• 07/11/2012

Bisfenol A weldra verboden in ‘recipiënten’ voor baby- en peutervoeding

Vanaf 1 januari 2013 geldt in België een totaal verbod op het gebruik van Bisfenol A in recipiënten'voor voedingsmiddelen bestemd voor kinderen van 0 tot 3 jaar. Gustaaf De Vos rapporteert.

Trefwoorden: #Bisfenol A

Lees verder

Magazine

ENGINEERINGNET.BE -- Het totale verbod is een gevolg van de verduidelijking door de administratie (FAVV-AFSCA) naar aanleiding van een vertaalfout in de Nederlandstalige versie van de wet van 4 september 2012 (*). In die Nederlandse vertaling van deze wet wordt het gebruik van Bisphenol A (afgekort BPA) verboden in de betrokken 'verpakkingen', terwijl in de Franstalige originele versie (**) sprake is van een verbod op het gebruik in de betrokken 'recipiënten (contentants)'. Beide versies hebben dus betrekking op vrij sterk uiteenlopende zaken.

De administratie heeft nu verduidelijkt dat de beperking wel degelijk geldt voor alle betrokken recipiënten, vermits dit zo werd vastgelegd in de originele Franstalige wettekst. Het FAVV en de inspectie wijzen erop dat fabrikanten de wet moeten toepassen zoals ze is.

Waar moet u op letten om vanaf 1 januari 2013 ernstige problemen te voorkomen?

Er is geen overgangsperiode. Dit betekent dat alle recipiënten waarin de inspectie BPA detecteert (inclusief de op 1 januari 2013 voorradige recipiënten bij bedrijven en distributeurs) vanaf 1 januari 2013 uit de markt genomen en vernietigd moeten worden.

Wees zeker ook alert als u op 1 januari 2013 nog goederen per schip op weg naar België hebt. Als u aanzienlijke volumes producten uit de markt moet terugnemen, zou u immers dat veel geld kunnen kosten. Wij raden aan om zich nu al in orde te stellen en te werken met een goed traceerbaarheidssysteem zoals voorzien in de EU Food Contact-kaderverordening 1935/2004.

De wet zegt: er mag geen BPA aanwezig zijn in de betrokken (al dan niet met voeding gevulde) recipiënten. Er mag dus geen BPA gevonden worden boven de zeer lage detectielimiet (rond de 0,1 ppb) rekening houdend met een nog vast te leggen minimumwaarde die overeenkomt met de 'BPA achtergrondwaarde' (het BPA-gehalte dat praktisch altijd aanwezig is in de omgeving).

O Kunststofverwerkers en composietfabrikanten van betrokken recipiënten uit polycarbonaat of versterkt epoxyhars, of invoerders daarvan, moeten rekening houden met het feit dat er geen BPA mag gedetecteerd worden in de totale massa boven de detectielimiet.

O Fabrikanten en invoerders van betrokken metalen recipiënten en hun distributeurs moeten (ook al zit er geen BPA in de inwendige food contact coating) rekening houden met mogelijke contaminatie met BPA tijdens bijv. de productie, het coaten van binnen- en buitenzijde, het drogen, het verlijmen, het bedrukken, het stockeren en stapelen, het vervoer, enz.. Uit de wettekst blijkt niet duidelijk of alleen de binnencoating die in contact staat met voeding totaal BPA-vrij moet zijn, of dat zowel de binnen- als de buitencoating totaal BPA-vrij moeten zijn, inclusief bedrukking en opgelijmd etiket.

O Fabrikanten en invoerders van de betrokken elektrische toestellen (bijv. baby cookers) moeten er rekening mee houden dat geen BPA mag worden gedetecteerd. Stoffen die gemaakt zijn op basis van BPA doch een ander CAS-nummer hebben (bijv. BADGE, ingrediënten van drukinkten, toners, lijmen) vallen buiten deze wet, op voorwaarde dat ze geen BPA bevatten boven de (zeer lage) detectielimiet. Dit is echter zelden of nooit het geval.

De wet geldt voor alle betrokken recipiënten ongeacht het materiaal of de materialen (metalen, kunststof, glas,..) waaruit de recipiënten en/of hun sluiting gemaakt zijn, en ongeacht het al dan niet gebruiken van barrièrelagen, interne vernissen of coatings, enz. Betrokken recipiënten zijn recipiënten die specifiek bedoeld zijn voor voedingscontact voor kinderen van 0 tot 3 jaar of die bijv.. via een tekenfilm of sprookjesfiguur aangeven dat ze specifiek voor kinderen uit die leeftijdscategorie bedoeld zijn.

Voorbeelden van zulke recipiënten zijn niet alleen verpakkingen, doch ook vaten, silo’s en opslagtanks, tankwagens bestemd voor voeding of drank, voor 0- tot 3-jarigen, keukengerei voor jonge kinderen (inclusief bestek), alsook specifieke elektrische toestellen zoals bijv. baby cookers. Ook het aanbod van apotheken dat onder de 'food contact-wetgeving' valt, valt onder deze wet.

Voorbeelden van 'baby cookers'
De inspectie zal eerst kunststof recipiënten voor particulieren controleren en daarna ook metalen recipiënten voor particulieren. Bij bedrijven aanwezige recipiënten zoals opslagtanks en silo’s komen pas in een later stadium aan de beurt.

