ENGINEERINGNET.BE – Jaarlijks voert het Vlaamse digitale onderzoekscentrum iMinds een wetenschappelijk onderbouwde steekproef uit over mediabezit en -gebruik in Vlaanderen.
Dit jaar legde het onderzoek enkele opmerkelijke trends bloot: de gemiddelde Vlaming is absoluut niet bereid extra te betalen voor tv-content of andere gadgets zoals het doorspoelen van reclameblokken.
Ze verkiezen uitgesteld kijken, blijkt uit de rondvraag: het aantal Vlamingen dat dagelijks naar live tv-programma’s kijkt, daalde in één jaar spectaculair, van 71% naar 55%.
De daling blijkt bovendien niet te worden opgevangen door meer inkomsten uit betalende on-demand content. Integendeel, vandaag zijn er minder Vlamingen die voor een film of een tv-programma betalen dan een jaar geleden, zo wijst de studie uit. Ze verkiezen wel zoveel mogelijk programma's op te nemen: de recorder zit voller dan ooit.
Wat wél in de lift zit, is het gebruik van zogenaamde tweede en derde schermen - computers, laptops, tablets - waarmee programma’s kunnen worden bekeken waar en wanneer dit de kijker het beste past.
Vandaag bezit 41,4% van de ondervraagde Vlamingen een tablet, 47,6% een smartphone. Domeinen waar betalende content daar aanslaat, zijn digitale muziek, digitale boeken/tijdschriften en apps: 23,4% heeft ooit al betaald voor online muziek, 67% van de tablet-bezitters leest digitale boeken en tijdschriften, en 52,6% van de ondervraagde smartphone-bezitters heeft betalende apps. Bij de tablet-gebruikers is dit zelfs 60%.
Voor het eerst zijn nieuwssites – zoals Engineeringnet - populairder dan de papieren krant als dagelijks gebruikte nieuwsbron. Nieuwssites zijn ook de enig duidelijke stijger binnen de 4 grote nieuwsbronnen (radio, tv, krant en nieuwssite).
ONZE MENING
De Vlaamse audiovisuele media reageerden alvast sceptisch op het onderzoek, hoewel dit duidelijk conform de wetenschappelijke maatstaven is uitgevoerd. Zij slaagden erin het nieuws meer dan een week tegen te houden, en eisten dat de researchers hun onderzoeksresultaten nogmaals onder de loep zouden nemen.
Vooral het stevig dalend aantal Vlamingen - van 71% naar 55% - dat dagelijks live naar tv kijkt, deed naar verluidt 'vragen rijzen bij de televisiezenders omdat zij zich baseren op CIM-onderzoek dat aangeeft dat het dagelijkse bereik van live-televisie constant blijft op 70%'.
Een daling van het aantal live-kijkers met niet minder dan 22,5% - in slechts één jaar - zou wijzen op een drastische trendbreuk. Uberhaupt het in vraag stellen van de CIM-meetmethode ligt zeer gevoelig bij de media, die voor hun reclame-inkomsten afhankelijk zijn van de betrouwbaarheid van deze meetgegevens.
Een (zeer) diplomatische Wim Van Daele, persattaché van het geviseerde iMinds: "We zijn tot de conclusie gekomen dat er niks mis is met de methodes van CIM en Digimeter, maar dat ze twee verschillende zaken meten die je moeilijk kan vergelijken."
"CIM is een technologische meting die de kijkduur in volume meet – het aantal minuten waarop het tv-signaal volgens de live-programmatie op het scherm komt. Digimeter is een publieksmeting waar we op basis van zelfrapportering vragen wat eindgebruikers in huis hebben en hoe ze dat gebruiken. Digimeter meet niet in termen van volume, maar is gebaseerd op rapportering van hun gebruik, en beleving van dat gebruik."
"Hoe dan ook is 2013 een jaar waarin we een aantal duidelijke signalen opvangen dat de Vlaming in een andere tv-omgeving is terecht gekomen, waarin hij zijn tv-gedrag anders gaat beleven."
(Bert Belmans)
ACHTERGROND
Het Digimeter-rapport wordt binnen iMinds gedragen door het iLab.o en ondersteund door het Media Innovatie Centrum. De proeftuinonderzoekers van iLab.o reiken onderzoeksmethodes aan, helpen bedrijfsmodellen te ontwikkelen, en initiëren en begeleiden gebruikersonderzoek – waarbij de betrokkenheid van de eindgebruikers centraal staat.
Het Rapport wordt geproduceerd op basis van een enquête die elk jaar wordt voorgelegd aan een – statistisch representatieve – groep van meer dan 1.000 Vlamingen (vanaf 15 jaar). De data worden gebruikt in het kader van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek, en worden dus niet vrijgegeven voor commerciële doeleinden.
