ENGINEERINGNET.BE – Wat is de impact van allerlei energiebesparende ingrepen op een woning en het woonconfort? Ondanks alle claims en uitspraken van fabrikanten en leveranciers is er weinig of geen cijfermateriaal voorhanden over hoe renovatiefacetten zoals architectuur, wooncomfort, energie-efficiëntie en duurzaamheid zich tot elkaar verhouden en op elkaar inspelen.
Bijvoorbeeld: welke graad van luchtdichtheid kan worden bereikt? Of: hoe en in welke mate zijn bouwknopen aan te pakken? Welke investeringskost vergt een stapsgewijze verbetering van het E-peil?
Om de impact van 'lage energie'-renovatie in harde cijfers te kunnen gieten, hebben Wienerberger en Recticel Insulation een samenwerking opgezet met de afdeling bouwfysica van het departement burgerlijke bouwkunde van de KU Leuven en architect Cyndie Hanssens van avdk architecten.
In Spiere wordt daarvoor een hele reeks technische metingen uitgevoerd in een meer dan 100 jaar oud pand dat volgens de huidige standaarden gerenoveerd wordt, een 'energietestwerf'. De bedoeling is voor en na de renovatiewerken het wooncomfort, het energieverbruik, de luchtdichtheid en de bouwknopen te monitoren.
Het gaat om een vrijstaande, gedeeltelijk onderkelderde woning die dateert van circa 1900 en is opgetrokken met een volsteense muur. Een uitstekend voorbeeld van een pand uit een periode waarin energie-efficiëntie absoluut nog niet aan de orde was.
De structuur is technisch nog in goede staat, maar dak en muren zijn niet geïsoleerd, en er zijn serieuze problemen met opstijgend vocht en schimmelvorming ten gevolge van koudebruggen. Zowel esthetisch als energetisch drong een grondige renovatie zich op.
Dezelfde oefening wordt momenteel voorbereid voor een rijwoning uit 1952 in Mechelen, waar de werkzaamheden eind 2013 van start zullen gaan.
(Bert Belmans)
TECHNISCH
Wat wordt er gemeten?
1. Het wooncomfort wordt geëvalueerd op basis van drie criteria: de relatieve luchtvochtigheid, de binnentemperatuur en de binnenluchtkwaliteit (CO2).
2. De luchtdichtheid wordt bepaald door op verschillende momenten blowerdoortesten uit te voeren. Dat biedt meteen de gelegenheid om de weerslag van de pleisterwerken op de luchtdichtheid apart te bepalen.
3. Het energieverbruik wordt opgevolgd via de gegevens die de bewoners voor de werken hebben bijgehouden, de meterstanden en de energiefacturen en dan vergeleken met de meterstanden en energiefacturen na uitvoering van de werken.
4. Bouwknopen en uitvoeringskwaliteit worden in beeld gebracht door middel van infraroodopnames voor en na de werkzaamheden.
