Hoe is dat zo ... als Vlaams ingenieur in Nederland?

België - Nederland, buurlanden die dezelfde taal spreken, die beide van voetbal houden en die graag grappen over elkaar vertellen. Maar hoe zit het op de werkvloer?

Trefwoorden: #ASML, #chipmachinefabrikant, #chips, #cleanroom, #ingenieur, #jobs

Lees verder

HR

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE -Worden clichés bevestigd: zijn het effectief de Nederlanders die het hoogste woord voeren en de Belgen die te bescheiden zijn?

Wim Symens is een Belgisch ingenieur aan de slag bij één van Nederlands grootste bedrijven, de chipmachinefabrikant ASML. Hoe ervaart hij, dag in dag uit, het 'Belg zijn' in een Nederlandse werkomgeving?

Met zijn fascinatie voor bewegende objecten en mechanismen, zoals klok- en grijpermechanismen, en zijn voorkeur voor de wiskundige en wetenschappelijke vakken op school, lag het voor de hand dat Wim Symens ingenieursstudies zou aanvatten.

Na zijn studies begon hij zijn carrière bij het Vlaamse onderzoekscentrum FMTC (Flanders Mechatronics Technology Centre, intussen opgegaan in Flanders Make).

Toen hij enkele jaren later de kans kreeg om aan de slag te gaan bij ASML twijfelde hij niet: «Dat bedrijf realiseert mechatronische hoogstandjes en het leek mij een ontzettend mooie uitdaging om daar aan te kunnen bijdragen».

Symens geeft leiding aan de groep Mechatronics & Control binnen de researchafdeling. Hij scout binnen dat domein nieuwe technologieën en onderhoudt nauwe contacten met bedrijven die voor zijn werkgever interessante producten op de markt brengen.

Met de academische wereld werkt hij samen om oplossingen voor toekomstige mechatronische uitdagingen te ontwikkelen. Als groepsleider is Wim verantwoordelijk voor een team van een 25-tal medewerkers.

«Ons team is samengesteld uit 5 verschillende nationaliteiten: Belgen, Nederlanders, Chinezen, Taiwanezen en Bulgaren. Elke nationaliteit heeft uiteraard zijn eigen karakteristieken, maar omdat Nederlanders en Belgen dezelfde taal spreken, zijn de verschillen daar het meest verrassend», gaat Wim van start.

België vs Nederland
De directheid en scherpte van Nederlanders spraken Wim meteen aan. «Tijdens eerdere projecten, op conferenties of workshops viel me steeds op dat Nederlanders veel directer zijn en hun mening veel scherper formuleren dan wij Belgen.

Het leek me dan ook erg verrijkend om voor een job in Nederland te kiezen en zo in een dergelijke omgeving te kunnen werken». Met 87 verschillende nationaliteiten is het Nederlandse bedrijf een smeltkroes van verschillende culturen waarin Belgen flink vertegenwoordigd zijn. Wim is één van de 300 Belgische collega’s.

«Belgische ingenieurs zijn erg gevraagd», beaamtt Esther De Pina, Labor Market Communications. «Belgische ingenieurs krijgen een bredere opleiding dan hun Nederlandse collega’s.

In Nederland wordt er tijdens de studie sneller een specifieke richting of specialisatie gekozen. Net door die bredere opleiding kunnen Belgische ingenieurs breder ingezet worden».

Strikte vergadercultuur met chaotisch kantje
Meetings in Nederland verlopen volgens een strakke timing. «In België gebeurt het wel vaker dat meetings uitlopen. In Nederland gaat alles volgens schema.

Als de tijd erop zit, worden discussies rond bepaalde thema’s vaak stopgezet met een soort wrap-up. Tijdens de volgende vergadering wordt dit thema dan weer opgepikt», aldus Symens.

«In België wordt er vergaderd tot er een besluit of afspraak is gemaakt rond een aangesneden discussiepunt. Vaak leidt dat tot het zoeken naar compromissen waardoor meetings dus geregeld uitlopen».

Ook in de manier waarop er naar beslissingen toe gewerkt wordt, verschillen Belgen en Nederlanders. Wim ervaart dat onder meer door het feit dat Nederlanders liever kleine stapjes voorwaarts zetten en gaandeweg bijsturen.

Belgen bespreken liever eerst waar ze naartoe willen en spreken dan, op basis van de gekozen richting, een lange-termijnplan af. Door de manier waarop de besluitvorming tot stand komt, hebben Nederlanders minder moeite om op gemaakte keuzes terug te komen en hun acties bij te sturen.

«De manier waarop Belgen bepaalde zaken benaderen, lijkt voor ons Nederlanders soms omslachtig omdat zij minder direct zijn», vindt De Pina.

«Dat wordt doorgetrokken op alle mogelijke vlakken. Het is een kwestie van aftasten, van vertrouwen zoeken en vinden. Het is dan ook niet uitzonderlijk dat de tijd die je nodig hebt om concrete afspraken te maken met Belgen soms dubbel zo lang is als met Nederlanders».

Nederlanders zijn veel directer dan Belgen, in hun communicatie, ook tijdens vergaderingen. Symens: «Belgen luisteren eerst naar wat de spreker te vertellen heeft en denken dan na over het standpunt dat ze naar voren zullen brengen.

Nederlanders reageren onmiddellijk, zeggen meteen wat er in hen opkomt en stellen ook meteen vragen. Dat zorgt ervoor dat meetings of presentaties in Nederland vaak veel dynamischer zijn dan in België, maar het zorgt ook wel voor een meer chaotische sfeer».

Mag ik ‘je’ tegen u zeggen?
De kans dat medewerkers van een bedrijf, van de schoonmaakster tot de directeur, hun CEO met zijn voornaam aanspreken, is in Nederland zeer realistisch. In België is dit niet zo evident.

Ook Wim ondervindt dit in zijn Nederlandse werkomgeving. «Mijn Nederlandse collega’s zijn veel informeler en directer in hun omgang met leidinggevenden dan wij. Zij durven hun meerderen meer aan te spreken op onderwerpen die hun op het hart liggen. Belgen zijn introverter en hebben het daar meestal toch moeilijker mee».

De Pina: «Wij werken nauw samen met Belgische hogescholen en universiteiten. Tijdens gesprekken met onder meer bestuursleden, studentenverenigingen en faculteitsverantwoordelijken komen deze verschillen in omgangsvormen tot uiting.

Belgen zullen je steeds aanspreken met ‘u’, iets wat hen met de paplepel wordt ingegeven. Nederlanders ervaren het gebruik van ‘u’ als beleefd, formeel taalgebruik en vinden dat het een grotere afstand creëert».

‘Leuk’ is belangrijk
«Opvallend tijdens kennismakingsgesprekken is dat Nederlandse collega’s met plezier terugkijken op hun vroegere activiteiten: ze vonden vele zaken ‘leuk’ en willen dat ook benadrukken.

Ook als er gepraat wordt over lopende activiteiten is het belangrijk dat het ‘leuk’ is. In België wordt er vooral gesproken over de resultaten zelf en minder of het al dan niet ‘plezant’ was om eraan te werken», gaat Wim verder.

Ook in de huidige wervingscampagnes staan er Belgen op het verlanglijstje. «De uitdaging om, in zo’n internationaal team, de performantie en functionaliteit van de machines die we bouwen steeds verder te brengen, geeft me veel energie en voldoening. Daarvoor kom ik elke dag met plezier vanuit België naar Nederland».


(TVB) (foto's: ASML)