• 21/08/2013

Rode cijfers bij Nederlandse spoorwegen, met dank aan Fyra

De Nederlandse spoorwegen leiden in de eerste jaarhelft van 2013 een verlies van 76 miljoen euro. Met dank aan een verplicht te nemen provisie van 122 miljoen voor het Fyra-debacle...

Trefwoorden: #ansaldobreda, #fyra, #hogesnelheidslijn, #nederlandse spoorwegen, #nmbs, #V250

Lees verder

Nieuws

( Foto: NS, beschadigde bodemplaat )

ENGINEERINGNET – Waar is de eerste zes maanden van 2012 de Nederlandse Spoorwegen (NS) nog een winst boekte van 147 miljoen euro, is het resultaat in het eerste half jaar van 2013 een verlies van 76 miljoen euro geworden.

Volgens de NS komt dit ‘vooral door het boekhoudkundig moeten nemen van mogelijke verliezen op het V250-dossier (Fyra), minder vervoersopbrengsten op het binnenlandse net en hogere operationele kosten’.

Bovendien was 2012 voor de NS een uitzonderlijk goed jaar, door de verkoop van Stadskantoor Utrecht, wat in dat boekjaar voor eenmalige hoge opbrengsten zorgde, zo luidt het in het halfjaarbericht.

Een en ander neemt niet weg dat de resultaten van NS vooral te lijden hebben gehad van het Fyra-debacle.

Nadat de Belgische NMBS begin juni had besloten zijn bestelling voor de V250-stellen van AnsaldoBreda te schrappen, liet later in dezelfde maand ook de NS weten de Italiaanse treinen niet meer te zullen inzetten voor de Fyra-hogesnelheidslijn Brussel-Amsterdam.

Omdat de Nederlandse maatschappij nu al rekening houdt met ‘additionele verliezen op het HSL-contract in de periode 2013/2014 als gevolg hiervan’, schreef ze meteen een provisie - een 'dotatie' - van 122 miljoen euro in de boeken. Zonder dit bedrag zou de NS in principe dus in de eerste zes maanden 46 miljoen winst gemaakt hebben.

De V250-treinen waren al op 17 januari uit dienst genomen. De directe aanleiding was toen een incident waarbij een bodemplaat losliet (foto).

NS riep daarna een technische Taskforce in het leven. ‘Op basis van uitgebreid onderzoek komt NS tot de conclusie dat doorgaan met de V250 niet verantwoord is en niet wenselijk voor de reiziger’, zo klonk het bij onze Noorderburen.


(Bert Belmans)