• 19/06/2013

Talent Motivation Study Engineering 2013

Hoe tevreden zijn ingenieurs met hun huidige werkgever? Waarom zouden ze blijven of van job veranderen? Engineeringnet zocht het uit met Mick Daman, CEO van Universal Communications.

Trefwoorden: #ingenieurs, #Mick Daman, #Talent Motivation Study Engineering, #Universal Communications, #War for talent

Lees verder

HR

( Foto: SPIE )

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE -- Eind vorig jaar liet die twee knelpuntberoepenstudies uitvoeren door Profacts bij 878 burgerlijk, industrieel en technisch ingenieurs en bij 531 bleu-collar technici in België.

Uit de 'Talent Motivation Study Engineering' bleek alvast dat de verloning belangrijk is wanneer een ingenieur van job verandert, maar dat andere criteria doorwegen om te blijven.

Wie dacht dat de 'War for Talent' met de crisis wel zou koelen zonder blazen, kan maar beter uitkijken.

Meer dan de helft van de ingenieurs werd de voorbije zes maanden ongevraagd aangezocht voor een job door een headhunter, een selectiebureau of zelfs een ander bedrijf.

Wat nog straffer is: ingenieurs vinden dat helemaal niet erg. Driekwart vindt het zelfs positief. Een derde van alle ingenieurs zoekt immers actief naar een andere job. Zes op de tien staan open voor opportuniteiten.

Mijn voorkeur gaat naar...
De onderzoeken liepen zowel bij Nederlandstaligen als bij Franssprekenden, jongeren en meer ervaren ingenieurs.

Wat zijn volgens hen de meest aantrekkelijke sectoren en bedrijven om aan de slag te gaan? Wat motiveert ze en wat zijn de hinderpalen? Kennen ingenieurs trouwens wel de belangrijkste bedrijven in de verschillende sectoren? Hoe geëngageerd zijn ingenieurs als werknemers? Wat doet ze ‘tikken’? En hoe kan het nog beter? Waarom zouden ze kiezen voor een andere werkgever? Hoe verhouden ze zich daarmee tot de benchmark? Van welke media maken ze gebruik als ze op zoek gaan naar een andere job? Wat lezen ze? Naar welke zenders kijken of luisteren ze? Surfen ze? Welke jobkanalen vinden ze het aantrekkelijkst?


Mick Daman

Spelen sociale media hier al enige rol? Ingenieurs houden bij het kiezen van hun werkgever vooral rekening met de sector, de verloning en de integriteit van het bedrijf.

Van de 14 onderzochte sectoren draagt de IT-, elektronica- en telecomsector de meeste voorkeur weg bij ingenieurs. Transport en logistiek de minste.

Burgelijk en industrieel ingenieurs hebben de top vijf sectoren gemeen, maar schikken die al eens anders. Het valt op hoe weinig belang ingenieurs in het algemeen hechten aan het feit of het bedrijf tot een internationale groep behoort, sterk in de markt staat of groen kleurt. In die IT-, elektronica- en telecomsector blijkt Belgacom de grootste notoriëteit te hebben bij ingenieurs, spontaan én geholpen.

Maar als hun gevraagd wordt voor wie ze het 'interessants werken' vinden in die sector, scoren de pure telecombedrijven minder dan grote constructeurs als IBM en HP. In consultancy zijn Tractebel en Vinçotte het meest gekend.

Als men denkt aan werken voor de openbare sector, dan scoren de universiteiten zeer goed. De helft van de burgerlijk en een derde van de industrieel ingenieurs ziet werken voor de Stad Antwerpen dan weer helemaal niet zitten. In de biotech staat Janssens Pharma op één qua notoriëteit, maar GSK als meest aantrekkelijke werkgever.

In de bouw wordt spontaan gedacht aan vooral Besix en Jan De Nul. Het blijken ook de meest aantrekkelijke werkgevers, zij het dat industrieel ingenieurs eerder zouden kiezen voor Cofely en Deme. In de industrie kennen ingenieurs spontaan het best Arcelor Mittal Gent, maar de voorkeur zou eerder uitgaan naar Sabca en Sonaca.

Ook Unilin zit in de top vijf. In de energiesector steekt Electrabel met kop en schouders boven de rest in spontane notoriëteit, onmiddellijk gevolgd door Luminus.

Maar het is Electrawinds dat als meest aantrekkelijke werkgever de voorkeur wegdraagt bij de verschillende ingenieurs. In de chemische sector geniet BASF de meeste spontane notoriëteit.

In de petrochemische sector is dat Total. Audi en Volvo zijn het gekendst in automotive, Nestlé en Coca-Cola in de voeding, DHL en De Lijn in transport en logistiek...

Opvallend zijn soms de kleine en grote verschillen tussen de soorten ingenieurs en de rangschikking van de bedrijven in de diverse sectoren.

