ENGINEERINGNET.BE - Van die 13,9 miljoen ton afval krijgt uiteindelijk 77% een tweede leven via materiaalrecyclage.
De daling doet zich vooral voor bij de drie grootste afvalstromen: slib en ander afval uit de waterzuivering (18%), bouw- en sloopafval (15%) en vervuilde grond (13%).
Voor deze drie stromen streeft het beleid echter niet naar een daling. Tellen we deze stromen niet mee, dan zien we dat het cijfer voor 2014 gelijk is gebleven ten opzichte van 2012.
Steeds meer bedrijfsafval krijgt een nieuw leven via hergebruik, recyclage, compostering of gebruik als (secundaire of nieuwe) grondstof. In totaal gaat 40% van het bedrijfsafval rechtstreeks naar materiaalrecyclage.
Daarnaast krijgt 54% van het bedrijfsafval een voorbehandeling (bijvoorbeeld uitsortering) met het oog op verdere recyclage. 4,5% van het bedrijfsafval gaat rechtstreeks naar verbranding en slechts 1,5% gaat rechtstreeks naar een stortplaats.
Van het bedrijfsafval dat een voorbehandeling krijgt, gaat nog eens 69% naar materiaalrecyclage. Uiteindelijk krijgt zo ongeveer 77% van het afval van Vlaamse bedrijven een tweede leven via materiaalrecyclage. Dat is een stijging van 2% ten opzichte van 2012.
Verder zien we duidelijk dat de afvalproductie in de industrie in Vlaanderen daalt terwijl de economische activiteit (het Bruto Binnenlands Product) toeneemt.
