Onderhoud in een pretpark: ’Safety first’ !

Hebt u bij uw bezoek aan een pretpark al stilgestaan of u uw nageslacht wel met een gerust hart op al die wervelende attracties kon laten stappen?

Trefwoorden: #aandrijvingen, #compressoren, #Francis De Ceulaer, #maintenance, #motoren, #onderhoud, #PLC, #plopsaland, #pompen, #pretpark, #reductoren, #sensoren, #sturingen

Lees verder

maint_art

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - Volgens Francis De Ceulaer, Technisch Directeur van de Plopsa Group, mag u op beide oren slapen.

«Commercieel kunnen we het ons in geen geval veroorloven dat er iets fout loopt. Maar we beseffen ook maar al te goed dat elke calamiteit verregaande gevolgen op menselijke vlak kan hebben. Onderhoud is bij ons geen routine, maar iets waarvoor we zoveel tijd nemen als nodig.»

Maintenance Magazine: «Is er veel verschil tussen het onderhoud van een pretpark en een fabriek?»
Francis De Ceulaer: «Attracties zijn sterk vergelijkbaar met industriële machines. Ze bevatten motoren, reductoren, aandrijvingen, pompen, PLC-sturingen, elektronische componenten, sensoren, compressoren, hydraulica- en persluchtsystemen, ...

Qua mechanisch, elektrisch en elektronisch onderhoud zijn onze taken dus vrij gelijklopend aan deze van de onderhoudsdienst binnen een fabriek. Het grote verschil ligt vooral in de uitvoeringsmodaliteiten. Ook in de industrie heerst er tijdsdruk en mag de productie- of verpakkingslijn maar gedurende een minimale tijdspanne stil liggen.

Wij hebben hetzelfde probleem. Alleen komt daar nog eens bij dat je de werkzaamheden onder de ogen van letterlijk honderden mensen moet uitvoeren, die bovendien ook nog eens morren omdat de attractie stilligt. Niet elke technicus kan dit mentaal aan.

Het is immers cruciaal om je niet door de wachtrij te laten afleiden en te blijven zoeken tot je het probleem hebt gevonden en volledig hebt opgelost. En hiermee komen we op het tweede grote verschil: we kunnen het ons niet veroorloven om een attractie opnieuw te openen zolang we niet honderd procent zeker zijn dat het probleem is weggewerkt.

We kunnen niet zeggen: het lijkt in orde, we zien wel of er binnen hier en een uur opnieuw een panne is. Want elk defect kan verregaande gevolgen hebben omdat er altijd mensen -en veelal kinderen - mee zijn gemoeid.

We moeten ten alle koste vermijden dat er slachtoffers vallen. En dan spreken we niet uitsluitend over lichamelijk letsel. Neem nu maar een rollercoaster die blijft hangen of een reuzenrad die blijft stilstaan: voor jonge kinderen kan dat een behoorlijk traumatische ervaring zijn».

Maintenance Magazine: «Hoe vermijdt u dat er dergelijke incidenten gebeuren?»
Francis De Ceulaer: «Je kan het nooit 100% vermijden, want onderhoudstechnici zijn mensen, en mensen maken fouten. Maar we blijven er constant op hameren dat ze bijvoorbeeld na een reparatie altijd moeten checken of ze alle gereedschap terug mee hebben genomen.

Het zal maar gebeuren dat iemand zijn hamer laat liggen op een zeteltje van een rollercoaster en dat die tijdens een ritje door de lucht wordt gecatapulteerd!

Een tweede belangrijk punt is dat onze mensen alle tijd krijgen die nodig is om een defect op te speuren en te repareren. Natuurlijk moeten ze zo efficiënt mogelijk werken, maar het is niet zo dat ze na een half uurtje verplicht de attractie terug dienen opgestart te krijgen.

Hiermee komen we op een derde peiler binnen het onderhoud: we werven alleen 'problem solvers' aan, mensen die een beetje kennis van verschillende domeinen hebben en blijven zoeken tot ze precies weten wat er scheelt. Perfectionisten, die zelfs het kleinste geluidje horen dat er niet moet zijn.

Ons vierde wapen om incidenten te vermijden is dat de operatoren zelf niks mogen proberen op te lossen. Ze kunnen zelfs niet ingrijpen, omdat besturingen altijd met een sleutel zijn vergrendeld. Elke interventie dient door iemand van de technische ploeg te gebeuren.

Dit is niet altijd even gemakkelijk, aangezien we beperkt in mankracht zijn. Maar het is volgens ons wel de enige manier om de veiligheid te waarborgen. Enerzijds werken we veel met jobstudenten die niet bekend zijn met de techniek van de attractie en/of niet technisch onderlegd zijn.

Anderzijds is de ervaring van onze ploeg erg belangrijk om op de juiste manier te ageren. Weten hoe de attractie in elkaar zit, is vaak cruciaal om snel de vinger op de wonde te kunnen leggen.

En aangezien onze ploeg ook instaat voor het dagelijkse en periodieke onderhoud van alle attracties, kennen ze deze door en door».

