ENGINEERINGNET.BE - Een lek, een ongeval of een illegale lozing liggen doorgaans aan de basis van de vervuiling. Het opruimen van het goedje kost de havenbeheerders behoorlijk wat geld.
Port of Antwerp betaalt jaarlijks meer dan één miljoen euro om de oliesmurrie te laten opkuisen. Slechts iets meer dan de helft van die factuur kan de haven terugvorderen van de vervuilers. Daarom sloeg het de handen in elkaar met de Universiteit Antwerpen (onderzoeksgroep Op3Mech (Optische metrologie, 3D-ontwerp en Mechanica) van de Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen).
Prof. Steve Vanlanduit, verbonden aan de onderzoeksgroep Op3Mech: “Door gebruik te maken van warmtebeeldcamera’s kunnen we olie gaan opsporen in het water, en dat dag en nacht. Drones brengen de vervuiling in kaart, er hoeft niemand ter plaatse te gaan.”
Er werden in de Antwerpse haven tests uitgevoerd met drie verschillende olieproducten, die vandaag effectief gebruikt worden in de scheepvaartindustrie. Tijdens die testfase kregen de onderzoekers de hulp van de mensen van Brabo Group, die uitgestuurd worden als er een geval van olievervuiling opgeruimd moet worden, en van het bedrijf Haviq voor het uitvoeren van de dronevluchten.
Het proefproject verliep erg succesvol. Op enkele uren tijd werd 89% van de gelekte olie gedetecteerd dankzij de technologie. Ook kleine olievlekken ontsnapten niet aan het alziende oog van de drones.
Bij Port of Antwerp zijn ze ondertussen al bezig met de concrete uitwerking van een opvolgingsproject. De drones zullen met camera’s uitgerust worden en die gaan in de haven actief op zoek naar olievervuiling.
De bedoeling is dat het volledig operationeel wordt in 2021, nadat deze technologie nog verder ontwikkeld en getest is.
Video:
