ENGINEERINGNET.BE - Begin januari stierf een van de eerste vrouwelijke topingenieurs: Nancy Deloye Fitzroy (5 oktober 1927 – 15 januari 2024).
Een specialist in warmteoverdracht die mee hielp bouwen aan technologie voor nucleaire reactoren, ruimtevoertuigen, gasturbines, straalmotoren, nucleaire duikboten, maar evengoed huishoudtoestellen. Ze effende het pad voor zoveel toekomstige generaties. Een portret.
Nancy Fitzroy, haar meisjesnaam is Deloye maar ze verkoos de naam van haar echtgenoot, werd geboren in Pittsfield in de Amerikaanse staat Massachusetts. Ze groeide op in een gezin waar haar passie voor techniek alle ondersteuning kreeg. Haar vader was aannemer, maar had zelf zijn hart verloren aan fysica. Met zelfgebouwde zweefvliegtuigen gleed hij van de plaatselijke heuveltoppen naar beneden. Nancy werd aangemoedigd om uit te blinken in alles wat ze maar wilde doen. Haar eerste stapjes als ingenieur? Het bouwen van een grammofoonspeler uit onderdelen die ze kon vinden.
Les geven? Te saai
Eigenlijk wilde ze helemaal niet verder studeren. Al haar klasgenoten gingen voor Engels, maar daar liep ze niet warm van. Ze had dan maar een lijstje van potentiële beroepen die meisjes konden uitoefenen samengesteld. Het leek haar allemaal te saai. “Een van de leraren op school en onderdirecteur, meester Goodwin, een goede vriend van mijn vader, moedigde me aan om verder te kijken dan de klassieke patronen. Hij wist dat ik de keuzevakken wiskunde en astronavigatie gevolgd had en vroeg waarom ingenieur niet op dat lijstje stond?”
Ze gaf hem gelijk maar had geen idee welke scholen haar voor deze richtingen zouden aanvaarden. Ze schreef twee brieven, naar MIT en het Rensselaer PolyTechnic Institute, met de vraag wat een goede school zou zijn om als meisje voor ingenieur te studeren. Ze kreeg van beide een aanmeldingsformulier terug en werd in beide aanvaard. “Ik was een verlegen tiener. Het kleinschaligere karakter van RPI trok me meer aan.”
Opboksen tegen vooroordelen
Daar werd ze in ’45 de eerste vrouw die koos voor de richting chemical engineering. “Ik besefte ook op die leeftijd al dat vrouwen moesten opboksen tegen het ‘big old male’ syndroom”, zoals Fitzroy het zelf omschrijft.
“Mocht ik geen kans krijgen als ingenieur, dan zou ik altijd nog het labo in kunnen. Daar waren wel al vrouwen aan het werk toen.” Op dat moment had het RPI nog maar weinig behoefte aan toiletten voor vrouwen, zo weinig waren er ingeschreven aan de universiteit. "Ik moest gebruik maken van het herentoilet", liet Fitzroy optekenen. Maar ze kreeg alle steun van haar klasgenoten.
"De jongens hielden de wacht voor de deur, terwijl ik daar was." Heel wat van die studenten waren overigens soldaten, teruggekeerd uit de Tweede Wereldoorlog. “Die waren al wat ouder, serieuzer ook en bijzonder gemotiveerd om hun studies af te maken. Die gaven er niet om of ik een jongen of een meisje was. Het ging om de opleiding. Ik heb me altijd één van hen gevoeld.”
Assistent-ingenieur
Fitzroy liet zich niet afschrikken door de ongemakken en uitdagingen van een ingenieursloopbaan in een door mannen gedomineerde omgeving en studeerde in 1949 af aan Rensselaer voordat ze bij General Electric in Schenectady, New York, ging werken. “Zonder een duidelijk carrièreplan voor ogen. Ik heb gewoon altijd mijn interesses gevolgd.”
