Combinatie van spuitgieten en additive manufacturing in 1 machine

Voor zover dat nog niet het geval was: het wordt tijd dat additive manufacturing ernstig genomen wordt.

Trefwoorden: #3D print, #additive manufacturing, #kunststof, #nozzles, #spuitgieten Arburg, #spuitneus

Lees verder

Magazine

( Foto: Arburg )

Download het artikel in

ENGINEERINGNET - De dagen dat additief produceren of industrieel 3D-printen in de markt stond als exclusief en hoogtechnologisch 'speeltje' van kapitaalkrachtige organisaties zoals ruimtevaartagentschappen en vliegtuigconstructeurs, lopen stilaan op hun einde.

De Duitse fabrikant van spuitgietmachines Arburg ontwikkelde een productieketen die spuitgieten combineert met additieve manufacturing in één proces.

Nieuwigheid in deze 3D-printer was niet de printkop maar de tafel waarop het stuk wordt opgebouwd over drie assen beweegt. In tegenstelling tot andere 3D-printers, die kunststofdraad neersmelten, gebruikt deze machine -net zoals een spuitgietmachine- granulaat.

Dat is niet alleen goedkoper maar ook logistiek makkelijker. Voortaan kan men de machine voorzien van twee nozzles. Die kunnen dan in één run verschillende materialen printen -harde en elastische kunststoffen, bijvoorbeeld, of wateroplosbare steunmaterialen, of verschillende kleuren.

Een piëzo-spuitneus smelt het materiaal laag per laag neer. De druppels zijn 200 à 300 micron groot. Per uur zet de nozzle tussen 5 en 20 gram neer, afhankelijk van het ontwerp. De tafel meet 130 mm bij 155 mm en 250 mm hoog.

Deze fabrikant verkoopt niet enkel de 3D-printmachine maar ook zijn ondersteuning en hanteert daarbij een collaboratief verkooptraject. Met de productdata van de klant worden eerst testen in het lab uitgevoerd. Wanneer die succesvol zijn, wordt een offerte opgemaakt.


Uitleg bij bovenstaande tekening:
Eerst spuitgiet men het stuk en dan, op dezelfde lijn en met dezelfde grondstoffen, kan het stuk afgewerkt of geïndividualiseerd worden via additive manufacturing.

De data daarvoor wordt uit een STL-bestand gehaald en door Arburgs software gestuurd die de CAD-vorm opknipt in schijfjes die de machine dan in laagjes weer opbouwt.

Sleutel tot het hele gebeuren is dat de eerste injectiestap gevolgd wordt door een codering zodat het basisproduct uniek is aangemerkt met een gelaserde 3D-code.