Restauratie en herbestemming voor 19de-eeuwse landloperskolonie Merksplas

Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) trekt EUR 1.869.000 uit voor de verdere restauratie en herbestemming van de voormalige landloperskolonie van Merksplas.

Trefwoorden: #Kempens Landschap, #landloperskolonie Merksplas, #minister-president, #Onroerend erfgoed, #restauratie, #Rijksweldadigheidskolonie, #Vlaamse Regering

Lees verder

Nieuws

( Foto: Agentschap Onroerend Erfgoed )

ENGINEERINGNET.BE - Dat geld gaat naar het gemeentebestuur Merksplas en de vzw Kempens Landschap.

Bedoeling is dat die de site omvormen tot een toeristisch ankerpunt in de streek, met een combinatie van zowel cultuurtoerisme als recreatieve vrijetijdsbesteding en woongelegenheid.

Bourgeois, die binnen de Vlaamse regering ook bevoegd is voor onroerend erfgoed, bestemt het geld voor de vierde fase in dit project: de herbestemming van de paardenstallen worden als fietsenservicepunt en woonbergingen.

Op de verdiepingen komen er ook drie woongelegenheden. Het binnenplein en de omgeving worden heraangelegd. Hiervoor wordt ook nieuwe beplanting aangekocht.

Volgens de minister zijn restauratie en herbestemming zijn de ideale manier om waardevolle gebouwen een toekomst te geven. In 2012 werd een meerjarige subsidiëringsovereenkomst afgesloten tussen de Vlaamse overheid, het gemeentebestuur Merksplas en de provincie Antwerpen voor de restauratie en herbestemming van de voormalige landloperskolonie.

Het hele dossier telt tien restauratiefasen, gespreid over tien jaar.


ACHTERGROND
De Rijksweldadigheidskolonie van Merksplas is een intact voorbeeld van de praktische uitvoering van de sociale wetgeving in de periode van de Koninkrijk der Verenigde Nederlanden (1815-1830). Ze werd in 1824 opgericht als landloperskolonie. Landlopers werden beroofd van hun vrijheid en tewerkgesteld op de boerderij en in verschillende ambachten. Vandaag wordt het hoofddeel van de gebouwen gebruikt als gevangenis.

De kolonie in Merksplas stelt zich samen met de kolonie van Wortel en gelijkaardige koloniën in Nederland kandidaat om erkend te worden als Unesco Werelderfgoed. Al deze kolonies getuigen van een negentiende-eeuws maatschappelijk experiment waarin armoedebestrijding, opvoeding en sociale zorg centraal stonden.

De langgevelige paardenstallen waren oorspronkelijk bestemd voor 24 paarden en werden later ook gebruikt als ossenstallen. De zolders deden dienst als graanzolder. Momenteel staan de gebouwen leeg en is de omgevingsaanleg verwaarloosd.