De technische gelederen van GE, zoals die van de meeste technologiebedrijven in de jaren 1950 en de daaropvolgende jaren, bestonden voornamelijk uit mannen, waardoor Fitzroy, vooral in haar eerste jaren bij het bedrijf, verschillende obstakels, ontberingen en zelfs enkele vooroordelen moest overwinnen. "Ze wilden me niet aannemen als ingenieur, omdat ik een meisje was," zei Fitzroy.
"Dus gaven ze me een job als assistent-ingenieur. Ze behandelden me als hun kleine zusje. Maar ik genoot van wat ik deed en ik verdiende meer geld dan andere vrouwen, dus het maakte me niet zoveel uit."
Warmteoverdracht in kernreactoren
Ze zou uiteindelijk een carrière van 37 jaar uitbouwen bij het bedrijf. Ze eindigde er als manager van twee divisies: ‘Energy and Environmental Programs’ en ‘Turbine Marketing and Projects Operation - Gas Turbine’. Ze werkte onder andere mee aan onderzoeksprogramma's gericht op warmteoverdracht en vloeistofstroming in gasturbines, kernreactoren, ruimtevoertuigen en andere systemen. Ze schreef honderden technische papers en houdt er drie patenten aan over. Alle drie rond helikoptertechnologie.
Een daarvan is een speciale behuizing voor een antenne om tegen slecht weer bestand te zijn. Fitzroy was trouwens een van de eerste vrouwelijke helikopterpiloten. Ze had ook een eigen vliegtuig, Nancy’s Fancy, een Cessna 310.
“Nucleaire technologie was in de begindagen van mijn carrière echt de opkomende technologie. Dat was mijn motivatie om me er op toe te leggen. Elke twee à drie jaar landde ik zo in een ander onderzoeksveld. Ik vroeg me af wat ‘the next best thing’ zou zijn waarin ik mijn expertise kwijt kon. Zo ben ik blijven nieuwe interessante dingen proberen, altijd omdat ik dacht dat ze leuk zouden zijn.” Met haar inzichten in warmteoverdracht maakte ze de kern van nucleaire reactoren eenvoudiger en veiliger.
Hermes project
Met het Hermes project, kreeg ze de kans om nauw samen te werken met haar echtgenoot Roland Victor Fitzroy (zie kaderstukje). Dit Amerikaans onderzoeksprogramma naar raketten liep van ’44 tot ’54 en was een samenwerking tussen GE en het Amerikaanse leger, een verderzetting van de V2 raketten uit nazi Duitsland.
“Het ging om stationaire raketten. Ik werkte aan de warmteoverdracht van de motoren, Roland aan de geleiding en de elektrische systemen. Als ik in de zomer de basis binnenwandelde, klonk er een luide stem door het communicatiesysteem: “Woman on base”. Het moest de mannen de tijd geven om hun shorts en blote bovenlichaam in te ruilen voor gepastere kledij”, lacht ze.
De vruchten van hun onderzoeksinspanningen resulteerden uiteindelijk in Project Vanguard en Project Redstone. Die zorgden ervoor dat Amerika zijn eerste satellieten in een baan rond de aarde kon sturen. Satellieten die trouwens nog steeds in gebruik zijn en ons helpen om kaarten sneller en beter online te krijgen.
Eerste vrouw aan het hoofd van ingenieursvereniging
Ze was in geen tijd een autoriteit in haar onderzoeksdomein geworden. Maar het bleef een door mannen gedomineerde wereld. Dat ze in 1986 verkozen werd als eerste vrouwelijke president van het prestigieuze ASME (American Soiecty of Mechanical Engineers) had ze zelfs in haar stoutste dromen niet verwacht. “Omdat ik op een shortlist stond, vroeg Roland of hij naar de uitreiking moest komen. Ik zei blijf maar thuis. Dat zal nooit gebeuren, we leven hier nog in de Middeleeuwen. Maar iemand moet toch gedacht hebben dat het mijn beurt was.”
