ENGINEERINGNET.BE - Aan de Scheldelaan wordt momenteel hard gewerkt aan de opstart van de nieuwe installaties voor de productie van een voederadditief voor garnalen en schaaldieren.
Het is de bedoeling halfweg 2016 'Aquavi Met-Met', een dipeptide bestaande uit twee DL-methionine-moleculen, op de markt te brengen.
Dr. Reiner Beste, hoofd van de Evonik Nutrition & Care: „Met dit additief breiden we ons aanbod aan aminozuren voor de dierenvoeding uit met nog een specialiteit met grote meerwaarde.“
In 2015 kwam reeds de helft van het wereldwijde verbruik aan vis, schaal- en schelpdieren uit de aquacultuur. Het vismeel dat als bron van proteïne bij het voeder wordt gemengd is voor de kwekers een significante kost.
Door de toevoeging van aminozuren kan het aandeel vismeel in het voeder aanzienlijk dalen, zoals Evonik voordien al in de sector van de viskwekerijen aantoonde.
Garnalen en schaaldieren hebben compleet andere voedingsgewoontes en spijsverteringsstelsel dan bijvoorbeeld vissen. Daarom werd voor hen dit additief ontwikkeld.
Het is aanzienlijk minder oplosbaar in water dan DL-methionine en wordt niet zo vlug uit het voeder weggespoeld. In het spijsverteringsstelsel van garnalen wordt het dipeptide opgesplitst en het methonine staat op het juiste moment ter beschikking voor de proteïnesynthese.
Voedertesten wereldwijd toonden aan, dat met slechts 0,56 kilogram Aquavi Met-Met per 1.000 kilogram garnalenvoeder dezelfde groei bereikt wordt als met een kilo DL-methionine.
Evonik bestudeert nu in hoeverre het voedingsadditief voor de aquacultuur ook bij andere diersoorten efficiëntievoordelen met zich meebrengt.
