Meloidogyne chitwoodi-aaltjes bestrijden met inundatie

Onderzoek van Wageningen UR toont aan dat het onder water zetten van percelen om bodemziekten en plagen te bestrijden, kan ingezet worden voor de bestrijding van Meloidogyne chitwoodi.

Trefwoorden: #Inundatie, #maïswortelknobbelaaltje, #Meloidogyne chitwoodiaaltjes, #Wageningen UR

Lees verder

research

ENGINEERINGNET.NL - Wageningen UR voerde dit onderzoek uit in samenwerking met een akkerbouwer uit de Wieringermeer en in opdracht van Brancheorganisatie Akkerbouw.

Nader onderzoek moet duidelijk maken of inundatie ook internationaal erkend kan worden als maatregel om de aaltjes te bestrijden.

In 2015 zette de akkerbouwer in de Wieringermeer een eigen perceel, dat besmet was met Meloidogyne chitwoodi (maïswortelknobbelaaltje), onder water.

Omdat er nog weinig onderzoek gedaan is naar de effectiviteit van deze maatregel voor de bestrijding van deze schadelijke aaltjes, heeft Wageningen UR in samenwerking met de akkerbouwer via Stichting PVM (pootgoedversterkingsmaatregelen, LTO) bij Brancheorganisatie Akkerbouw een verzoek ingediend om de effectiviteit van de methode op dit perceel te onderzoeken.

Bij het onderzoek werden na de inundatie op grondmonsters vanuit het perceel tomatenplanten opgekweekt. Tomaat is namelijk een waardplant waar Meloidogyne chitwoodi zich heel sterk op kunnen vermeerderen. Op die manier zouden er nog aaltjes te vinden zijn wanneer slechts een heel klein deel de behandeling overleefd had.

Deze maand zijn de resultaten van de grondbemonstering beschikbaar gekomen: in de toets met tomatenplanten was er in de bodem geen enkel chitwoodi-aaltje terug te vinden.

Aaltjesonderzoeker Leendert Molendijk van Wageningen UR benadrukt dat dit succes moet worden herhaald om er zeker van te zijn dat dit geen toevalstreffer is en om inundatie als werkzame bestrijding wetenschappelijk te kunnen publiceren.

Er zijn nog vragen te beantwoorden om er zeker van te zijn dat inundatie altijd werkt en als maatregel tegen Meloidogyne chitwoodi erkend kan worden.


(bron en foto: Wageningen UR)