Maintenance Magazine: «Uit wat bestaat dat dagelijkse en periodieke onderhoud?»
Francis De Ceulaer: «Dagelijks, voor het park opengaat, wordt elke attractie nagekeken. In De Panne zetten we hiervoor telkens zeven mensen van ons team in. Ze werken met een checklist die we zelf hebben ontwikkeld en die via een tablet wordt geraadpleegd.

De technicus moet telkens aanvinken wat hij heeft gecontroleerd en eventueel hersteld. Het kleine periodieke onderhoud wordt eveneens op deze momenten uitgevoerd: zoals het periodiek vervangen van filters of smeren van bepaalde onderdelen.

De rest van de dag staan hier in De Panne drie personen in voor het correctieve onderhoud. Soms gaat dat over erg kleine probleempjes: een operator die vergeten is om op de knop te drukken waardoor de attractie in veiligheidsmodus gaat, poortjes die niet meer opengaan, een beugel die weigert te openen, een platte band op de aandrijving, een vreemd geluid dat opeens opduikt, ...

Dan zijn er nog de zogenaamde 'grote' periodieke maintenancebeurten die bijvoorbeeld één of twee keer per jaar, of misschien zelfs om de twee jaar dienen te gebeuren.

Denk maar aan de revisie van hydraulische aandrijvingen, het ontmantelen en inspecteren van de wielkasten van de rollercoasters, het onderhoud van beugelsystemen, het vervangen van de olie van de tandwieloverbrenging, het uitmeten van motoren, het testen van sensoren, ...

Tijdens deze onderhoudsbeurten zullen we ook eventuele verbeteringen doorvoeren, zoals de installatie van een nieuwe schakelkast of ander besturingssysteem, het toevoegen van extra veiligheden, aanpassingen die door de fabrikant van de attractie worden aangeraden, ...

Dergelijke ingrepen voeren we in de stille periodes uit: de dagen dat het park niet open is, of in het laagseizoen».

Maintenance Magazine: «Wordt het onderhoud ook door externe organismen gecontroleerd?»
Francis De Ceulaer: «Jazeker, op het einde van het hoogseizoen komt TÜV Nederland de staat van de attracties controleren door middel van visuele controles en functionele testen.

Daarna stellen ze een rapport op met alle bevindingen en opmerkingen, alsook met raadgevingen voor het jaarlijkse onderhoud. Vlak voor de opening van het nieuwe seizoen voeren ze een nieuwe controlele uit.

En pas als TÜV dan het licht op groen zet, mogen we het park openen».

Maintenance Magazine: «Wat met de installatie van de nieuwe attracties?»
Francis De Ceulaer: «Nieuwe attracties worden in een soort van bouwpakket geleverd, dat dan onder begeleiding van de leverancier wordt opgebouwd. Maar omdat we het té druk met het curatieve en preventieve onderhoud hebben, besteden we deze activiteit uit.

Natuurlijk krijgen onze mensen wel een grondige opleiding over de werking van de attractie, alsook het volledige onderhoudsgebeuren. Vroeger assisteerde onze ploeg meer bij de installatie van nieuwe attracties dan nu, maar dan was er nog een 'winterstop' waarbij het park gedurende vijf maanden was gesloten.

Vandaag zijn er nog amper een paar weken dat er hier geen activiteit is. En nu Plopsaqua er nog is bijgekomen, het zesde park met binnenzwembad dat in maart in De Panne werd geopend, is het park zo goed als continu open.

Aangezien de technische dienst eveneens voor de gebouwen en alle apparatuur van de eigen horeca-etablissementen verantwoordelijk is, is het geen haalbare kaart meer om de installatie van nieuwe attracties in eigen beheer te doen of zelfs te assisteren».

Maintenance Magazine: «Wat zijn de verschillen in het onderhoud met pakweg tien jaar geleden?»
Francis De Ceulaer: «Vooral de overgang van een seizoensgebonden parkopening naar een - zij het deels - doorlopend geopend park. Dat maakt de planning van het preventieve onderhoud heel complex.

Want het zijn dezelfde mensen die moeten instaan voor deze maintenance en de curratieve ingrepen. Daarnaast zijn de besturingen van de attracties veel ingewikkelder geworden.

We hebben hier rollercoasters die uit de jaren tachtig dateren en waar er naast de start- en stopknop weinig meer besturing aan te pas komen, terwijl we hier evengoed de nieuwste generatie hebben die veelal computer- of PLC-gestuurd zijn en veel meer componenten bevatten.

Het gevolg is dat er meer stuk kan gaan én je hoger opgeleide technici nodig hebt om de reparaties en het onderhoud uit te voeren. Want in tegenstelling tot een fabriek kan je als pretpark geen standaardisatie uitvoeren.

Je moet de sturingen, sensoren, PLC’s, reductoren, compressoren, ... nemen die de leveranciers gebruiken. Hierdoor moeten onze technici eigenlijk in alle merken thuis zijn, wat geen evidentie is.

Nog een andere grote verandering: door de alsmaar striktere Europese wetgeving bevatten de nieuwe attracties ook veel meer ingebouwde veiligheidsvoorzieningen, waardoor ze bij de minste onregelmatigheid automatisch in 'stopmodus' gaan.

