient er standaard eerst een microbiologische controle te gebeuren vooraleer de machine terug mag worden opgestart. Vandaar dat sensibilisering van de onderhoudsploeg over hygiëne eveneens een belangrijk onderdeel van mijn takenpakket is.»

Is het een dankbare job om in de maintenance te werken?
Patrick Matthieu: «Het is een speciale job die niet voor iedereen is weggelegd. Je moet stressbestendig zijn, want je moet altijd tegen de klok problemen oplossen. Je moet ook creatief en snel kunnen redeneren, aangezien er wel eens pannes zijn die nog nooit eerder zijn opgetreden.

Je dient er tevens tegen te kunnen dat bepaalde personen hun frustraties over het stilvallen van een lijn wel eens op jou afreageren. Maar de mooie zijde van de medaille is dat je een enorm grote bijdrage levert aan het goed functioneren van de fabriek, en dus ook aan de tevredenheid van de klanten.

Als je dan ook nog eens een optimalisatietraject doorvoert en de ‘gebruikers’ merken dat dit tot minder en efficiëntere interventies leidt, dan bemerk je wel een grote dankbaarheid. Meer nog, het komt tot een soort van samenwerking waarbij alle partijen in onderling overleg gaan zoeken naar optimalisatie...»

Hoe gebeurt dat in de praktijk bij Barry Callebaut?
Patrick Matthieu: «Dagelijks is er een meeting tussen de verantwoordelijken van de dienst onderhoud, productie, engineering en planning. Dit is een kort, maar intens overlegmoment, waarin we de prioriteiten inzake maintenance bepalen en onder andere de correctieve acties van de dag ervoor bespreken. Door deze aanpak bestaat er geen twijfel over wie wat gaat doen.»

Hoe bevalt de maintenance u? Is het een domein waarin u de rest van uw carrière wilt blijven?
Patrick Matthieu: «Ik vind het een uitdagende job met ongelofelijk veel variatie. Ook de combinatie van techniek en aansturen van mensen vind ik uitermate interessant. Maar mezelf kennende: als ze me binnen Barry Callebaut over x aantal jaar een totaal nieuwe uitdaging voorleggen, dan zal ik daar zeker ernstig over nadenken.

Na 29 jaar in dit bedrijf te hebben gewerkt, beschik ik immers over een uitgebreide waaier aan kennis die ervoor zorgt dat ik nog op andere terreinen een toegevoegde waarde kan hebben. Maar het hoeft niet meteen, want momenteel voel ik me heel goed in de maintenance. Bovendien zijn er nog talrijke optimalisaties mogelijk, dus wordt het nog lang geen routineuze job...» (foto's: Barry Callebaut)
door Els Jonckheere, Engineeringnet