Robotrevalidatie steeds belangrijker, verdere ontwikkeling noodzakelijk

Robotrevalidatie kan patiënten helpen om hun loopfuncties te herwinnen en te verbeteren. Maar om echte meerwaarde te bieden, moeten deze robotsystemen eerst verder ontwikkeld te worden.

Trefwoorden: #Eva Swinnen, #exoskelet, #looprevalidatie, #onderzoek, #revalidatie, #revalidatie robot, #robot, #robot-assistentie, #Vrije Universiteit Brussel

Lees verder

research

( Foto: Hocoma, Schweiz )

ENGINEERINGNET.BE - Dit laaste blijkt uit onderzoek van Eva Swinnen van de Vrije Universiteit Brussel.

Voor de verdere ontwikkeling van de robotsystemen is in de eerste plaats een beter begrip van het revalidatieproces zelf nodig.

Het is bewezen dat looptraining een effectieve manier is om bij patiënten met aandoeningen van het centraal zenuwstelsel (zoals een beroerte of multiple sclerose) of met letsel aan het ruggenmerg (zoals een dwarslaesie) de voortbewegingsmogelijkheden te verbeteren.

Ook gaat looprevalidatie de negatieve effecten van bed- en rolstoelgebondenheid tegen (zoals longontsteking of aderverstopping). Het verbeteren van het lopen is bovendien bevorderlijk voor de re-integratie van de patiënt.

Literatuuronderzoek toont aan dat robotgeassisteerde looprevalidatie niet alleen het lopen zelf, maar ook de balans verbetert. Alleen bestond er tot nog toe geen overtuigend bewijs dat lichaamondersteunende systemen en looprevalidatierobots betere resultaten opleveren dan traditionele looprevalidatiemethodes.

Bij het gebruik van de huidig commercieel beschikbare robot-assistentie systemen, zoals het Lokomat-systeem van het Zwitserse Hocoma, worden rond de benen van de patiënt beugels (een zogenoemd exoskelet) geplaatst en wordt de loopbeweging gedeeltelijk of volledig door een robotsysteem aangedreven.

De romp en het bekken zijn echter ook zeer belangrijk bij het lopen: ze zijn verantwoordelijk voor het bewaren van het evenwicht. Desondanks vond Swinnen weinig studies over de romp en het bekken tijdens het lopen.

Ze vermoedde dat robotgeassisteerd lopen de romp en het bekken in hun bewegingen kan hinderen, waardoor de training van de rompbalans tekort schiet.

Om dit vermoeden te onderzoeken onderzochten Swinnen en haar collega’s verschillende methoden van looprevalidatie met betrekking tot de bewegingen en de spieractiviteit van de romp.

Uit het onderzoek blijkt dat zowel het lopen met hoge percentages gewichtsondersteuning als het lopen met robot-assistentie leidt tot significante veranderingen in de spieractiviteit van de romp, en eveneens in de bewegingen van de romp en het bekken.

Het robotsysteem leidde niet tot opvallend betere resultaten. Het is mogelijk dat de geleidelijk optredende veranderingen gedurende de revalidatie de rompbalans beïnvloeden en dat de revalidatierobot daar onvoldoende rekening mee houdt.

Naarmate dit veranderingsproces beter begrepen wordt, kunnen er in de toekomst waarschijnlijk wel degelijk looprevalidatierobots worden ontwikkeld die effectiever zijn dan traditionele revalidatiemethodes, zo verwacht Swinnen.


(bron: VUB)