Inzet van waterstof als brandstof voor de Magnum-centrale in Eemshaven

Nuon, Gasunie en het Noorse Statoil starten een innovatieproject dat erop is gericht om vanaf 2023 één van de drie units van de centrale over te schakelen op waterstof.

Trefwoorden: #brandstof, #Eemshaven, #Gasunie, #Magnum-centrale, #Nuon, #Statoil, #waterstof

Lees verder

Techniek

( Foto: Nuon )

ENGINEERINGNET.NL - Gascentrales vervullen door hun flexibele inzetbaarheid een belangrijke rol in de betrouwbaarheid van de Nederlandse energievoorziening. Het borgen van de stabiliteit in de energievoorziening wordt in de toekomst belangrijker naarmate het aandeel van wind en zon toeneemt.

Het energieaanbod van deze duurzame bronnen wordt immers sterk door weersomstandigheden bepaald. Gascentrales kunnen ook in de toekomst voor voldoende flexibiliteit zorgen, mits de CO2-uitstoot succesvol wordt teruggedrongen.

Om de doelen uit het klimaatakkoord in Parijs te halen, moet de uitstoot in de elektriciteitssector al in 2030 55 tot 75% lager zijn dan in 1990. Wanneer de nieuwe centrales – die zonder problemen tot na 2050 meekunnen – geen aardgas meer gebruiken maar waterstof, kan de energievoorziening CO2-vrij worden terwijl de betrouwbaarheid en stabiliteit behouden blijft.

Om waterstof toe te passen als brandstof in de elektriciteitsproductie onderzoeken Nuon, Statoil en Gasunie de mogelijkheden voor een eerste innovatieproject. De Magnum-centrale is hier heel geschikt voor omdat deze ontworpen is voor toepassing van meerdere brandstoffen.

Binnen de samenwerking richt Statoil zich op de productie van waterstof. Dit gebeurt door Noors aardgas om te zetten in waterstof en CO2. De CO2 wordt in Noorwegen ondergronds opgeslagen voor de Noorse kust, waar Statoil al ruim 20 jaar CO2 afvangt uit het Sleipner-veld. Het bedrijf heeft hiervoor onlangs een nieuwe concessie verkregen van de Noorse overheid.

Gasunie doet binnen dit project onderzoek naar de mogelijkheden voor het transport van de waterstof naar de Magnum-centrale en de mogelijkheden om de waterstof zo nodig tijdelijk op te slaan.

Nuon zet de waterstof in voor verbranding in Magnum voor elektriciteitsproductie. Wat resteert is voornamelijk waterdamp.

Waar de waterstof in 2023 geproduceerd zou kunnen worden met aardgas, kan het vanaf 2030 mogelijk met duurzaam geproduceerde ammoniak worden gemaakt. Dit wordt dan geproduceerd met elektriciteit uit wind en zon - bijvoorbeeld bij een overschot aan duurzame energie.

Vervolgens kan op een later moment uit de ammoniak weer waterstof gehaald worden. Ammoniak fungeert dan dus als opslagmedium voor waterstof, en daarmee wordt Magnum een superbatterij.

Op dit moment is het produceren van ammoniak of waterstof uit duurzame elektriciteit nog duur en zijn overschotten van groene elektriciteit in Nederland nog niet aan de orde. Daarom is tot die tijd de inzet van waterstof uit aardgas een goede optie, aldus Nuon.

De CO2-emissie uit elektriciteitsproductie in Nederland betrof ongeveer 45 miljoen ton in 2015. De potentiële, directe CO2-emissiereductie door het vervangen van aardgas door waterstof in de Magnum-centrale is 4 miljoen ton CO2 per jaar.