• 12/03/2013

Tumorgroei sterker afremmen met lokale chemotherapie (+video)

Met een combinatie van ultrageluid, temperatuurgevoelige nanodeeltjes en MRI is het mogelijk om een kankermedicijn lokaal in een tumor af te leveren en de tumorgroei af te remmen.

Trefwoorden: #MRI, #Philips, #Technische Universiteit Eindhoven, #tumor, #tumoren

Lees verder

research

( Foto: TU Eindhoven/Philips Research )

ENGINEERINGNET -- Tot deze conclusie komt de Nederlandse Mariska de Smet in haar promotieonderzoek aan de Nederalndse Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en bij Philips Research. Haar preklinische studies lieten zien dat de tumorgroei met deze lokale chemotherapie zelfs sterker wordt afgeremd dan bij reguliere chemotherapie.

De toevoeging van een imaging marker aan de chemo biedt bovendien de mogelijkheid te meten hoeveel geneesmiddel in de tumor terecht is gekomen.

Chemotherapie tegen kanker gaat niet zonder nare bijwerkingen. De giftige werking van het medicijn tast naast tumorcellen ook gezonde cellen aan, met misselijkheid, haaruitval of een verminderde werking van het immuunsysteem tot gevolg.

Wetenschappers onderzoeken al jaren het beeldgeleid toedienen van geneesmiddelen met zogenoemde medicijnkoeriers: deeltjes of capsules die, zichtbaar gemaakt op een beeldscherm, het medicijn door het lichaam vervoeren en in de tumor laten vrijkomen. Dit maakt hogere doseringen van het medicijn mogelijk, terwijl de rest van het lichaam buiten schot blijft.

De TU Eindhoven en Philips Research doen al een aantal jaar onderzoek naar een dergelijke methode, waarbij temperatuurgevoelige liposomen (vetbolletjes) de rol vervullen van medicijnkoerier.

De vetbolletjes bevatten een medicijn en een contrastmiddel dat in een MRI-scan zichtbaar wordt. Na injectie in het bloed transporteren de bolletjes het medicijn door het lichaam.

Met MRI wordt de locatie van de tumor vastgesteld, waarna het gebied rondom de tumor met ultrageluid opgewarmd wordt. Door de verhoogde temperatuur gaan de vetbolletjes hier open en komen het medicijn en het contrastmiddel vrij.

Mariska de Smet heeft in haar promotieonderzoek aan de TU/e, waar ze werd begeleid door prof.dr. Holger Grüll, aangetoond dat deze methode effectief is. Na behandeling met de techniek bleek de groei van tumoren te worden afgeremd.

Het effect was zelfs sterker dan bij reguliere chemotherapie het geval was. Ook liet De Smet zien dat de vrijkomende contrastvloeistof een goede indicator is voor de mate waarin de groei van de tumor wordt afgeremd; hoe meer contrastvloeistof zichtbaar was, hoe groter het effect van de chemobehandeling bleek te zijn.

Omdat je direct de afgifte van het medicijn kunt meten zou dit de arts in de toekomst de mogelijkheid kunnen geven al vrij snel te besluiten om nog een keer te behandelen of om een andere behandeling te beginnen.

Het onderzoek van De Smet was preklinisch van aard. Voordat de methode in de kliniek bij patiënten op zijn therapeutische werking onderzocht kan worden dienen volgens De Smet nog een aantal praktische obstakels weggenomen te worden. Het zal naar verwachting nog tien tot vijftien jaar duren voor de nieuwe technologie voor patiënten beschikbaar komt.


(GL)

De foto toont promovendus Mariska de Smet (links) tijdens het prepareren van de liposomen.

Video: