• 01/08/2013

Regeneratie lichaamsdelen komt stapje dichterbij

Wetenschappers ontrafelen hoe de ene worm wel en de andere niet regenereert na het verliezen van lichaamsdeel. Een belangrijke eerste stap, aldus onderzoeker Jochen Rink van Max Planck Institute.

Trefwoorden: #Jochen rink, #Max Planck Institute of Molecular Cell Biology and Genetics, #Schmidtea mediterranea

Lees verder

Nieuws

( Foto: Dendrocoelum lacteum, Wikipedia )

ENGINEERINGNET - Onderzoekers van het Max Planck Institute of Molecular Cell Biology and Genetics in Dresden onder leiding van Jochen Rink ontdekken hoe een worm kan regenereren.

Waarom kan een konijn, een kikker bijvoorbeeld niet genereren en een zebravis en een platworm wel? Dit is de expertise van de onderzoeksgroep van Jochen Rink.

Zijn wetenschapsgroep is nu een stapje verder in het begrip van de factoren die de regeneratie reguleren. Ze ontdekten een cruciale moleculaire schakelaar in de platworm Dendrocoelum lacteum dat beslist of een verloren kop kan worden geregenereerd of niet.

Straffer nog, de wetenschappers hebben de genetische circuits van de worm op een dusdanige wijze kunnen manipuleren dat deze het regeneratievermogen bezit om volledig te herstellen. Zou kon de worm zich na het verliezen van zijn hoofd, zich herstellen na 21 dagen.

Doorgaans bestudeert onderzoeker Rink de platworm soort Schmidtea mediterranea. Deze worm staat bekend om zijn uitstekende regeneratieve capaciteiten en is daarmee een populair model in regeneratieonderzoek. Rink legt uit dat bij het snijden van de worm in 200 stukken, elk stuk individueel regenereert.

Bij een ander onderzoek namen de onderzoekers platworm Dendrocoelum lacteum, een verwante neef van de Schmidtea mediterranea onder handen. Hier kwamen de onderzoekers tot de vaststelling dat de genen van beide dieren die verantwoordelijk zijn voor de regeneratie, bij beide dieren verschilden. De Dendrocoelum lacteum bleek bijvoorbeeld niet in staat om na het verlies van zijn hoofd nog te regenereren.

In een volgende stap zetten de onderzoekers een moleculair knopje om en kwamen ze tot de verrassende vaststelling dat het dier plots wél in staat was om zijn hoofd te regenereren. Tot op heden werd er verondersteld dat men daarvoor honderden verschillende knopjes moest herzetten.

"We hebben aangetoond dat we door aan elkaar verwante soorten met elkaar te vergelijken, inzicht kunnen krijgen in waarom sommige dieren wel en andere dieren niet aan regeneratie doen. Dat is een belangrijke eerste stap", stelt Jochen Rink.


(LVD)