Alstom Charleroi repareert hogedrukturbine Doel 4 in korte tijd

In elk debat rond kernenergie wordt het straal genegeerd: als pionier in nieuwe technologieën, was België ook een voortrekker in de ontwikkeling en de constructie van kerncentrales.

Trefwoorden: #Alstom, #Alstom Charleroi, #Doel 4, #hogedrukturbine, #kerncentrale, #maintenance, #nucleaire energie, #onderhoud

Lees verder

maint_art

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - ACEC, intussen Alstom geworden, dat - als de Europese instanties ermee akkoord gaan - weldra mogelijk een onderdeel wordt van GE, heeft enorm veel expertise en materiaal geleverd aan de Belgische kerncentrales.

Vooral dan voor het secundaire deel van de kerncentrales: het stoomcircuit met de turbines en de alternator. Ze leverde ook speciale pompen voor het koelcircuit in het primaire deel, zeg maar het deel onder het reactorkoepel.

Bij de nucleaire centrales komen steeds de reactorvaten in het nieuws. Wat vergeten wordt is dat het grootste deel van een kerncentrale een ‘klassieke’ stoomcentrale is. Het onderhouden van dat gedeelte is de specialiteit van Alstom Charleroi.

Bij de grote stilstanden in de kerncentrales - om de 18 maanden om de kernbrandstof te vervangen - verricht ze onder meer de controle op de staat van de turbine-as en de turbinebladen. Daarnaast zijn er de voorziene revisies van de alternator... elke 30 jaar, met de vervanging van de geïsoleerde koperen baren.

Op dit ogenblik gebeurt in Charleroi bijvoorbeeld de vernieuwing van de alternator van Tihange 3: 1000MW, een job van vier maanden werk, drie shiften per dag, totaal 8.000 uren. Maar doordat uitbaters van centrales steeds over minstens één reserve-alternator beschikken, hoeft de plant geen vier maanden stil te liggen. Men demonteert tijdens een geplande stilstand de te herstellen alternator en plaatst er de reserve in.

De centrale kan direct terug opstarten. Naast deze mechanische klussen zijn er ook de regelmatige moderniseringen van de meet- en regelsystemen, zodat deze tot de modernste stand van de techniek blijven behoren. Al deze interventies zijn noodzakelijk om de beschikbaarheid van de centrales te verzekeren.

Deze dienstververlening zelf steunt volledig op de kennis die Alstom in het verleden opbouwde tijdens de ontwikkeling en de fabricage van uitrustingen. Vandaar ook het belang voor de elektriciteitssector - en dus ook voor de Belgische energievoorziening - van het overleven van een activiteit zoals die van Alstom Charleroi, waar nog de archieven over de ontwikkeling en ook de correcte bouwplannen van dit equipment beschikbaar zijn.

Maar het is opboksen tegen een krimpende markt: centrales worden gesloten, er is steeds minder zware industrie aanwezig in ons land... en de oude ACEC-machines raken hoe langer hoe meer vervangen door moderner apparatuur, die niet steeds afkomstig is van Alstom als leverancier.

Snelheid in het uitvoeren van opdrachten
Dat Alstom binnen afzienbare tijd misschien GE wordt, zou Charleroi de kans bieden zich te herbronnen. In dat geval verwerft GE onderhoudsdiensten die in België vrij centraal gelegen zijn tussen een belangrijk aantal grote centrales. Charleroi zou dan bijkomende merken kunnen servicen.

«Het wordt dan een zich richten op 'de specialiteit' eerder dan op de eigen merken», aldus het management van Alstom Charleroi tijdens ons bezoek. En die 'specialiteit' is dienstverlening rond zware uitrusting, waarbij de snelheid van uitvoering enorm belangrijk is.

Hiertoe is de hele organisatie structureel op meerploegenwerk gebaseerd, wat voor een atelier geen evidentie is. De snelheid van de herstelling voor Doel 4 mag dan ook als een referentie voor die toekomstige profilering gezien worden.

Even de herstelling voor Doel 4 situeren. Op 5 augustus 2014 liep de kerncentrale zware schade op aan de stoomturbines. Deze liepen vast doordat het olievat voor de smering van de stoomturbines (65.000 liter olie) in 37 minuten leegstroomde.

Even terzijde: de olietank is dus leeggelopen met een snelheid van 29 liter/minuut, wat later veroorzaakt bleek te zijn door een openstaande manuele leeglaatafsluiter. Deze staat op de olie-evacuatieleiding, een leiding die - bijvoorbeeld bij brand - de olie afleidt naar een veilig noodreservoir.

