ENGINEERINGNET.BE - VITO-onderzoekers (leden van de EU-LCI werkgroep) hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van een nieuwe procedure, die bedoeld is om opgenomen en toegepast te worden in heel Europa.
Er werden limieten vastgelegd voor het acceptabele niveau van de uitstoot van schadelijke substanties uit bouwproducten om betrokkenen te beschermen tegen mogelijke gezondheidsrisico’s.
De bezorgdheid over de impact van ondermaatse binnenluchtkwaliteit op onze gezondheid is de laatste jaren toegenomen. Men is voornamelijk bezorgd over vluchtige organische stoffen of VOS.
Sommige van deze stoffen zijn gevaarlijk voor de menselijke gezondheid of brengen schade toe aan het milieu.
Deze stoffen komen vrij door een breed scala aan bouwproducten, meubels en consumentenproducten. Ook het roken van tabak en de groei van schimmel in vochtige ruimtes zijn niet bevorderlijk.
Hierdoor is het noodzakelijk om de bronnen van binnenluchtverontreiniging te verminderen.
Door de vooruitgang in de bouwindustrie, die zorgt voor een verbeterede energie-efficiënte in gebouwen, is er een toename van schadelijke stoffen vastgesteld in luchtdichte constructies.
Deze problematiek wordt als een hoge prioriteit van de Europese Commissie en nationale overheden beschouwd. Het is ook een cruciale factor bij de beoordeling van producten op duurzaamheid.
In België zijn deze limieten opgenomen in een koninklijk besluit (8 mei 2014), waarin drempelwaarden voor de uitstoot van bouwproducten naar het binnenmilieu werden vastgelegd.
Het koninklijk besluit trad op 1 januari 2015 in werking voor een eerste belangrijke groep van bouwproducten, namelijk materialen voor vloerbedekking.
- Wikimedia Commons)
