Vrouwelijk talent aan het hoofd van een familiebedrijf

Slechts 5% van de bedrijven in België wordt geleid door een vrouw. En toch ontmoeten wij er één in de bouwwereld waar vrouwen slechts 8,7% van de tewerkstelling vertegenwoordigen.

Trefwoorden: #Evolta, #ingenieursbureau, #Nele De Smet

Lees verder

ORI

( Foto: Frank Goethals / Fluvius )

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - Ingenieursbureau Evolta viert dit jaar zijn veertigste verjaardag. Het werd in 1980 opgericht door Jozef De Smet, vandaag leidt dochter Nele het bedrijf. Die familiale opvolging was nochtans niet vanzelfsprekend. “Mijn vader plaatste het belang van zijn bedrijf voorop en vond dat de organisatie in de eerste plaats door de juiste persoon moest geleid worden.”

Nele stapte in 2004 in het familiebedrijf. "Bij Evolta starten zonder ervaring was zeker geen optie. Na mijn studies ging ik aan de slag als management consultant bij Accenture.”  Daar gaf ze adviezen inzake management, strategie en organisatie. Opvallende projecten waaraan ze meewerkte waren de Copernicus-reorganisatie van de Belgische federale overheidsdiensten en de omvorming van De Post tot het nu deels private bpost. Dat leverde haar veel nuttige ervaring op.

Vorm geven aan de toekomst
"In 2004 vroeg mijn vader me om de functie van business development manager in te vullen bij Evolta. Ik vond het een moeilijke keuze om Accenture te verlaten want ik haalde veel voldoening uit mijn job. En toch sprak zijn aanbod me wel aan. De bouw is een sector waar je tastbare resultaten van je werk ziet en een bijdrage kan leveren aan een mooiere wereld. Ook vandaag nog is dat mijn drive. We vertalen dat intussen in onze slogan ‘Shape the future’. In eerste instantie wou ik mijn plaats verdienen, door effectief bij te dragen tot de realisatie van een project."

Vader De Smet gaf Nele meteen de coördinatie van een fors dossier: het nieuwe hoofdkantoor van Eandis (nu Fluvius) in Melle. "Voor dit project met een investeringswaarde van 25 miljoen euro, moesten we binnen de negen maanden het ontwerp leveren. Daarna is het gebouwd op veertien maanden. Het omvatte onder meer de aanleg van één van de allereerste Beo-systemen voor het gebruik van bodemenergie in België. Intussen is boorgat-energieopslag een routinetechniek, maar toen konden we nauwelijks naar bestaande realisaties refereren."

Het hoofdkantoor van Eandis (Fluvius) in Melle was een van de eerste gebouwen in Vlaanderen dat verwarmd en gekoeld wordt via een Beo-veld. Het was ook de eerste grote opdracht van Nele De Smet binnen Evolta.

Juiste vragen stellen en ander perspectief
Als projectmanager moest Nele De Smet zich bekommeren om de aansturing van het eigen expertenteam, de integratie van de verschillende ontwerpdisciplines tot één coherent ontwerp, de planning, de bewaking van het budget en de controle op de kwaliteit van de werken. "Evolta was toen al een middelgroot ingenieurskantoor. Uiteraard kon ik terugvallen op de expertise die we in huis hadden. Als projectmanager hoefde ik zelf geen technische problemen op te lossen, maar als leidinggevende moest ik het wel door en door begrijpen. Het komt er op aan mensen samen te brengen, de juiste vragen te stellen en echt te luisteren. Ook naar wat niet gezegd wordt. Verder helpt mijn leergierigheid en bekijk ik zaken graag vanuit een ander perspectief. Dat helpt om tot inventieve oplossingen te komen. "

In de jaren die volgden was Nele De Smet verantwoordelijk voor het overnamebeleid van het bedrijf, leidde ze de afdeling infrastructuur en gaf ze mee vorm aan de strategie en de organisatie. Die telt naast de afdeling infrastructuur, nog een afdeling gebouwen en consultancy services. Momenteel neemt ze de rol op van CEO en maakt ze deel uit van het bestuur van ORI, de nationale sectororganisatie van advies- en ingenieursbureaus.

Koesteren van talent
"Ik vind het een privilege om leiding te mogen geven aan zoveel talent. Ik blijf verbaasd over de flexibiliteit van onze medewerkers en bewonder de snelheid waarmee ze kennis verwerven." stelt de CEO. "Ze engageren zich voor hun projecten, denken mee met hun klanten en willen ook bijdragen tot een sterkere organisatie. Bij ons krijgen ze de ruimte om echt het verschil te maken.”