Het dalende olieniveau genereerde ogenblikkelijk een alarm in de controlekamer en de onderhoudsmensen waren ook snel bij de leeglopende olietank, maar zagen geen oorzaak. Dus werden de turbines uitgeschakeld, wat automatisch een noodstop van de kernreactor genereerde.

Er werd verder gezocht naar de oorzaak van het lek, maar deze werd niet tijdig gevonden. En het reservoir liep té snel leeg om de tonnen wegende turbines – lagedruk- en hogedrukturbine – vanaf 1.500 toeren tot stilstand te brengen.

De turbines hebben dus drooggelopen en liepen warm, waardoor onderdelen beschadigd raakten. De centrale lag daarop zes maanden stil voor de nodige herstellingen.

De kosten worden op zowat 30 miljoen euro geschat, en de verliezen aan inkomsten door de onbeschikbaarheid op 1 miljoen euro per dag...

Systematische aanpak
Het was Alstom dat daarna mocht instaan voor de herstelling van de 1000 MW-hogedrukturbine. Door het bruusk vastlopen waren onderdelen - zoals de rotorbladen - beschadigd. Dat vereiste een volledige demontage van de turbine.

De machine werd met speciaal vervoer naar Charleroi overgebracht, waar in drie shiften per dag werd gewerkt. De technici ontmantelden de turbine en gingen na of de as - het centrale stuk - krom was getrokken of op een andere wijze was beschadigd. Dat bleek het geval te zijn. Ook de as werd in Charleroi hersteld.

Er werden in ijltempo 2.500 schoepbladen binnen de groep geproduceerd, in 4 fabrieken: Zwitserland, Italië, Slovakije en China. Charleroi heeft geen voldoende grote vacuümmachine om de turbine - een gigant van 70 ton - te equilibreren op een toerental van 1.500 toeren/minuut.

Daarom werd beroep gedaan op Alstom Berlijn. Deze vestiging zorgde voor de montage van de turbine (schoepschijven met de schoepbladen) en het uitbalanceren van het geheel. Zij deden eveneens het nodige frees- en slijpwerk voor het monteren van de rollagers.

De volledig herstelde turbine werd - binnen een termijn van vier maanden - geleverd aan de centrale van Doel, waar ze door mensen van Alstom in het geheel werd gemonteerd en waarbij het bedrijf assistentie verleende bij de opstart, die op 19 december 2014 plaatsvond.

Een huzarenstukje: de herstelling zelf bij Alstom duurde nauwelijks 20 weken.


(foto's: Alstom)
door Alfons Calders, Maintenance Magazine

Kader:
«In 80% van de Belgische centrales is Alstom-equipment terug te vinden»
Helaas is het leveren van (nieuw) materiaal voor kerncentrales bij Alstom vandaag bijna opgedroogd. Van het vroegere ACEC is enkel nog de Alstom-onderhoudsafdeling in Marchienne-au-Pont nabij Charleroi overgebleven.

Charleroi staat binnen de groep te boek als één van de competence centers voor het onderhoud van ‘draaiende machines’ in elektrische centrales in het algemeen, zoals alternatoren, stoomturbines, pompen en compressoren.

Het center in Charleroi is gevestigd in de hal van de oude fabriek van Acec, waarop in de jaren 1970 -1980 de hallen met de productielijnen uitkwamen. De rest van de fabriek staat te vervallen.

De activiteiten bestaan er voornamelijk uit onderhoud, herstellingen, uitbalanceren van rotoren, en revamping van de ACEC-machines en onderdelen die vandaag nog steeds de kern van de meeste en de grootste centrales uitmaken.

Opmerkelijk: in 80% van de Belgische centrales is Alstom-equipment terug te vinden. Daarenboven zijn er de activiteiten voor de industrie, zoals onderhoud, herstelling en herbouwen van zware stoominstallaties voor bijvoorbeeld papierfabrieken, de metallurgie....

Er werken in Charleroi vandaag nog zo’n 160 mensen, op een toaal van de 1.210 mensen die het bedrijf in heel België tewerk stelt. Hiervan zijn er een 30-tal technici aan de slag in de werkplaats zelf.

Deze vestiging hield onlangs een open deur voor de pers, waarbij ze logischerwijze refereerde naar de spoedreparatie van de hogedrukturbine van 1.000 MW van de centrale Doel 4. Ze werkt nu ook mee aan de vernieuwing van een alternator van 1000 MW in Tihange 3.