Hoeveel verdienen?
Het is leuk om weten dat ingenieurs wel degelijk hun woon-werkverkeer en reistijd belangrijk vinden. Vijftig minuten sporen of rijden vinden ze nog aanvaardbaar, maar eenmaal daar voorbij zakt dat zeer snel. Er zijn beduidende verschillen tussen wat ingenieurs in de verschillende provincies aanvaardbaar achten.

Als ingenieurs kiezen voor een werkgever dan blijkt het hoofdcriterium de sector te zijn. Dat is nog meer uitgesproken voor burgerlijk ingenieurs.

Volgen: de financiële gezondheid van het bedrijf en zijn integriteit, met andere woorden de perceptie dat het om een eerlijk en correct bedrijf gaat. Of een bedrijf 'groen' is, weegt vrijwel niet in de keuze van werkgever.

Ook andere criteria scoren opvallend laag. Hoe jonger, des te meer belang heeft de sector. Voor Franstaligen weegt die integriteit door. Of een bedrijf een toekomstvisie heeft, lijkt Nederlandstaligen dan weer meer een zorg dan bij de Franstaligen.

Salaris en een goed evenwicht tussen job en privéleven zijn belangrijk als ingenieurs denken aan hun job. Ook andere criteria scoren sterk.

Zo vinden industrieel ingenieurs hun directe werkomgeving bijna even belangrijk als hun salaris. In het Zuiden van het land wordt het salaris belangrijker ingeschat dan in het Noorden.

Werknemerbetrokkenheid en jobhopping
De methodologie die UC en Profacts hanteren neemt aan dat het gedrag van de werknemer in hoge mate wordt bepaald door zijn/haar engagement.

«We gaan ervan uit dat een hoog engagement van de werknemer zijn presteren bepaalt, gelukkiger maakt en dan ook leidt tot minder absenteïsme, meer klantentevredenheid en trouw», zegt Mick Daman, CEO van Universal Communication.

«Men meet twee zaken om dat engagement te bepalen. Enerzijds de attitude (Attix), anderzijds de emotionele ervaring (Emex). Ik ben in het algemeen tevreden over mijn job, zou hem aanraden aan vrienden, en zou opnieuw voor dezelfde job kiezen,... zijn Attix-elementen. Als ik werk voel ik me gelukkig, de tijd vliegt voorbij, ik ben trots op wat ik doe... zijn Emex-elementen.»

Profacts beschikt over Attix- en Emex-benchmarkcijfers voor de volledige markt. «Dit onderzoek levert nu ook een benchmark voor de ingenieurs op de Belgische markt», zegt Daman.

Het levert alvast een verrassend resultaat. Ingenieurs scoren beduidend lager dan de benchmark in Attix maar iets hoger in Emex.

«Ze zijn dus kritischer voor hun job dan de rest van de populatie maar tegelijk zijn ze er gelukkiger dan de doorsnee.»

De werknemerbetrokkenheid, de combinatie van Attix en Emex, zit voor ingenieurs onder de benchmark. Burgerlijk ingenieurs scoren nog het hoogst.

Profacts heeft ook de zogenaamde 'switch cost' gebenchmarkt. Hoe schatten mensen de drempel in om te veranderen van job. Hoe hoger die switch cost, des te moeilijker vindt men het om van job te veranderen.

Ingenieurs blijken een lagere 'veranderingskost' te hebben dan de ruimere markt. Bij burgerlijk ingenieurs is die drempel om van job te veranderen nog lager dan bij de anderen.

Opvallend is dat zowel het engagement als de veranderingskost van ingenieurs in het Zuiden van het land een stuk lager zijn dan in het Noorden. «Er zijn voor hen minder drempels om van baan te veranderen.»

Zet men het engagement en veranderingskost uit op een x-y as dan kan men vier typologieën bepalen. Loyalisten kennen een hoog engagement en een lage veranderingsdrempel.

«Die moet je vooral tevreden houden want hun drempel om te veranderen is laag.»

Met werknemers met een hoog engagement en een hoge veranderingsdrempel zit het bedrijf veilig. Werknemers die niet geëngageerd zijn en een hoge veranderingsdrempel hebben zitten eveneens gecaseerd.

Die blijven waar ze zijn. De risicogroep - die men dreigt te verliezen - bestaat uit wie een laag engagement en een lage veranderingsdrempel heeft.

«Hoe hoger de opleiding, des te sterker men zich voelt.»


Vijftig minuten sporen of rijden vinden ingenieurs nog aanvaardbaar

Schrik niet beter te vinden
Bij industrieel ingenieurs blijkt een kwart niet geëngageerd maar die blijft uit schrik elders niet beter te vinden.

Hier loopt een belangrijke snijlijn tussen Noord - waar meer dan de helft van de ingenieurs in de bovenste kwadranten te vinden is met hoog engagement - en Zuid, waar meer dan de helft in de onderste steekt met laag engagement.

«Hierop hebben we ook benchmarks», aldus Daman. Het onderzoek mat ook de jobtevredenheid aan de hand van 21 criteria.