Aangezien de operatoren zelf niet kunnen ingrijpen, moet onze ploeg dus veel frequenter tussenkomen dan bij de oudere attracties, wat de situatie er niet eenvoudiger op maakt».

Maintenance Magazine: «De parken hebben veel attracties, die volgens u alsmaar meer componenten bevatten die bovendien dan nog eens van de meest uiteenlopende merken zijn. Moet u er dan geen gigantisch reserveonderdelenmagazijn op nahouden?»
Francis De Ceulaer: «We hebben er bewust voor gekozen om onze voorraad te minimaliseren, gewoonweg om economische redenen.

Enkel die onderdelen waarvan we weten dat ze regelmatig kunnen falen, zijn in de parken aanwezig. Al de rest wordt over het algemeen binnen de 24 uur door de distributeur ter plaatse geleverd.

En aangezien we zoveel verschillende attracties hebben, zijn onze klanten niet al te teleurgesteld als er eentje is dat wegens technische redenen gesloten is.

Alhoewel we dat natuurlijk wel liever vermijden. Toch kan het zijn dat we op termijn een grotere stock zullen moeten aanleggen. Zo hebben we in het Duitse park een Amerikaanse attractie geplaatst. En dan duurt het al snel een paar dagen vooraleer componenten ter plaatse zijn...»

Maintenance Magazine: «Maakt u gebruik van ondersteunende software voor de planning?»
Francis De Ceulaer: «Tot voor kort gebruikten we een softwarepakket dat we op maat hebben laten maken voor het opvolgen van alle onderhoudswerkzaamheden. Momenteel zijn we op SAP aan het overschakelen.

Sowieso worden elke storing en interventie via een tablet automatisch doorgegeven. Hierbij heeft de technicus de mogelijkheid om opmerkingen en suggesties toe te voegen.

Op die manier kunnen we bijhouden waar het frequent fout loopt, om dan op zoek te gaan naar betere componenten/systemen of om het periodieke onderhoudsplan aan te passen.

Denk maar aan een sensor die het telkens na drie maanden begeeft. Ofwel zoeken we een ander type, ofwel voorzien we om ze om de drie in plaats van de oorspronkelijk voorziene zes maanden te vervangen.

Alhoewel in dit pakket wordt bijgehouden wat wanneer moet worden vervangen, maken we de effectieve planningen nog manueel. Dit komt omdat het heel erg moeilijk is om een preciese dagplanning op te stellen, aangezien onze mensen ook voor het onvoorspelbare correctieve onderhoud instaan».

Maintenance Magazine: «Wat zijn de voor- en nadelen om het onderhoud van een pretpark te doen?»
Francis De Ceulaer: «Het grootste nadeel is zonder twijfel de directe link tussen onderhoud en veiligheid.

Er is een continue druk om geen fouten te maken, want niemand wil het op zijn geweten hebben dat er iets door zijn schuld met een kind gebeurt. Daarnaast moet je natuurlijk willen werken op dagen dat anderen vakantie hebben.

En het is ook bijlange geen nine-to-five job: op mooie dagen blijft het park soms heel lang open. Daar tegenover staat een uitermate boeiende werkomgeving. Eerst en vooral ben je altijd omringd door mensen die plezier beleven.

Ten tweede is onze job compleet onvoorspelbaar: elke dag brengt iets anders. Omdat er in elk park jaarlijks wel één of meerdere nieuwigheden bij komen, leren we ook constant bij over nieuwe componenten en technologieën.

Daarnaast is onze job natuurlijk heel erg divers: het gaat van lampen vervangen, over storingen met PLC’s of andere hoogtechnologische componenten verhelpen, tot effectieve evacuaties die wel eens preciair kunnen zijn.

Kortom: als je op onderhoudsvlak van alle markten thuis wil zijn, dan is werken in een pretpark zeker een aanrader!»


(foto's: Plopsa)
door Els Joncheere, Maintenance Magazine

Kadertekst:

Francis De Ceulaer (47) studeerde Industrieel Ingenieur Elektro-Mechanica. In 1990 startte hij als assistent van de technisch directeur bij Boortmalt (op- en overslag van granen + mouterij), waar hij doorgroeide tot verantwoordelijke onderhoud.

Vijf jaar later stapte hij over naar Cuypers Vorkliften, waar hij als hoofd van de technische dienst aan de slag ging. In 2003 greep hij de kans om technisch directeur in Plopsaland De Panne te worden.

Doorheen de jaren begeleidde hij ook de bouw en overnames van Plopsa Indoor Hasselt, Plopsa Coo, Plopsa Indoor Coevorden in Nederland en Holiday Park in Duitsland.

Vandaag telt het technische team van Plopsa 50 mensen: 3 in de beide indoor parken, 7 in Coo, 21 in De Panne en 16 in Duitsland.

De lokale teams van de grotere parken zijn opgebouwd uit een technisch manager die drie verantwoordelijken onder zich heeft (mechanica, elektriciteit en decoratie - in De Panne is er ook een verantwoordelijke voor het waterpark).

Zij begeleiden op hun beurt een team van elektriciens en mechaniciens.