Nieuwe meetmethode voorspelt levensduur harde PVC-leidingen

UTwente-promovendus Emiel Drenth heeft een meetmethode ontwikkeld om de resterende levensduur van gas- en waterbuizen te bepalen. Hiemee kunnen schadeclaims vermeden worden.

Trefwoorden: #gasleiding, #methode, #schadeclaim, #UTwente, #vervangen, #voorspellen, #waterleiding

Lees verder

research

( Foto: Wikipedia )

ENGINEERINGNET.NL - Deze methode, een zogenaamde microhardheidsprik, is toe te passen op leidingen van hard PVC (uPVC).

Van het Nederlandse gas- en waterdistributienetwerk, grotendeels aangelegd in de jaren ’60, heeft een deel de verwachte levensduur inmiddels overschreden. Netwerkbeheerders worstelen met de vraag of vervanging echt nodig is.

De gas- en waterbuizen in Nederland bestaan grotendeels uit ongeplastificeerde polyvinylchloride (uPVC) buizen: zo’n 21.000 km (20%) van het gasdistributienetwerk en 60.100 km (48%) van het waterdistributienetwerk. Ten tijde van de aanleg in de jaren ’60 werd de levensduur op vijftig jaar geschat.

Netwerkbeheerders onderzoeken momenteel al de conditie van de gas- en waterbuizen. Dat gebeurt op een ‘destructieve’ manier. De buis wordt blootgelegd, daarna wordt een stuk eraf gezaagd en worden kappen op de twee uiteinden geplaatst. Vervolgens wordt zo’n buis extreem belast.

De meetmethode van Drenth is er op gericht te voorspellen hoe lang een buis nog meegaat, zodat er op het juiste moment preventief ingegrepen kan worden.

Netwerkbeheerders kunnen zo meer efficiënt te werk gaan, besparen kosten en ‘rampen’ worden voorkomen. Sommige buizen zijn aan vervanging toe, terwijl andere nog decennia meekunnen.

Drenth: “Om de toestand van zo’n buis te bepalen, moet je precies weten wat je moet meten. Mijn methode richt zich op de microhardheid, die wordt bepaald met kleine prikjes die niet schadelijk zijn voor de buizen. Om de restlevensduur van de buizen te bepalen, moet je weten hoe het verouderingsproces van het materiaal verloopt en waar de kritische grens ligt.”

De methode van Drenth moet worden uitgevoerd door een inspectierobot.


(bron: UTwente)