NIRAS en Belgoprocess plannen investeringen in de Kempen

NIRAS en dochteronderneming Belgoprocess hebben voor meer dan 600 miljoen euro investeringen in de Kempen voor de volgende jaren op het programma staan.

Trefwoorden: #Belgoprocess, #inversteringen, #Kempen, #NIRAS, #radioactief afval, #verwerking radioactief afval

Lees verder

research

( Foto: NIRAS - bergingsmodule cAT )

ENGINEERINGNET.BE - Via de verschillende investeringen zullen rechtstreeks en onrechtstreeks honderden jobs worden gecreëerd.

Jean-Paul Minon, directeur-generaal van NIRAS, en Wim Van Laer, algemeen directeur van Belgoprocess: “Aannemers, sociale-economiebedrijven, studiebureaus, de toeristische sector, natuurverenigingen …: alle sociaal-economische spelers in de regio kunnen de vruchten plukken van de nucleaire activiteiten.”

In de regio Kempen is heel wat nucleaire bedrijvigheid geconcentreerd. NIRAS en haar dochteronderneming Belgoprocess hebben er verschillende projecten lopen. De komende jaren staan er grote investeringen op het programma.

Het gaat onder meer om de realisatie van het cAt-project, de verwerking en opslag van radioactief afval, de sanering van de nucleaire passiva van de sites BP1 en BP2 en onderzoeksprogramma’s rond het langetermijnbeheer van radioactief afval. Al die activiteiten bieden de sociaal-economische partners, de gemeenten en de bevolking van de regio tal van opportuniteiten.

Met het cAt-project, het geïntegreerde project voor oppervlakteberging in Dessel wordt, in samenwerking met de lokale partnerschappen STORA en MONA, een oplossing gecreëerd voor al het Belgische categorie A-afval (dat is laag- en middelactief, kortlevend afval). De veiligheid van de omwonenden en de werknemers is daarbij de eerste prioriteit.

Met de bouw van een kade aan het kanaal Bocholt-Herentals zette het cAt-project vorig jaar de eerste stap naar de concrete uitvoering. Langs die kade zullen de bouwmaterialen voor de bergingssite over het water aangevoerd worden. Ook lokale bedrijven kunnen de kade gebruiken om eigen materialen te transporteren.

Op de site in Dessel staan de volgende jaren nog andere grote bouwprojecten in de steigers: de caissonfabriek, de installatie voor de productie van monolieten, de eigenlijke bergingsmodules, het communicatieparcours …

Jean-Paul Minon: “De kostprijs van het project over zijn hele levensduur bedraagt 1,2 miljard euro. We willen van de bergingssite een innovatieve en duurzame site maken. De activiteiten die daaruit voortvloeien - denk maar aan de bouw van de verschillende installaties en het beheer van de site - zorgen voor jobs. Met de creatie van 70 rechtstreekse banen, een 240-tal tijdelijke jobs tijdens de bouwfase en nog heel wat onrechtstreekse jobs in allerlei ondersteunende diensten, zoals onderhoud, levert het cAt-project bovendien een mooie bijdrage tot de werkgelegenheid in de regio.”

Wim Van Laer: “De komende jaren gaan we diverse installaties aanpassen of moderniseren. Zo staan er in 2014 twee vernieuwingsoperaties op stapel in CILVA, de verwerkingsinstallatie voor laagradioactief afval. Op de site BP1 komt een nieuw receptie- en opslagcentrum voor radioactief afval. In totaal zal de komende jaren om en bij de 50 miljoen euro worden besteed aan nieuwbouw en aanpassingswerken. Daar kunnen ook lokale bedrijven een rol in spelen.”

Ook het beheer van de sanering van de nucleaire passiva behoort tot de bevoegdheden van NIRAS. In Dessel en Mol gaat het om de sites BP1 (het vroegere Eurochemic) en BP2 (de vroegere Waste-afdeling van het SCK•CEN), die door Belgoprocess gesaneerd worden.

Voor de periode 2014-2018 ontvangt NIRAS jaarlijks 69 miljoen euro, gefinancierd via de federale bijdrage, voor de verdere sanering van die sites en de verwerking en opslag van het afval dat eruit voortkomt. Op beide sites zal Belgoprocess in de periode tot 2018 een 350-tal mensen tewerkstellen in het kader van afvalverwerking, sanering en ontmanteling.

Naast haar technisch-industriële projecten heeft NIRAS tal van wetenschappelijke activiteiten lopen in de regio. In het kader van het cAt-project werden de voorbije jaren talrijke onderzoeken, studies en experimentele programma’s uitgevoerd.

Een aantal programma’s loopt nog voort tijdens de uitvoeringsfase, zodat de kennis, expertise en technieken voortdurend geperfectioneerd worden en gelijke tred houden met de nieuwste inzichten in bijvoorbeeld het gedrag van beton.

Via EURIDICE (European Underground Research Infrastructure for Disposal of nuclear waste In Clay Environment), het economische samenwerkingsverband tussen het SCK•CEN en NIRAS, onderzoeken wetenschappers en technici de haalbaarheid van berging van hoogactief en/of langlevend afval in diepe kleilagen.

In het ondergrondse laboratorium HADES wordt het gedrag van de verschillende componenten van het geologische bergingssysteem in reële omstandigheden bestudeerd en gedemonstreerd. Daarnaast voert het SCK•CEN ook andere studies uit in opdracht van NIRAS.

Jean-Paul Minon: “Via die financiering bestendigen we de nucleaire kenniseconomie in de regio. Het onderzoek naar het veilige langetermijnbeheer van radioactief afval is al jaren goed voor 50 à 60 gespecialiseerde arbeidsplaatsen. We leveren ook een bijdrage op het vlak van nucleaire vorming. Zo onderzoeken we de mogelijkheid om vanuit onze projecten stages en opleidingstrajecten aan te bieden aan studenten.”

Naast de economische impulsen creëren de projecten ook een maatschappelijke meerwaarde. Dat gebeurt met name vanuit het cAt-project, dat de unieke samensmelting is van een technisch concept van afvalberging met een breed maatschappelijk project.

Zo komt er onder meer een Lokaal Fonds, in de vorm van een private stichting, met een beginvermogen tussen 90 en 110 miljoen euro, dat lokale projecten en activiteiten zal financieren, en een gezondheidsopvolging.

NIRAS werkt ook initiatieven uit die lokale spelers bij de realisatie van het project betrekken. Zo is er een samenwerking met natuurverenigingen rond het landschapsbeheer van de bergingssite. In dat natuurbeheer, maar ook in andere projecten, wil NIRAS kansen creëren voor sociale-economiebedrijven.

Vlak bij de bergingssite komt een gloednieuw communicatieparcours, ter vervanging van Isotopolis, met een veel uitgebreider aanbod. Het parcours moet de referentie voor informatie over het beheer van radioactief afval en de context daarvan worden.

Het communicatieparcours wordt zo ontwikkeld dat de lokale bevolking het optimaal kan gebruiken.


Plattegrond cAT