ENGINEERINGNET.NL - Het onderzoeksconsortium combineert hiervoor gegevens afkomstig van onder meer satellieten, drones, robots en sensoren die mobiele telefoons kunnen detecteren, en maken hiermee een 3D-beeld van de rampplek.
Doel van het systeem is om hulporganisaties te helpen om zo gericht mogelijk te kunnen graven naar gewonden en zo levens te redden.
Het doel van het Europese project Inachus is een systeem ontwerpen dat op een rampplek slachtoffers lokaliseert. Reddingsoperaties kunnen hierdoor sneller en efficiënter verlopen.
Norman Kerle, ITC projectcoördinator: “Er bestaat nog niet zo’n systeem. Op dit moment gaan hulporganisaties met honden en shovels op zoek naar overlevenden. Als ze geluk hebben graven ze op de juiste plaats.”
Het te ontwikkelen systeem maakt onder andere gebruik van satellietinformatie, modellen waarmee je op basis van bestaande data in kaart kunt brengen waar mensen zich waarschijnlijk bevonden op het moment van de ramp (populatie mapping), beelden afkomstig van drones, robots die de rampplek inspecteren en kaarten en sensoren die mobiele telefoons opsporen.
Het systeem creëert op basis van alle verzamelde gegevens 3D reconstructies van de plaatsen waar zich waarschijnlijk overlevenden bevinden. Het systeem kan rampplekken ter grootte van een stadswijk analyseren. Hulporganisaties kunnen hiermee gerichter overlevenden opsporen bij een ramp.
Binnen het project houdt de faculteit ITC van de Universiteit Twente zich bezig met de populatie mapping en de gegevens die met drones verzameld worden. Het ITC heeft hiervoor 700.000 euro beschikbaar, waarvan bijna 550.000 euro aan EU-subsidie.
Dit bedrag wordt onder andere gebruikt voor het aanstellen van een promovendus en later voor de ontwikkeling van trainingsmateriaal.
Kerle: “Zodra het systeem klaar is moeten hulporganisaties getraind worden om het systeem te kunnen gebruiken. We ontwikkelen hiervoor bij het ITC een soort gebruiksaanwijzing. Uiteindelijk is het de bedoeling dat reddingsorganisaties ons systeem mee kunnen nemen naar iedere rampplek waar dan ook ter wereld.”
Het totale budget van het Europese project is ruim 14 miljoen euro.
Aan het systeem werken twintig Europese partijen mee uit tien verschillende landen waaronder Nederland, Zweden, Spanje, Duitsland en Frankrijk. Het project wordt gecoördineerd door het Griekse Institute of Communication and Computer Systems.
Het project is onlangs gestart en loopt vier jaar.