ENGINEERINGNET - Onderzoeksleider Bert Hamelers, programmadirecteur van Wetsus, en onderzoekers van Wageningen Universiteit hebben een methode ontwikkeld waarin CO2 en lucht reageren met water en andere vloeistoffen om zo elektra op te wekken.
Wereldwijd stoten elektriciteitscentrales ongeveer 12 miljard ton CO2 per jaar uit door verbranding van kolen, olie en gas. Nog eens 11 miljard wordt uitgestoten door thuisinstallaties en commerciële verwarming.
De uitstoot van een elektriciteitscentrale bevat 10% CO2, waar niets mee wordt gedaan maar wat wel bijdraagt aan de opwarming van de aarde.
Het team van Hamelers gaat uit van een bekende methode. Bij het mengen van twee vloeistoffen met verschillende chemische samenstelling komt energie vrij. Dit geldt ook voor het mengen van verschillende soorten gassen. Tot nu toe bestond er echter geen technologisch proces om energie die ontstaat door het mengen van gassen, te oogsten.
In dit proces zijn vloeibare elektroden gebruikt, waarbij CO2 en lucht afwisselend door de elektroden heengaan. Deze beweging wekt stroom op. Bij gebruik van gedeïoniseerd water als de vloeibare elektrode ligt de efficiëntie van het proces op 24%. Dit is te verhogen naar 32% door gebruik van 0.25 M monoethanolamine (MEA) oplossing als vloeibare elektrode.
De onderzoekers gebruikten in testen gevestigde technologie om CO2 en lucht door vloeistof heen te laten gaan. Dit proces gebruikt meer energie dan het oplevert. Maar Hamelers stelt dat een proces gebaseerd op membranen minder energie kost. Doel was nu om te laten zien dat uitgestoten CO2 een bron voor elektra is die oogstbaar is. Nog veel meer onderzoek is nodig om de ontworpen methode te perfectioneren, alvorens aan commerciële opschaling valt te denken.
Gebruik van uitgestoten CO2 vormt in potentie een energiebron die jaarlijks 1570TWh kan opleveren. Dat is ongeveer 400 keer de jaarlijkse productie aan stroom van de Hoover Dam in de Colorado rivier tussen Nevada en Arizona in de Verenigde Staten.
Het nieuwe tijdschrift Environmental Science & Technology van de Amerikaanse Vereniging van Chemici (American Chemical Society) publiceerde deze week een verslag van dit onderzoek.
Dit project ontving subsidie van het ministerie van Economische Zaken, het Europese Regionale Ontwikkelingsfonds, de provincie Friesland, de stad Leeuwarden, het EZ/Kompas programma 'Samenwerkingsverband Noord-Nederland' en van het Zevende Kaderprogramma van de Europese Unie.
(LH)
