AEICAM: ”Wij slaan de brug tussen opleiding en praktijk”

AIECAM (Association Royale des Ingénieurs diplômés de l'Ecam) wil op diverse manieren bijdragen tot de wisselwerking tussen school, studenten, oud-studenten en de industrie.

Trefwoorden: #AEICAM, #alumnivereniging, #ECAM, #hogeschool

Lees verder

Magazine

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - "Op het eerste gezicht ogen we als een klassieke alumnivereniging", steekt Maurice Dodémont van wal. "Maar graaf je wat dieper, dan denk ik wel dat we met een bredere werking kunnen uitpakken.”

Naar structuur toe is het allemaal erg herkenbaar: een vzw-structuur, een bestuur, leden,… “Zowel onze leden als wie bestuursverantwoordelijkheid draagt zijn oud-studenten van de ECAM, dat is het principe. Toch moet ik daar onmiddellijk een kleine nuance op aanbrengen: in de Raad van Bestuur zetelen ook twee studenten én twee professoren.”

Daartoe zijn destijds zelfs de statuten aangepast geworden. Het raakt het DNA van onze vereniging. We zijn een pijler van de ECAM-Community. Het optimaliseren van de wisselwerking tussen school en ons bestaan en de werking is essentieel."

Netwerken in de brede zin
ECAMiens zijn de studenten en docenten. AIECAMiens zijn alle oud-studenten van de instelling. Wie alumni zegt, heeft het al vrij snel over netwerken. "Dat is inderdaad essentieel”, legt Jean-François Theunissen uit.

“Het gros van onze energie gaat toch naar het serieuzere werk.” De alumni zijn actief in verschillende functies in de meest diverse sectoren. Voor jongafgestudeerden kunnen ze een reële meerwaarde betekenen maar niet enkel voor hen. Het is eigen aan de opleiding van industrieel ingenieur dat alle studenten in hun laatste masterjaar een relatief lange stage volgen.

“Ons netwerk kan helpen in het vinden van een geschikte stageplaats.” Ook in het helpen oriënteren van studenten. “Wie advies wil over zijn eindwerk, kan eveneens bij ons terecht.” Studenten kunnen er ook hun werk verdedigen en “op basis van onze feedback dingen bijsturen” waardoor ze sterker staan bij de effectieve verdediging. “In het verlengde hiervan reiken we elk jaar drie prijzen uit voor de beste eindwerken."

Energy Club
In 2013 ontstond in de schoot van de AIECAM de zogenaamde Energy Club. "Het belangrijkste doel is het organiseren van lezingen. Het thema energie speelt er een erg centrale maar niet exclusieve rol", verduidelijkt Maurice Dodémont.

Het eerste doelpubliek zijn leden en ECAM-mensen maar iedereen is welkom op de lezingen. “Daarom is een afzonderlijke naam een goede zaak.” Zesmaal per jaar, netjes verdeeld over beide semesters, trekken deze lezingen gemiddeld vijftig aanwezigen.

De ingenieur van morgen
"De tijden zijn veranderd", stelt Maurice Dodémont. “Toen wij studeerden had je twee richtingen. Het was vrij eenvoudig. Ofwel ging je voor elektronica of je opteerde voor elektromechanica. Vandaag moet je tijdens de masterjaren kiezen uit zes specialisaties: elektromechanica, elektronica, bouw, automatisatie,…” Hij juicht die evolutie toe als het bewijs dat de opleiding zich steeds meer afstemt op de noden van de industrie.

Toch is er één constante. "Een ingenieur moet problemen kunnen oplossen”, pikt Jean-François Theunissen in. “Hij moet in staat zijn de dingen in een breder perspectief te plaatsen en het globale plaatje de vatten. Specialisaties zijn obligaat maar je moet ook voldoende generalist blijven in ons beroep. Ook die boodschap dragen we uit."

Focus op maintenance
"We stellen vast dat zo'n vijfde van onze afgestudeerden uiteindelijk maintenance-ingenieur wordt”, zegt Maurice Dodémont, die dat in de loop van zijn carrière zelf ook is geweest. Voor een aantal lezingen is er trouwens een directe samenwerking met BEMAS. “In oktober buigen we ons tijdens een van onze conferenties over de ingenieur van de toekomst. Iemand van BEMAS zal dat modereren.

Van die gelegenheid willen we ook gebruik maken om onze studenten op het hart te drukken dat permanent bijscholen een rode draad doorheen hun loopbaan zal worden. We ijveren ervoor dat specifieke vakken aangeboden worden die op maintenance geënt zijn."


door Michaël Vandamme, Engineeringnet Magazine

KADER
Hogeschool met traditie
Dat zin voor traditie niet in strijd hoeft te zijn met een toekomstgerichte blik, daar is de ECAM een prima voorbeeld van. "We mogen dan al deel uitmaken van de Vinci-koepel, de school bestaat ruim een eeuw en de AIECAM werd zo'n kwarteeuw na de school in het leven geroepen", legt Maurice Dodémont uit.

"ECAM telt ongeveer 900 studenten en bekeken over de jaren heen komen we aan zo'n 6.000 afgestudeerden, wat precies onze visvijver is. De voorbije tien jaar behaalden zo'n 1.200 mensen hun diploma. Het aantal studenten zit ook in de lift en daar heeft de verhuis van het Zuidstation naar Sint-Lambrechts-Woluwe bij geholpen. De huisvesting was werkelijk te benauwd geworden, waardoor de school potentieel misliep."

"Een internationalisering tekent zich doorheen de jaren steeds duidelijker af", meent Jean-François Theunissen. "Niet alleen trekken we heel wat buitenlandse studenten aan: 10% van de eerstejaarsstudenten komt uit Afrika. Ook steeds groter is de groep die via het Erasmus-uitwisselingsproject de school aandoet.

We hebben heel wat buitenlandse contacten met partnerscholen in Europa en daarbuiten. Relatief recent is de hechte samenwerking met andere ECAM-hogescholen in Frankrijk, wat ons naast Brussel vestigingen oplevert in Lyon, Parijs, Rennes, Rijsel en Straatsburg."