Samenwerking tussen Port of Antwerp-Bruges en North Sea Port versnelt energietransitie

North Sea Port wordt minderheidsaandeelhouder van Pipelink, een dochteronderneming van Port of Antwerp-Bruges. Dit nieuwe partnerschap zal pijpleidingprojecten ontwikkelen en aanleggen zodat stappen gezet worden in de modal shift en de energietransitie.

Trefwoorden: #Antwerpen, #Gent, #haven, #pijpleiding, #port, #Zeebrugge

Lees verder

Nieuws

( Foto: Pipelink - Dries Luyten )

ENGINEERINGNET.BE - Pipelink bezit en beheert een asset base van 750 kilometer pijpleidingen in België.

Nu North Sea Port via een kapitaalverhoging een minderheidsaandeelhouder wordt, zijn de drie grootste Belgische havenplatformen Antwerpen, Gent en Zeebrugge in Pipelink vertegenwoordigd.

Pijpleidingen zijn de meest milieuvriendelijke, energie-efficiënte en veilige transportmodus voor de aan- en afvoer van gasvormige en vloeibare producten. Pijpleidingen spelen zo een sleutelrol in de modal shift en de energietransitie.

Naast Gent maken ook het Nederlandse Vlissingen en Terneuzen deel uit van North Sea Port. Aangezien dit gebied tal van energie-intensieve bedrijven huisvest, zijn er diverse pijpleidingopportuniteiten.

Verder heeft Pipelink de ambitie om pijpleidingnetwerken voor het transport van (groene) waterstofdragers zoals ammoniak, methaan en methanol te ontwikkelen.

Het afvangen en opslaan van CO2 (Carbon Capture & Storage, CCS) en op termijn het hergebruik van CO2 als grondstof voor verschillende toepassingen (Carbon Capture & Utilisation, CCU) is essentieel in de transitie naar klimaatneutraliteit.

Net zoals Port of Antwerp-Bruges, via het Antwerp@C-project met Pipelink als partner, heeft ook North Sea Port, via Ghent Carbon Hub, de ambitie om als haven een CO2-hub met lokale toegankelijke infrastructuur (open access backbone) aan te kunnen bieden aan haar industriële klanten.

Naast deze lokale backbones hebben Fluxys, Pipelink, Socofe en FPIM de krachten gebundeld in "C-grid" voor de ontwikkeling van een nationale CO2 backbone.

Deze zal worden verbonden met CO2-exportinfrastructuur en aangrenzende infrastructuur in buurlanden om zo de energie-intensieve industrie in Noordwest-Europa te ondersteunen bij haar inspanningen naar klimaatneutraliteit.