Download het artikel in 
Ineos is een niet-beursgenoteerd bedrijf, bestaande uit 19 divisies, dat groeit door verwervingen en investeringen in de groei van bestaande installaties. Jim Ratcliffe bezit 52% van het bedrijf en 10% is in handen van de werknemers. De meeste werknemers vervoegden Ineos na de verwerving van bedrijfsonderdelen van o.a. BP, BASF, Degussa, Dow, Enichem, Hoechst, ICI, Solvay en Unilever. Nog steeds wordt geput uit de rijke ervaring en kennis van deze indrukwekkende en zeer gediversifieerde groep. “Onze chemicaliën vind je terug in alles aspecten van het moderne leven”, aldus Site Manager George Madessis.
Snelle groei
Georges Madessis: “Wij zijn als organisatie in een korte tijdspanne uitgegroeid tot het derde grootste onafhankelijk chemieconcern ter wereld. De organisatie telt wereldwijd meer dan 70 fabrieken en ongeveer 16.000 directe werknemers. Ineos Manufacturing Belgium exploiteert in Lillo bij Antwerpen een productielijn voor polypropeen en twee productielijnen voor hogedichtheidspolyetheen (HDPE).De totale productiecapaciteit bedraagt ongeveer 510.000 ton per jaar. De productievestiging in Lillo maakt deel uit van de Olefins & Polymers business. Naast de polymerisatie-installaties beschikken wij ook nog over een groot aantal neveninstallaties voor het voorbereiden van grondstoffen, het recupereren van productiestoffen en de opslag en het verladen van grondstoffen en eindproducten.”
Duurzaam ondernemen
Ineos heeft een open bedrijfscultuur en is gericht op klantentevredenheid, integrale kwaliteit, betrouwbaarheid, teamwerk, vernieuwing en kostbeheersing. Het is een bedrijf dat met zelfsturende teams werkt en waar de autonomie in de ploegen een belangrijk aspect van de bedrijfsvoering uitmaakt. Georges Madessis: “Ineos is een zogenaamd Seveso-bedrijf. Wij kunnen ons geen fouten veroorloven. Het hier gevoerde beleid inzake gezondheid, veiligheid en milieu (VGM) is verantwoord en zorgvuldig. Binnen onze fabriek maken we gebruik van chemische producten, waarmee te allen tijde voorzichtig moet worden omgegaan. Ook werd een algemeen noodplan opgesteld om correct te kunnen handelen wanneer er zich een incident voordoet.
Binnen dit noodplan kunnen we rekenen op de medewerking van onze werknemers die zich inzetten voor de bedrijfsbrandweer en medisch interventieteam. Safety ziet ook toe op veilige werkomstandigheden en controleert, bijvoorbeeld, of bepaalde taken met de juiste gereedschappen worden uitgevoerd. Dankzij de dienst safety werken onze medewerkers met de juiste beschermingskledij en dragen zij degelijke PBM’s (Persoonlijke BeschermingsMiddelen). Daarnaast worden alle medewerkers aangemoedigd om initiatief te nemen en ruim inzetbaar te zijn. Overal ter wereld worden onze medewerkers betrokken, in een open communicatiestijl, bij de bedrijfsvoering. Dat biedt doorgroeimogelijkheden en een aantrekkelijke loopbaan. Het bedrijf deelt zijn succes met zijn medewerkers”.
“In onze GVM-verklaring verbindt het bedrijf zich ertoe om de gezondheid en de veiligheid te beschermen van zijn medewerkers en van de omwonenden. Ineos wil voldoen aan alle relevante wettelijke vereisten en ze zo mogelijk overtreffen. De invloed van de bedrijfsoperaties op het milieu wille we zo klein mogelijk houden. Milieubeleid is voor ons geen loos woord. Het werd reeds geïntegreerd in de bedrijfsvoering, nog voor de wetgeving hieromtrent definitief vorm kreeg. Ook afvalstromen worden zoveel mogelijk gerecycleerd. Dit kan door de efficiëntie van de verschillende processen steeds te verhogen, en onze werknemers verder op te leiden.”