Op dat moment bestond het ledenbestand van ingenieurs slechts voor 4% uit vrouwen. Fitzroy haar agenda als presidente van ASME was erop gericht meer vrouwen en andere ondervertegenwoordigde minderheden het vak in te loodsen en hun kansen op carrièreverrijking en vooruitgang te vergroten. Naast andere initiatieven had Fitzroy een leidende invloed bij de oprichting van de ASME Board on Minorities and Women in Engineering. Ze was de eerste Amerikaanse vrouw aan het hoofd van een grote ingenieursvereniging.
Ingenieurs doen alles draaien
Wat ze al die jaren zo fijn is blijven vinden aan engineering? “We doen alles draaien. Ingenieurs zetten nieuwe ideeën om in praktische toepassingen die het dagdagelijkse leven verbeteren.” Haar werk leidde onder meer tot verbeteringen in gasturbines voor vliegtuigen, ruimtesatellieten en televisietoestellen. “Er zijn zoveel uitdagingen in verband met warmteoverdacht.”
Enkel in automotive kwam ze nooit terecht. “Ik heb wel altijd aan mijn eigen wagens gesleuteld. Ik herinner me nog dat de auto het niet meer deed en ik het hydraulisch systeem helemaal uit elkaar gehaald heb en weer opgebouwd. Ik stelde me er geen vragen bij. Het moest hersteld worden, dus deed ik het. Een mannelijke collega wilde erna niet meer meerijden in mijn wagen. Roland wel. Hij verbood me nooit om dingen te proberen.”
Nuttig bezig houden
Ook na haar officiële pensioendatum in ’87, bleef ze actief in de wereld van techniek. Ze werd geregeld gevraagd om in adviescomités haar expertise te komen delen. “Ik heb me altijd nuttig kunnen blijven bezig houden. Ook in het huis. Hier ben ik schrijnwerker, elektricien en alles wat nodig is.”
Twee handen op één buik
In ’51 trouwde Nancy Deloye met Roland Victor Fitzroy. “Ik wilde helemaal niet zo jong trouwen. Maar Roland en ik zijn altijd twee handen op één buik geweest. Een kans die ik dus niet kon laten passeren.” Ook een uitzonderlijk ingenieur trouwens, met een achtergrond in elektriciteit. Hij werd vlak na zijn studies (’43) gerekruteerd door het Amerikaanse leger en werkte bijvoorbeeld mee aan het Manhattan project, aan de zijde van Robert Oppenheimer. Hij kreeg een undercoverrol als fysicus aan de universiteit van Berkeley en dacht mee na over hoe het uranium verrijkt kon worden. “Dat is eigenlijk waar Iran vandaag mee bezig is. Maar hij wist toen al hoe het moest. Een knappe kop”, liet ze over die periode optekenen in een interview. Of beter twee knappe koppen samen die sinds 2011 geëerd worden met de Nancy Deloye Fitzroy and Roland V. Fitzroy medaille. Deze erkent baan-brekende bijdragen die hebben geleid tot een doorbraak in bestaande technologie of tot nieuwe toepassingen of nieuwe gebieden van techniek.
Project Hermes
De V2 (Vergeltungswaffe 2), met de technische naam Aggregat 4 (A4), was 's werelds eerste geleide ballistische langeafstandsraket. De raket, aangedreven door een raketmotor met vloeibare brandstof, werd tijdens de Tweede Wereldoorlog in nazi-Duitsland ontwikkeld om geallieerde steden aan te vallen als vergelding voor de geallieerde bombardementen op Duitse steden. De V2-raket werd ook het eerste kunstmatige object dat de ruimte in ging door de Kármán-lijn (rand van de ruimte) te overschrijden met de verticale lancering van MW 18014 op 20 juni 1944. Na de inname van de Mittelwerk V2 fabriek, nam het Amerikaanse leger genoeg onderdelen mee om 100 V2's te assembleren. Driehonderd treinwagons met V2 onderdelen en documentatie arriveerden op de White Sands Proving Grounds en General Electric personeel begon met het inventariseren van de onderdelen.