• 23/10/2013

”Hopelijk maakt Pascal Smet méér budget vrij voor STEM-plan”

Om de instroom aan wetenschappers, technici en ingenieurs te verbeteren, loopt er al jaren een initiatief in Vlaanderen: 'Wetenschaps­communicatie'.

Trefwoorden: #Ingrid Lieten, #Pascal Smet, #Rik Hosyn, #STEM-plan, #VIVES, #Vlaamse Regering, #wetenschapscommunicatie

Lees verder

HR

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE -- Onder impuls van Minister Ingrid Lieten kreeg dat plan een nieuw elan, dat binnenkort nog eens extra wordt versterkt: Minister van Onderwijs Pascal Smet zal naar verluidt 'in de eerstvolgende weken' de praktische uitwerking van zijn STEM-plan voorstellen. Engineeringnet peilde bij Rik Hostyn, een veldwerker en de drijvende kracht achter - onder meer - de intussen gekende Technologie Olympiades, naar zijn verwachtingen.

Flanders Technology was zowat het eerste initiatief waarmee actief werd getracht de interesse van jongeren voor wetenschap en techniek op te krikken. De Vlaamse overheid vond het een mooi platform om verder op te bouwen en lanceerde het 'Wetenschap Technologie en Technische Innovatie', het zogenaamde WTTI-plan, dat later tot het 'Beleidsplan Wetenschapscommunicatie' werd omgedoopt.

Rik Hostyn, Coördinator Wetenschapscommunicatie voor de Katholieke Hogeschool VIVES: «In concreto betreft het een kader om de kennis over wetenschap, innovatie en technologie bij het brede publiek te vergroten. Om de vier à vijf jaar wordt het hernieuwd en verder geoptimaliseerd.

Sinds jaar en dag maakt 'Wetenschapscommunicatie' er een vast onderdeel van uit. Universiteiten, hogescholen en andere kennisinstellingen (zoals het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, de Sterrenwacht, ...) krijgen een kader en budget om initiatieven te lanceren die het plan realiseren. De academische instellingen verdelen die budgetten over hun geassocieerde hogescholen.

Deze stellen op hun beurt dan één of meerdere personen aan die zich met de coördinatie en uitvoering van de Wetenschapscommunicatie bezighouden. Over het algemeen zijn dat mensen van de communicatiedienst, maar soms zijn het ook wetenschappers of ingenieurs.»

Goed voor iedereen
Dat de hogescholen een belangrijke rol in Wetenschapscommunicatie spelen, is volgens Rik Hostyn een evidentie. «Natuurlijk zijn we er zelf mee gebaat dat meer jongeren voor wetenschappen en techniek kiezen», vertelt hij. «Zo kunnen we voldoen aan onze opdracht als hogeschool en ons eigen onderzoek bestendigen. Maar dat is ook erg belangrijk voor het bedrijfsleven.

Want naast het voorzien van opleidingen voor jongeren zijn we decretaal verplicht om aan toegepast onderzoek en maatschappelijke dienstverlening te doen. Dit betekent dat we heel dicht bij bedrijven en organisaties staan. Via ons onderzoek zoeken we antwoorden voor hun praktische problemen. Door die samenwerking ontdekken we de nieuwe trends inzake wetenschappen en technologie, waardoor we ons cursusaanbod kunnen actualiseren. Dit leidt ertoe dat de afgestudeerden meteen in het bedrijfsleven inzetbaar zijn. Zodoende is de cirkel rond en wint iedereen.»

STEM in aantocht
Blijkbaar valt de opdracht erg vrij te interpreteren. De enige opgelegde acties zijn een participatie aan de Dag van de Wetenschap, de Wetenschapsweek (waar meer dan 20.000 leerlingen enkele workshops wetenschappen in 31 kennisinstellingen meevolgen), deelname aan ikhebeenvraag.be en de organisatie van de Technologie Olympiades.

Voor de rest vullen de kennisinstellingen hun opdracht naar eigen goeddunken in. Maar meestal nemen ze die taak erg ter harte en zoeken ze naar creatieve manieren om het brede publiek over onderzoek, projecten, enz te informeren en aantrekkelijke evenementen, wedstrijden en workshops te organiseren. Momenteel gebeurt dit alles dus in het kader van het Beleidsplan Wetenschapscommunicatie.

