ENGINEERINGNET - Eén zaak staat vast: niemand kan vandaag voorspellen waartoe Industrie 4.0 uiteindelijk zal leiden, welke vorm het zal aannemen en wat de impact op de verschillende types van productie zal zijn.
Of meer concreet: hoe smart Industrie 4.0 producten er zullen uitzien. Daarvoor verkoopt de technogische vooruitgang vandaag - in tegenstelling tot enkel decennia geleden - te grillig.
Het enige waar min of meer iedereen het over eens is, is dat de samensmelting van op internet gebaseerde datasystemen met slimme machines zal leiden tot productiviteits- en efficiëntiewinsten.
Essentieel: the Cloud
Feit is dat de digitalisering van het productie-apparaat tot gigantische hoeveelheden data 'in the cloud' zal leiden. 'The cloud' is daarbij essentieel, in die mate zelfs dat de Amerikanen - die het uiteraard groter zien - in hun visie eerder van het 'Internet der Dingen' spreken.
Naast de slimme ijskast, wasmachine of zelfrijdende auto à la Google, is ook de fabriek van de toekomst daar slechts één facet van. Denk daarbij aan machines die zelfstandig informatie sharen, zichzelf monitoren, automatisch slijtage aan gereedschappen meten en zich zelfs 'on the fly' kunnen finetunen en optimaliseren.
«Het voordeel van bijvoorbeeld online conditiemonitoring is dat er geen momentopname gemaakt wordt van een willekeurig punt in de tijd, maar dat veranderingen continu en over lange periodes vastgelegd worden. Dat is in feite de basis van preventieve conditiebewaking», geeft Christian H. Kienzle, CEO van de Duitse vereniging van machinebouwers VDMA, als voorbeeld.
Toch zetten heel wat fabrikanten en constructeurs nu al de eerste, zij het zéér voorzichtige stapjes in de richting van Industrie 4.0. Ze nemen volop deel aan de talloze initiatieven en clusters die sterk gepromoot - én gesubsidieerd - worden door de Duits overheid.
Zo is bijvoorbeeld Bosch Rexroth als één van de eerste industriële bedrijven begonnen met het verwerven van kennis door van start te gaan met twee pilootprojecten in zijn eigen productie.
Wat er in deze projecten geleerd wordt, vloeit direct terug naar de ontwikkelingsingenieurs om zo in de designfase al dan niet geïntegreerd te worden in toekomstige producten of productieprocedés.
Managing Director Günter Schrank van Parker Hannifin op zijn beurt: «Wij zijn volop systemen aan het ontwikkelen die zowel gebruikt kunnen worden om complexe, zelfsturende productieplants te bouwen als om bestaande plants te retrofitten met intelligente systemen. Op die manier maken we ze 'Industrie 4.0 ready'».
Zeker een bezoek waard in verband met difitalisering is ook de nieuwe Additive Manufacturing Plaza.
België en Nederland tellen elk al één vakbeurs over het thema (Rapidpro in Eindhoven en 3DPbrussels, beide in 2015), maar de nieuwe plaza brengt internationale ontwikkelingen en focust louter op industriële machines, materialen en procedés.
Je vindt de plaza in de hal 'Digital Factory'.
Hannover Messe, 13 tot 17 april 2015