Het meest tevreden blijken ingenieurs in de relatie met directe collega’s, hun jobinhoud en verloning. Jobinhoud, persoonlijke bijdrage en een open werkomgeving zijn het belangrijkst voor het engagement van de werknemer. Elk van de criteria werd gewogen.

«De studie geeft bruikbare criteria waarop bedrijven in de verschillende landsdelen naar hun ingenieurs toe kunnen werken», aldus Daman. Criteria waarover ingenieurs het minst tevreden zijn, bieden actiemogelijkheden voor een snelle verbetering van het engagement.

De studie, die voor elk van de aangehaalde topics cijfermateriaal bevat, eindigt met enkele concrete aanbevelingen rond het versterken van het engagement van de ingenieur-medewerker en hoe er best mee in dialoog te gaan.

Mick Daman, CEO van opdrachtgever Universal Communications: «Wellicht zullen we deze studie om de twee jaar actualiseren om de vinger aan de pols te houden.»


door Luc De Smet, Engineeringnet (foto: ABB)

Kader 1:
Mannelijke ingenieurs lezen meer... vakbladen
Er is de ingenieurs ook gevraagd hoe vaak ze TV kijken, radio luisteren, internetten, de krant lezen, sport kijken, zelf sporten, op café gaan, uit eten gaan, een filmpje meepikken, een vakblad lezen...

Surfen op internet komt eerst. Gemiddeld is een ingenieur in de vrije tijd nog 16 uren per week online. Dat verschilt in Noord en Zuid en met de leeftijd. Ingenieurs stemmen vooral af op officiële zenders - verschillende leeftijden hebben een verschillende voorkeur - maar ook een aantal nichezenders doen het goed bij de doelgroep. De klassieke kranten scoren niet slecht maar vooral de gratis pers heeft een stevige penetratie. Mannelijke ingenieurs lezen meer vaktijdschriften. Hun vrouwelijke collega’s meer typische vrouwenbladen. Maar ook mannen lezen die blijkbaar al eens mee. Details over het mediagebruik zijn beschikbaar in de studie.

Van de verschillende kanalen die ingenieurs gebruiken om een job te zoeken, blijken jobsites het meest aantrekkelijk. Op de vraag: ‘Welke jobsites heb je de laatste zes maanden bezocht?’ scoren een aantal klassieke jobsites zeer goed. Ook VDAB en Forem doen het niet slecht in Noord en Zuid. «Maar er zijn verschillen.» Sociale media daarentegen scoren opvallend zwak als kanaal waar ‘spontaan’ aan gedacht wordt. «Er zijn wel verschillen tussen actief-zoekenden en latent-zoekenden.» Gevraagd naar non-media directe kanalen, die men de voorbije zes maanden effectief heeft gebruikt of zal gebruiken in de toekomst, springen ‘spontane sollicitatie’, ‘familie en eigen netwerken’ er boven uit. Maar ook selectiebureaus en headhunters worden genoemd. Bij jongeren doen ‘job events’ het opvallend goed. Bij de gespecialiseerde gedrukte rekruteringsmedia die ingenieurs de laatste zes maanden gebruikten, scoren de grote klassiekers sterk, zowel in Noord en Zuid. In de algemene pers doen de grotere kranten het goed. Ingenieurs lezen meer kranten. Maar de doelgroep leest ook de gratis kranten en advertentiebladen die ze thuis in de bus geduwd krijgt. Maar «bijna 20% van de doelgroep grijpt helemaal niet meer naar print wanneer ze op zoek is naar een job», zegt Daman.
Zoals eerder al aangegeven is een ingenieur gemiddeld 16 uren en meer per week

online. Meer dan tweederden heeft een profiel op Facebook en bijna de helft prijkt ook op LinkedIn. «Over het internetgebruik trekken we nog een aantal opmerkelijke conclusies», aldus Daman. Opvallend is ook dat 15% van de ingenieurs de sociale media helemaal links laat liggen. «Bij ingenieurs met meer dan 7 jaar ervaring is een nog grotere groep helemaal niet aanwezig op sociale media.»


Kader 2:
Vinger aan de pols
Het marktonderzoeksbedrijf Profacts voerde de studie uit in het najaar van 2012. De CAWI-bevraging - Computer Assisted Web Interviewing - gebeurde online in de taal van de kandidaat. Gemiddeld vroeg dat 17 minuten. Het studierapport zelf is in het Engels. Klanten als Electrabel, Haven van Antwerpen, Stad Antwerpen, MIVB, Lanxess, BASF,... zowel uit de publieke als de privé-sector, tekenden in op voorhand. Nu is de studie ook beschikbaar voor anderen. Het studierapport bestaat uit 118 slides, gedetailleerde Excel-gegevens met subgroepen en eventueel een persoonlijke presentatie van de resultaten.


In het kader van de samenwerking tussen Jobat en Engineeringnet kan het onderzoek tegen speciale voorwaarden besteld worden. Neem hiervoor contact via sales@engineeringnet.be