Ineos beschikt ook over een zuiveringsinstallatie die het afvalwater ruimschoots binnen de opgelegde wettelijke lozingsnormen afvoert naar de Schelde. Sinds 1989 wordt de kwaliteit van het grondwater en de bodem opgevolgd in samenwerking met erkende labo’s. Nieuwe en bestaande installaties worden getoetst aan de Vlarem-wetgeving (Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning), in samenwerking met door de overheid erkende gespecialiseerde firma’s. Georges Madessis: “Ineos beschikt over een ‘lichte’ structuur, waar communicatie centraal staat. Zo rapporteren we, bijvoorbeeld, elke maand aan onze CEO Ratcliffe over veiligheid, en indien nodig worden er voor de bestaande installaties aanpassingen uitgevoerd. Nieuwe installaties worden zo ontworpen dat aan de veiligheids- en andere Vlarem-normen meer dan voldaan wordt.”
Maintenance en productie
De onderhoudsafdeling fungeert als een onafhankelijke eenheid die ten dienste staat van zijn interne klanten zoals productie en andere afdelingen. George Madessis: “Bij Ineos wordt erkend dat doelmatig onderhoud één van de sleutels tot succes is, en wordt zodoende ook naar waarde geschat. He toepassen van de juiste onderhoudsstrategieën voor de juiste installaties is cruciaal om over de jaren heen, veilig en betrouwbaar te produceren. De onderhoudsafdeling wordt dan ook zeker niet als een kostenplaatje beschouwd. Integendeel.”
Binnen een Seveso II-bedrijf zoals Ineos, is de kennis van de specifieke onderhoudsaspecten een eerste vereiste om de persoonlijke, materiële en milieuveiligheid te waarborgen. Het verbreden van deze kennis mag echter niet beperkt blijven tot de maintenance manager en/of zijn ploeg zelf. Elke medewerker heeft er dagelijks mee te maken. Het vakgebied waarvoor hij/zij verantwoordelijk is omvat en overstijgt vele andere vakgebieden en is daarmee één van de belangrijkste binnen zijn organisatie.
George Madessis: “De door de maintenance-afdeling gehanteerde processen en methodieken zijn gebaseerd op de interne klant, wat ons toelaat een afdeling uit te bouwen met duidelijke verantwoordelijkheden en doelstellingen. Daarom is een nauwe samenwerking met productie heel belangrijk. Het is noodzakelijk dat zij een eigen visie en prestatie-indicatoren ontwikkelt, die op hun beurt gelinkt worden aan andere indicatoren zodat hun resultaten steeds gemeten kunnen worden. Zo wordt de relatie tussen de kwaliteit van het eindproduct en de kwaliteit van het onderhoud naar haar juiste waarde geschat.
Voor wat productie betreft zorgen de ‘shift process operators’ en ‘shift supervisors’ voor een goede werking van het productieproces. Dit gebeurt zowel binnen, in de controlekamer als buiten, in de installaties. De ‘process engineers’ houden zich bezig met ‘trouble shooting’ en optimalisatie van de productielijnen en werken aan diverse productieprojecten terwijl het ‘utility department’ instaat voor de voorziening en goede werking van stoom-, water- en elektriciteitstoevoer voor het productieproces. En tenslotte is er het DCS team (Distributed Control System) dat zorg draagt voor de controle en sturing van het productieproces via computersystemen.”
De doelstelling op korte en lange termijn van Georges Madessis en zijn medewerkers binnen het bedrijf, is het verder optimaliseren en nog beter inspelen op de specifieke eisen die een bedrijf zoals Ineos vraagt, en het ontwikkelen en implementeren van een visie gericht op het verbeteren van de ‘total performance’. Georges Madessis: “Ons streefdoel was en is ‘World Class’ betrouwbaarheid, wat neerkomt op 95% betrouwbaarheid. Twee jaar geleden kwam Lillo aan 90%, nu, twee jaar later behalen we reeds 95,6%. Vroeger hielden we ons ook nog teveel bezig met reactief onderhoud.
