Resultaten Limburgs seismisch onderzoek diepe geothermie

VITO zette vorig jaar in samenwerking met EnergyVille een studie op over diepe geothermie in centraal Limburg. De seismische meetcampagne van deze studie vond in maart 2015 plaats.

Trefwoorden: #aardwarmte, #diepe geothermie, #EngergyVille, #Limburg, #onderzoek, #seismische meetcampagne, #VITO

Lees verder

research

( Foto: VITO )

ENGINEERINGNET.BE - Is duurzame energie­voor­ziening op basis van aardwarmte of diepe geothermie mogelijk in de regio As, Bilzen, Dilsen-Stokkem, Genk, Hasselt, Houthalen-Helchteren, Maaseik, Meeuwen-Gruitrode, Opglabbeek, Zonhoven en Zutendaal?

Dat was het uitgangspunt van de studie. De analyse van de meetresultaten geven nu meer inzicht in de parameters, die het potentieel aan diepe geothermie bepalen.

De combinatie van de diepte waarop het potentieel ondergronds reservoir (Kolenkalk) zich bevindt en de aanwezigheid van breuken daarin wijzen op een reëel geothermisch potentieel.

De diepe ondergrond (onder de steenkoolhoudende lagen) van Zutendaal tot Meeuwen-Gruitrode bleek nog een blinde vlek te zijn op de kaart. In het kader van het project naar het potentieel van diepe geothermie in Vlaanderen is werd dit meer in detail onderzocht.

De seismische meetcampagne was hierin een belangrijk onderdeel. De steenkoolontginning zorgde voor een verstoord seismisch signaal, waarmee rekening moest worden gehouden bij de analyses en berekeningen.

Bovendien wisten de geologen dat de laag, waarin ze specifieke interesse hadden, de Kolenkalk, over het hele gebied relatief steil afhelt naar het noordoosten. Tot slot is de trilkracht van de trilwagens aangepast in functie van de verstedelijking.

Na een eerste analyse bleken de meetresultaten tot op een diepte van 3 km redelijk goed tot goed te zijn en dus bruikbaar.

Uit de meetresultaten hebben de onderzoekers de top van het potentieel reservoir en de locatie van de breuken in de ondergrond kunnen in kaart brengen. De ligging en de werking (evolutie in de tijd) van de breuken zijn een belangrijk gegeven voor geothermie, zeker op grote diepte.

Hoe recenter de breukwerking, hoe meer kans verhoogde doorlatendheid en bijgevolg op diepe geothermie. En hoe dieper het potentieel reservoir ligt, hoe warmer het water zal zijn.

In het uiterste Noorden van deze meetcampagne, m.a.w. Meeuwen-Gruitrode, bevindt de top van de Kolenkalk zich op ca. 2.900 m diepte. Dit is vergelijkbaar met de proefboring op de Balmatt-site, waar de top van de Kolenkalk zich op 3.170 m diepte bevindt. De gegevens van de Balmatt-proefboring zullen dus ook zeer relevant zijn voor dit gebied.

Als algemene conclusie kan men stellen dat de combinatie van de diepte waarop het potentieel reservoir (Kolenkalk) zich bevindt en de aanwezigheid van breuken daarin wijzen op een reëel geo-thermisch potentieel voor centraal Limburg.

Er werd ondertussen reeds gestart met een vervolgstudie om dit potentieel meer in detail te kunnen berekenen. Deze studie maakt deel uit van het SALK-dossier “Naar een duurzame energievoorziening in steden” en loopt tot juli 2018.


Op de illustratie:
Schaal: geel = - 1 km; lichtgroen = - 2 km; blauw = - 3 km

De brede grijze lijnen zijn de trajecten waarlangs de seismische meetcampagne heeft plaatsgevonden. De tijd, die het signaal nodig had om vanop de top van de Kolenkalk terug te kaatsen, is vervolgens omgezet naar de overeenkomstige diepte (via diepte-tijdconversie, gebaseerd op een boring in de nabijheid en Nederlandse boringen).