• 06/09/2013

Statoil en ABB delen kosten ontwikkeling onderzeese fabriek

100 miljoen dollar. Dat is budget dat beide bedrijven samen vrijmaken voor engineering van elektrische distributiesysteem in waterdieptes tot meer dan 3.000 meter.

Trefwoorden: #compressoren, #Kongsberg, #onderzeese elektrische systemen, #pompen, #Statoil

Lees verder

Techniek

( Foto: FMC Kongsberg / Statoil )

ENGINEERINGNET.BE -- Statoil en ABB werken al langer samen voor de ontwikkeling van onderzeese elektrische systemen. Deze deal komt er bijvoorbeeld nadat de twee in 2012 een haalbaarheidsstudie financierden om een elektrisch distributiesysteem op grote diepte onder de zeespiegel en over lange afstanden te laten werken.

Met de haalbaarheid zit het blijkbaar goed. Het ontwikkelen van een systeem voor energiedistributie op grote diepte past in de eerder bekend gemaakte plannen van het Noorse Statoil plannen om heuse 'subsea factories' op de zeebodem te bouwen, in eerste instantie voor de Noorse kust en in de Golf van Mexico, maar mogelijk ook in Arctische regio's.

Deze onderwaterfabrieken zullen in hoofdzaak bestaan 'skids' met pompen en compressoren, die uiteraard elektrisch gevoed moeten worden. Statoil wil daarmee op grote diepte en ver uit de kust naar olie en gas boren.

Wat de ingenieurs in 2012 onderzochten, was of het technisch en financieel haarbaar is de pompen en compressoren op grote diepte met één enkele kabel te voeden. Bij bestaande configuraties moet dat voor elke pomp en compressor afzonderlijk gebeuren.

Een distributiesysteem gevoed door slechts één kabel, kan de investering sterk drukken. Bekabeling is – afhankelijk van de te overbruggen afstand en het vereiste vermogen – één van de hoogste kostenposten bij offshore onderzeese engineering.

Statoil geeft een voorbeeld dat tot de verbeelding spreekt: in geval van 8 verbruikers en een afstand van 200 kilometer van de infrastructuur, zou het met ABB uitgedokterde kabeldistributiesysteem een slordige 500 miljoen dollar aan besparingen opleveren.

Voor het ontwikkelen van de nodige technieken maakten beide bedrijven samen 100 miljoen dollar vrij. Hoe dat bedrag verdeeld is, vertellen ze er niet bij.


(Bert Belmans)