Nu proberen we zoveel mogelijk predictief en pro-actief onderhoud uit te voeren. En als we de resultaten bekijken, mét succes. Het bereiken van een hoge betrouwbaarheid is een beetje zoals een reis plannen. De uitgekozen weg mag ons niet doen vergeten dat de eindbestemming meer een drijfveer is dan een doel op zich. Het is een methodiek die tracht om systematisch de effectiviteit van de productiemiddelen te verbeteren, met als gevolg een verhoogde productiviteit, een optimale productie/onderhoudskost/veiligheid, het produceren van kwaliteitsproducten en productiehoeveelheden op tijd. Zoals u kunt vaststellen, ons einddoel is nog niet bereikt”.
(foto’s: Ineos, Mainpress)
Kader
Ineos, een Seveso II-bedrijf
Polypropeen is een milieuvriendelijk product dat gemakkelijk te recycleren is. Het is een lichtgewicht onder de polymeren en daardoor energiebesparend, zodat het een waardig alternatief vormt voor metalen en zwaardere plasticsoorten. Polypropeen is niet meer weg te denken in ons dagelijks leven. De eindproducten zijn talrijk, gaande van luiers, verpakkingen, medische applicaties tot bankbiljetten. Georges Madessis: “Polypropeen is een thermoplastisch polymeer dat een zeer wijde toepassing kent, waaronder Australische bankbiljetten. Het staat ook nog steeds bekend onder de oudere benaming polypropyleen. Deze laatste naam is nog steeds de meest courante benaming bij de producenten en verbruikers van deze kunststof. Polypropeen kan zeer zuiver worden gemaakt; dit maakt het o.a. geschikt voor de halfgeleiderindustrie. Het polymeer is goed bestand tegen chemische oplosmiddelen, basen en zuren, en het is ook bestand tegen bacteriegroei. Daarom is het ook heel goed geschikt voor wegwerpspuiten en andere medische apparatuur.”
Polyetheen lijkt op Polypropeen en is ook net zo goedkoop, maar minder sterk. Georges Madessis: “Ook het polymeer polyetheen is een veel gebruikt materiaal. Het is zelfs de meest gebruikte kunststof. Ook de oudere naam polyethyleen wordt nog steeds gebruikt, en is in feite nog de meest courante benaming bij de producenten en verbruikers van deze kunststof. De hier geproduceerde hogedichtheidpolyetheen (HDPE of PE-HD) wordt gemaakt bij lage druk, met behulp van een katalysator. ‘High-density polyethyleen’ of polyetheen met hoge dichtheid, is een thermoplastisch polyetheen gemaakt uit aardolie. Het kost 1,75 kilogram aan aardolie (in termen van energie en grondstoffen) om een kilogram HDPE te bekomen. Het product is harder, sterker en iets zwaarder dan LDPE (low-density polyethylene), maar minder buigzaam. Het is ook lichter dan water en kan worden gegoten, bewerkt en samengevoegd met behulp van lassen (moeilijk te lijmen).”
HDPE-polymeren zorgen voor een uitstekende combinatie van stijfheid en weerstand tegen scheuren door omgevingsbelasting. Dit maakt ze tot uitgelezen materialen voor tal van toepassingen op het vlak van persoonlijke verzorging, huishoudelijke toepassingen, toepassingen voor levensmiddelen, voor industriële verpakkingen, flessen in het algemeen, enz. Het uiterlijk is wax-achtig, dof en ondoorzichtig. Het gebruik van UV-stabilizators (carbon black), verbetert de weerstand tegen weersinvloeden, maar maakt het zwart. Sommige soorten kunnen gebruikt worden in contact met levensmiddelen.
Net als andere kunststoffen wordt polyetheen niet snel door bacteriën afgebroken, waardoor het lang in het milieu kan rondzwerven. Als het in het oppervlaktewater komt wordt het afgevoerd naar de zee en komt het na jaren in de oceanen terecht bij de zogenaamde ‘kunststofarchipel’, ook wel de plastic soep genoemd. Door de zeestroming wordt het afval daar naartoe gebracht en hoopt het zich op. Daar staat wel tegenover dat de kunststof goed te recycleren is: het kan worden omgesmolten, want het is een thermoplast.
