• 07/11/2012
  • |     BB

Vlaamse regering maakt nieuwe energieafspraken met de industrie

De Vlaamse regering heeft nieuwe 'energie beleidsovereenkomsten' goedgekeurd. Industriële bedrijven die investeren in energie-efficiëntie, genieten van tegemoetkomingen vanwege de overheid.

Trefwoorden: #Freya Van den Bossche, #kris peeters

Lees verder

Nieuws

( Foto: Rio Tinto )

ENGINEERINGNET.BE -- Er zijn het afgelopen decennium twee reeksen van 'energie beleidsovereenkomsten' met de Vlaamse industrie afgesloten: een eerste met de zeer energie-intensieve bedrijven (2002) en een tweede met de iets minder energie-intensieve bedrijven (2003).

In beide convenanten engageerden de bedrijven zich om bepaalde energiedoelstellingen te realiseren, waarvoor ze in ruil beroep konden doen op fiscale en andere tegemoetkomingen vanwege de overheid. Beide convenanten lopen af, en moesten worden verlengd.

Vlaams minister-president Peeters benadrukt dat de overeenkomsten passen in het Nieuw Industrieel Beleid van de Vlaamse regering: “Bedrijven die investeren in de verbetering van hun energie-efficiëntie zijn bedrijven die investeren in hun leefbaarheid op lange termijn, en zich indekken tegen schommelende energieprijzen”, aldus minister-president Peeters.

Minister van Energie Freya Van den Bossche noemt de nieuwe akkoorden een belangrijke stap in het realiseren van de energiebesparingsdoelstellingen van Vlaanderen. “We verwachten, ook op basis van de resultaten van de overeenkomsten met de industrie in het verleden, jaarlijks een verbetering van 1% in energie-efficiëntie te bereiken”, zegt Van den Bossche.

“Dat is erg belangrijk, op die manier draagt de Vlaamse industrie haar steentje bij tot het behalen van de Vlaamse energie- en klimaatdoelstellingen.”

De nieuwe energiebeleidsovereenkomsten moeten nog worden voorgelegd aan de Minaraad, de SERV, het Vlaams Parlement en de Europese Commissie. Ze zullen normaal in de loop van volgend jaar van start gaan. Vanaf dan kunnen de individuele bedrijven toetreden.


ACHTERGROND
De nieuwe energiebeleidsovereenkomsten hebben volgende krachtlijnen:

- Bedrijven moeten hun processen laten doorlichten, en een energieplan opstellen om maatregelen met een bepaalde terugverdientijd uit te voeren. Voor bedrijven die onderworpen zijn aan het Europese systeem van verhandelbare emissierechten (VER) moeten alle mogelijke maatregelen met een IRR (internal rate of return) groter dan 14% worden uitgevoerd, andere bedrijven moeten alle investeringen met een IRR van meer dan 12,5% uitvoeren.

- Voor maatregelen waarvan uit de doorlichting blijkt dat ze een IRR hebben van meer dan 10%, maar minder dan 12,5% resp. 14%, wordt er jaar na jaar bekeken of de investering inmiddels een hogere IRR heeft. Op die manier zullen er meer investeringen in energiebesparing komen.

- Bedrijven moeten een studie WKK/warmterecuperatie uitvoeren. Dit loopt vooruit op een verplichting vanuit de nieuwe Europese Energie-efficiëntierichtlijn (EED)

- Er wordt meer flexibiliteit voor de bedrijven ingebouwd: ze mogen alternatieve maatregelen voorstellen als die dezelfde energiebesparing met zich meebrengt.

- De ‘pardonnabiliteit’, al toegepast bij de economische crisis van 2008, wordt geofficialiseerd. In geval van uitzonderlijke economische omstandigheden kunnen bepaalde verplichtingen worden uitgesteld.

- Het is niet langer verplicht met externe energiedeskundigen te werken. Het Verificatiebureau kan dit wel opleggen als dit nodig blijkt uit een afgekeurd energieplan.