Chemiebedrijven wisselen waterstof uit via pijpleiding

DOW Benelux heeft waterstof over als restproduct, terwijl kunstmestproducent Yara en broomproducent ICL-IP waterstof nodig hebben als grondstof voor hun eindproducten.

Trefwoorden: #broomproducent, #CO2-uitstoot, #DOW Benelux, #ICL-IP, #kunstmestproducent, #restproduct, #waterstof, #Yara

Lees verder

Techniek

ENGINEERINGNET.NL - Yara en ICL-IP moeten nu zelf waterstof maken of inkopen. Door het uitwisselen van waterstof kunnen deze bedrijven hun CO2-uitstoot en gasverbruik fors verminderen. De besparing is ongeveer net zo groot als het verbruik van drieduizend huishoudens.

De waterstof wordt uitgewisseld via een bestaande gaspijpleiding van Gasunie onder het Kanaal bij Terneuzen: deze loopt van DOW via ICL-IP naar Yara. De leiding wordt nu nog maar incidenteel gebruikt.

Minister Kamp ondertekende in Sluiskil een overeenkomst met de betrokken bedrijven, de provincie Zeeland, Gasunie, Impuls Zeeland en de havens van Vlissingen en Terneuzen. De overeenkomst heet Green Deal Waterstof Symbiose.

De minister legde ook de eerste steen voor een nieuwe fabriek van Yara. De Noorse kunstmestproducent investeert een kwart miljard euro in deze zogeheten Ureum-8 fabriek. De totale investeringen van Yara in Sluiskil in de afgelopen vijf jaar komen daarmee op 700 miljoen euro, terwijl de chemische industrie in Europa onder druk staat.

Minister Kamp: ‘Met deze investeringen toont een grote multinational als Yara vertrouwen in Nederland te hebben als vestigingsland en Zeeuws-Vlaanderen als strategische locatie. De bouw van de nieuwe fabriek is goed nieuws, niet alleen voor Yara, maar voor de hele regio.’

Grote industriële bedrijven als DOW, Cargill, SABIC en Yara zijn belangrijk voor de werkgelegenheid in Zeeland. Van de totale beroepsbevolking van 161.000 mensen werken er 136.000 in de industrie en diensten.


(illustratie: Dow Benelux)