Maar binnenkort wordt de scope wellicht uitgebreid. Want weldra zou het STEM-plan in actie moeten treden. Dit project werd vorig jaar door Minister van Onderwijs Pascal Smet gelanceerd en heeft evenzeer de bedoeling om meer jongeren voor (exacte) wetenschappen te laten kiezen. Rik Hostyn: «Het grote verschil is dat STEM zich uitsluitend op de exacte wetenschappen 'Science, Technology, Engineering and Mathematics' richt. Ook is het een plan dat vanuit het werkveld wordt opgesteld.

Want een platform van tenoren uit het bedrijfsleven en kennisinstellingen heeft een jaar lang gewerkt aan aanbevelingen om het plan uit te werken. Deze werden vervolgens aan een stuurgroep bezorgd, die dan weer voornamelijk uit verantwoordelijken uit het onderwijs bestaat. Zij zorgen op hun beurt voor de vertaalslag van de aanbevelingen naar richtlijnen voor het onderwijs.

Dit alles zou intussen moeten zijn gebeurd, de overheid moet het plan nu alleen nog officieel maken. Maar we verwachten dat dit eerstdaags zal gebeuren. Wat STEM precies zal inhouden, is dus nog niet gekend. Alleen weten we nu al dat Wetenschapscommunicatie een centrale rol zal spelen.

Met andere woorden: het STEM-plan werkt verder op het Plan Wetenschapscommunicatie van Lieten. Het zal wellicht een soort van verfijning zijn, met meer richtlijnen - en hopelijk ook budgetten - om tot samenwerking te komen: tussen de kennisinstellingen onderling, maar ook tussen het onderwijs en het bedrijfsleven.»

De praktijk van Wetenschapscommunicatie
Omdat VIVES een STEM-hogeschool is - elf van haar opleidingen zijn als STEM gecategoriseerd - wordt de Wetenschapscommunicatie er ernstig genomen. Sinds een tiental jaar wordt er heel wat ter zake georganiseerd. En Rik Hostyn was de initiatiefnemer van enkele projecten die intussen tot regionale en zelfs tot Vlaamse events zijn uitgegroeid.

Zo stond hij aan de wieg van de Vlaamse Technologie Olympiade: hij motiveerde collega’s om dit samen met hem uit te werken. Hij was ook de initiator van jongeren-en-robots.be, een website waarop informatie is samengebracht over drie robotwedstrijden (robocupjunior, firstlegoleague,...).

Rik Hostyn: «Enerzijds heeft de praktijk uitgewezen dat je jongeren het best met iets tastbaars voor technologie kunt warm maken. En robots spelen daar perfect op in, want dat behoort tot hun leefwereld. Ook ben ik nogal een voorstander van samenwerken. Het helpt niks om elk op een eilandje te blijven zitten. En tenslotte moet je het wiel niet altijd opnieuw uitvinden. In het buitenland zijn er heel wat initiatieven die werken. Waarom zouden we ze dan niet in Vlaanderen introduceren? Vandaar dat ik deze 'overbruggende' website heb gelanceerd.»

Vorig jaar lanceerde Hostyn in zijn eigen gemeente ook de 'Techniekclub Zwevegem'. Naar analogie met de muziekschool of tekenacademie kunnen kinderen tussen 10 en 12 jaar op woensdagnamiddag volgens een uniek concept techniek volgen. Dit initiatief sloeg dermate goed aan dat het onder de vleugels van de Associatie KU Leuven nu naar verschillende steden en gemeentes in Vlaanderen wordt uitgerold.

En volgens Rik Hostyn bestaat de kans dat het in de toekomst ook een vast onderdeel van STEM wordt. Hij participeert trouwens ook in een jongerenclub die actief is in de wereld van informatica en wellicht eveneens onder STEM zal vallen. En ziet hij, samen met de Regionale Technologische Centra, een mooie toekomst weggelegd voor het initiatief 'Een VIP ticket voor een sjieke toekomst'. Hierbij worden jongeren en hun ouders uitgenodigd in bedrijven zodat ze van de praktijk kunnen proeven.


(foto's: Gyroboy, Egemin)
door Els Jonckheere, Engineeringnet