ENGINEERINGNET.NL - De broomhoudende vlamvertrager HBCD is sinds 2015 in Europa verboden, omdat de schadelijke substantie niet biologisch afbreekbaar is, aldus de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie. Bouwpiepschuim werd in de jaren '60 gebruikt om huizen te isoleren en bevatte uit brandveiligheidsoverwegingen de broomhoudende vlamvertrager HBCD.
PolyStyreneLoop start in 2018 met de bouw van een demonstratiefabriek in Terneuzen, gelegen naast chemiebedrijf ICL-IP. In deze fabriek wordt polystyreen opgelost in een mengsel van organische oplosmiddelen. Zo is het mogelijk om verontreinigingen en additieven, zoals HBCD, eruit te vissen.
Wat overblijft is schoon polystyreen, dat probleemloos is te gebruiken voor allerlei nieuwe producten. Het broomhoudende residu wordt door ICL-IP gezuiverd in hun Broom Recovery Unit. Deze gezuiverde broom is de grondstof voor gebromeerd butylstyreenrubber: de nieuwe generatie brandvertrager voor polystyreen. Die brandvertrager is niet schadelijk voor mens en milieu, en ook eenvoudig te hergebruiken.
De demonstratiefabriek gaat naar verwachting ruim 6,5 miljoen euro kosten. Daarbij komt nog eens twee miljoen euro aan extra kosten voor grondaankoop, inrichting van het terrein en de voorbereidingskosten. Er komt ook een pijpleiding tussen de demonstratiefabriek en ICL-IP.
De Rabobank draagt 4,5 miljoen euro aan het project bij. Ook heeft PolyStyreneLoop 2,7 miljoen euro LIFE-subsidie van de EU ontvangen.
PolyStyreneLoop wil de komende jaren fabrieken openen in het oosten van Nederland, Duitsland en in andere Europese landen. Naar schatting komt alleen al volgend jaar in Europa tot 150.000 ton broomhoudend piepschuim vrij.
Daarnaast wil het bedrijf ook elektronicaverpakkingen en polystyreen uit afgedankte caravans en koelwagens verwerken, als deze HBCD bevatten.