Bedenkingen bij de nieuwe wet van 4 september 2012 mbt het verbod van Bisfenol A

Volgens de Bisfenol A producenten is BPA een van de wereldwijd meest en best onderzochte stoffen, die bestemd zijn voor contact met voedingswaren. BPA is geen hormoonverstorende stof volgens de Weybridge-definitie ter zake van de Europese Commissie welke tevens de definitie is van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO). BPA is op grond van de REACH Art 57 ook geen zeer zorgwekkende stof (SVHC) en is dus ook niet als dusdanig opgenomen in de REACH Kandidaatlijst.

Het Europees Agentschap voor de Voedselveiligheid (EFSA) en vele gelijkaardige instanties in andere landen zijn op basis van al het beschikbaar wetenschappelijk bewijsmateriaal nog steeds van mening dat BPA (uiteraard mits respecteren van de opgelegde waarden) qua voedselveiligheid geen probleem vormt. Juist omdat het in vele landen geacht wordt veilig te zijn, wordt BPA in zeer veel toepassingen gebruikt welke aan de betrokken autoriteiten meegedeeld werden, hetgeen het quasi onmogelijk maakt het door de Belgische BPA wet van 4 september 2012 opgelegde 'zero-BPA' niveau te behalen.

Een ander aspect van het probleem - mede gelinkt aan het totaal gebrek aan een overgangstermijn - is dat de alternatieve stoffen of productietechnieken welke BPA dienen te vervangen tot op heden qua toxicologie en/of voedselveiligheid meestal weinig of niet onderzocht werden hetgeen ook potentiële risico’s voor de consument inhoudt.

De inspecteurs van het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid (FAVV) kunnen dan ook niet anders doen dan in de komende maanden een reeks stalen van de alternatieve producten in te zamelen en te testen op voedselveiligheid. Onder normale omstandigheden heeft de industrie al naar gelang de toepassing 6 tot 10 jaar nodig om een alternatieve stoffen en/of technologieën te zoeken, ze uit te testen, de beste te selecteren rekening houdend met toxicologie en voedselveiligheid, de uiteindelijke keuze uitgebreid te testen qua voedselveiligheid, voor het uiteindelijk geselecteerd alternatief de goedkeuring van de voedingsfabrikanten te verkrijgen welke vaak ook nog eens eigen testen uitvoeren op hun te verpakken voeding, het machinepark en productieproces aan te passen, en de productie op te starten. Nu moet de overschakeling (zowel bij productie in België als bij 'invoer' in België) plots gebeuren.

De Belgische BPA wet van 4 september 2012 is tot stand gekomen onder invloed van 'zeer emotioneel geladen' publicaties in diverse media waarbij onder invloed van de emoties al het voor handen zijnde door diverse labo's als correct geconfirmeerde wetenschappelijk bewijsmateriaal nauwelijks of niet meer in overweging werd genomen.

De BPA wet is gebaseerd op het 'voorzorgsprincipe' dat zegt dat men zelfs bij gebrek aan (afdoende) wetenschappelijke bewijzen een stof aan beperkingen of een verbod kan onderwerpen indien er een ‘vermoeden’ bestaat dat de stof nadelige gevolgen voor de gezondheid van mens en dier zou kunnen hebben.

Dit betekent voor de industrie een precedent waarbij een op grond van talrijk en uitgebreid onderzoek veilig geachte stof zonder overgangstermijn totaal verboden wordt in bepaalde toepassingen enerzijds op grond van zeer emotioneel geladen argumenten en anderzijds op grond van het voorzorgsprincipe. Hierbij kan men zich qua rechtszekerheid de vraag stellen of morgen nog andere veelgebruikte en degelijk onderzochte stoffen op gelijkaardige wijze met alle daaraan verbonden consequenties qua gebruik dreigen beperkt of verboden te worden.

Een andere consequentie is dat door dergelijke nationale wetgevende initiatieven de geloofwaardigheid van het Europees Agentschap voor de Voedselveiliheid (EFSA), en de basisprincipes van eengemaakte Europese Food Contact Verordeningen onderuitgehaald worden. EFSA is immers het Europees Agentschap dat de Europese Commissie een op degelijke wetenschappelijke gegevens gebaseerd advies in verband met voedselveiligheid geeft.

Eén van de basiskenmerken van een EU Verordening is immers dat ze identieke wetgeving in de gans de Europese Unie garandeert waartoe zelf geen omzetting in nationale wetgeving meer nodig is. Welke zekerheden hebben bedrijven nog indien deze basisprincipes ondergraven worden? Het standpunt van de bedrijfswereld is dan ook duidelijk dat deze basisprincipes niet mogen ondergraven worden.


(bron: Agoria)

Download het artikel in

OVER DE AUTEUR
Gustaaf Bos, Agoria
Contact: gustaaf.bos@agoria.be

REFERENTIES
(*) De Nederlandstalige versie van de 'Wet van 4 september 2012 tot wijziging van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, teneinde bisfenol A te verbieden in verpakkingen voor voedingsmiddelen' zoals gepubliceerd in het BS van 24 september 2012 stelt in Art. 3/1. De handel of het in de handel brengen en de fabricage van voor voedingsmiddelen voor kinderen van 0 tot 3 jaar bestemde verpakkingen die bisfenol A bevatten, zijn verboden.

(**) De Franstalige versie « Loi du 4 september 2012 modifiant la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les autres produits, visant à interdire le bisphénol A dans les contenants de denrées alimentaires» publié dans le MB du 24 september 2012 stipule dans Art. 3/1. Le commerce ou mise dans le commerce et la fabrication de contenants destinés aux denrées alimentaires pour les enfants de 0 à 3 ans et contenant le bisphénol A sont interdits.