Explosieveilig werken: de nieuwe ATEX-spelregels

Veranderingen op het vlak van explosieveilig werken. Niet alleen werd de nieuwe ATEX 114 richtlijn 2014/34/EU van kracht. Ook een standaard voor niet-elektrische apparatuur wordt verwacht.

Trefwoorden: #Adinex, #ATEX, #explosieveilig werken, #Filip Verplaatsen, #standaarden

Lees verder

pumps_art

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - De nieuwe ATEX-standaard voor niet-elektrische apparatuur zal ISO/IEC 80079-36/37 zijn. Daarnaast zal de IECEx 05 persoonscertificatie op grotere schaal doorbreken.

Beursinrichter Easyfairs wijdde er de voorbije vakbeurs Pumps & Valves een 'masterclass' aan, waar onder meer Filip Verplaetsen van Adinex een stand van zaken gaf.

Op 1 juli 2003 lanceerde de Europese Unie de ATEX 95 en de ATEX 137 richtlijn. De laatste betreft een richtlijn ter bescherming van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar lopen.

De ATEX 95 omschrijft de voorwaarden waaraan apparatuur (zowel elektrisch als niet elektrisch) moet voldoen indien ze in een omgeving met explosiegevaar wordt gebruikt.

Prof. Dr. Ir. Filip Verplaetsen van Adinex: «Beide richtlijnen hebben tot doel de veiligheid en gezondheid van werknemers in gebieden met explosiegevaar te waarborgen. De ATEX 95 moest daarenboven bijdragen tot het vrije handelsverkeer binnen de E.U. voor materieel en beveiligingssystemen die in explosiegevaarlijke omgevingen worden toegepast. Sinds de lancering van deze Europese regelgevingen zijn er geen belangrijke wijzigingen geweest.»

«Maar daar komt nu verandering in, want op 20 april 2016 is de ATEX 95 vervangen door de ATEX 114 richtlijn 2014/34/EU. Grote verschillen met de vorige richtlijn zijn er niet, want de voornaamste doelstelling van de wijziging bestaat erin een conformiteit te bewerkstelligen met het Europese oprichtingsverdrag van Lissabon, waarin nieuwe afspraken werden gemaakt over het op de Europese markt brengen van apparatuur.»

«De grootste wijzigingen situeren zich in de certificatie en het ‘papierwerk’, wat vooral aandachtspunten voor de fabrikanten en importeurs zijn. Niettemin is het van belang dat het onderhoudsdepartement op de hoogte is van de betekenis van de aanpassingen, en dan vooral van de nieuwe informatie op de labels. Ten slotte wil ik nog opmerken dat de ATEX137 volledig ongewijzigd blijft, maar wel tot ATEX 153 wordt omgedoopt.»

Ook nieuwe norm
In het verlengde van de nieuwe ATEX zal dit jaar ook een nieuwe norm voor explosieveilige mechanische apparatuur worden gelanceerd: de ISO/IEC 80079-36/37 (ter vervanging van de Europese norm EN 13463).

Filip Verplaetsen: «Ook hier is het vooral de labeling die wordt aangepast. Zo zullen de beschermingswijzen 'c' (constructief veilig), 'k' (olievulling) en 'b' (bewaking van ontstekingsbronnen) voortaan met de letter 'h' worden aangeduid.

Tevens zien we dat meer en meer een link wordt gelegd met het ‘Equipment Protection Level’, kortweg EPL. In concreto wordt het label voor categorie 1-, 2- en 3-materiaal - voor gasexplosieve omgevingen respectievelijk aangeduid met 1G, 2G en 3G - aangevuld met de code Ga, Gb en Gc.

Voor stofexplosieve omgevingen is dit analoog maar met een D in plaats van een G. Daarnaast zijn er nog verschillende kleine inhoudelijke wijzigingen.»

Competentie bewijzen
Niet nieuw en nog niet verplicht, is de IECEx 05: een certificatie die aantoont dat personeel dat Ex-apparatuur ontwerpt, installeert, inspecteert of onderhoudt aantoonbaar competent is om deze taken uit te voeren.

Het gaat om een persoonlijke certificering die door een onafhankelijke organisatie wordt uitgereikt na een examen én de goedkeuring van het bewijs dat de persoon in kwestie wel degelijk over de nodige ervaring beschikt.

Volgens Verplaetsen zullen grote (vooral petrochemische) bedrijven alsmaar vaker een dergelijk certificaat eisen. «Naar analogie met het VCA, zal de IECEx 05 op termijn gemeengoed worden voor alle projecten in explosiegevaarlijke ruimtes», vertelt hij.

«Dat is misschien nog niet voor morgen, want er heerst momenteel nogal wat onduidelijkheid over wat nu een ‘bewijs’ van ervaring is en wat starters in de sector zullen moeten doen om het certificaat te behalen.

Niettemin raad ik installateurs en onderhoudsmensen aan om zich nu al te laten certificeren. Bedrijven willen zich immers maximaal indekken als ze subcontractors werken laten uitvoeren. Dus lijkt het logisch dat een toenemend aantal opdrachtgevers naar de IECEx 05 zal beginnen vragen.»

Vragen over onderhoud
Tot slot wijst Verplaetsen erop dat ATEX niet stopt bij het kiezen en installeren van apparatuur. Deze systemen moeten ook op de juiste manier worden onderhouden en zo nodig hersteld.

«We bemerken dat technische diensten met verschillende vragen op dat vlak rondlopen. Zo weten weinigen hoe het precies zit met elektrisch aangestuurde Ex-apparatuur of onderdelen: mogen ze die zelf onderhouden of herstellen? Of dienen deze werken door een gespecialiseerde serviceverlener of de installateur te gebeuren?

Het antwoord op deze vraag hangt momenteel nog steeds af van de nationale regelgeving. In België voorziet het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (AREI) dat herstellingen door een, onder toezicht van een erkend organisme geplaatste, werkplaats of de fabrikant dienen te gebeuren, terwijl in Nederland de eigen technische dienst deze klus mag klaren. Het AREI geeft trouwens enkel regels voor herstellingen, maar wat dan met preventief onderhoud?»


door Els Jonckheere, Maintenance Magazine