Ze merkt ook op dat er voor ingenieurs heel wat aanbiedingen zijn. "We vinden onvoldoende talent in de bouwsector, omdat er nu eenmaal meer vraag dan aanbod is. Ook daarom hecht ik bijzonder belang aan het koesteren van het talent dat we hebben. Wij investeren evenveel in ons personeel, onder andere door ons beleid rond veerkracht, als in onze klanten. Een gelukkige medewerker is trouwens de beste garantie op een gelukkige klant."

Het bureau ontwerpt nu de renovatie en uitbreiding van het laboen kantoorgebouw aan de zuiveringsinstallatie van Aquafin in Hofstade (Aalst). Aquafin realiseerde er eerder een riothermieproject. De energiewinning uit rioolwater zal de verwarming en de koeling van het gebouw dekken. (foto: Evolta)

Complexe vraagstukken vragen om samenwerking
In de loop der jaren zag Nele De Smet de eisen, die aan ingenieursbureaus worden gesteld, sterk evolueren. "Het ingenieursbureau en de ingenieur van vandaag buigen zich over complexe vraagstukken en moeten conceptueel erg creatief zijn. Dit uit zich ook in de gewijzigde samenstelling van de teams. Meer en meer bestaan die uit mensen met verschillende opleidingen. Naast architecten en ingenieurs bouwkunde of technieken gaat het om onder meer bio-ingenieurs, landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen en mobiliteitsexperts. Samenwerken in multidisciplinaire teams is bijzonder boeiend, omdat elkeen zijn eigen invalshoek heeft. Dat daagt ons uit om problemen diepgaand te analyseren en stimuleert onze creativiteit."

Traditioneel model van aanbesteden en vergoeden is hinderpaal
De nadruk op samenwerking weerspiegelt volgens Nele De Smet ook de evolutie in de bouwwereld. "Daar stapt men gaandeweg over van hiërarchische relaties tussen opdrachtgevers, architecten, ingenieursbureaus, aannemers en leveranciers naar gelijkwaardige partners. Dan komt het erop aan om openhartig met elkaar te praten. Luisterbereidheid is daarbij essentieel. Ultiem streeft iedereen hetzelfde doel na : kwalitatief bouwen.”

De manier van aanbesteden en vergoeden is wél een hinderpaal. "Dit gebeurt nog traditioneel op basis van een percentage van de kostprijs van de werken. Waar zit dan de financiële stimulans om naar meerwaarde te zoeken en ondernemend te zijn? Bovendien ondersteunt dit vergoedingsmodel de principes van partnership niet, doordat het uitgaat van een verdeling van verantwoordelijkheden en risico tussen de opdrachtgever, de ontwerper en de aannemer, waaraan het gezamenlijk doel ondergeschikt wordt."


Door Koen Mortelmans

Kader 1: Publieke ruimte gedurfd ontwerpen
De aanleg of heraanleg van publieke ruimte is een boeiend en complex verhaal. Burgers zijn mondiger en gevoeliger voor overlast. "Naast het ontwerpen van wegen en riolering impliceert publieke ruimte vandaag de dag ook klimaatbestendigheid, hemelwaterplanning, groenaanleg, mobiliteit…" legt De Smet uit. "Al tijdens de ontwerpfase de krachten bundelen en intensieve participatie van buurtbewoners draagt bij tot een ander perspectief en resulteert in een gedurfder ontwerp. Als voorbeeld vermeldt ze de heraanleg van de cluster Hertstraat, in hartje Gent. "De bestaande rooilijn beperkte sterk de mogelijke opties. De bewonersparticipatie bracht daarin meer ruimte voor een echt uniek ontwerp. Daarmee zijn we nu één van de vijf genomineerden, uit de 38 inzendingen, voor de Vlario-innovatieprijs.”


Kader 2: Innoverende concepten
Evolta maakt van het ontwerp van complexe projecten in de publieke ruimte zijn visitekaartje. Het bureau staat vooraan in de realisatie van innoverende concepten, zoals fietssnelwegen in alle Vlaamse provincies en kernherwaarderingen, zoals de heraanleg van de Grote Markt in Hasselt, waar onder meer een 45 jaar oude en 15 m hoge boom herplant werd die 6 ton weegt. Natuur weer in de stad brengen creëert een ongelooflijke meerwaarde die mensen aanvoelen. (Foto: Evolta - Visualisatie: Claar – UAU)