ECN-onderzoek: biobrandstof van tweede generatie wordt goedkoper

Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) heeft een nieuwe technologie ontwikkeld die de productie van duurzame biobrandstoffen uit biomassa met 10 tot 15 cent per liter goedkoper kan maken.

Trefwoorden: #biobrandstof, #Cellulase Saver, #CO2-uitstoot, #ECN, #Energieonderzoek Centrum Nederland, #nieuwe methode

Lees verder

Techniek

( Foto: Thamizhpparithi Maari - Wikimedia Commons )

ENGINEERINGNET.NL - De nieuwe methode heet Cellulase Saver, waarmee betaalbare biobrandstoffen van de zogeheten tweede generatie weer een stapje dichterbij komen.

Onderzoekers Arjan Smit en Wouter Huijgen van ECN: "Uiteindelijk moeten biobrandstoffen tweedde generatie qua kostprijs kunnen concurreren met fossiele brandstoffen.”

De eerste generatie bio-ethanol, dat nu tot 5% bij gewone benzine aan de pomp wordt bijgemengd, wordt geproduceerd uit het eetbare deel van biomassa, zoals maïs. Dat wordt gezien als minder duurzaam omdat het zorgt voor verdringing van voedsel en schaarse landbouwgrond.

Biobrandstoffen van de tweede generatie worden gemaakt uit niet eetbare delen van biomassa, met name uit bosbouw- en landbouwresiduen, zoals maïsstengels, tarwestro of bagasse (een restproduct van suikerriet).

Dat levert meer CO2-besparing op dan biobrandstoffen van de eerste generatie en geeft geen verdringingseffect.

De productie hiervan is echter technisch ingewikkelder en duurder. Daardoor zijn deze biobrandstoffen zonder subsidie economisch gezien nog niet rendabel.

Volgens berekeningen van het Internationaal Energie Agentschap zal er in 2018 al ruim 9 miljard liter aan tweede generatie biobrandstoffen geproduceerd worden.

Bij de productie van biobrandstoffen gaat het erom cellulose uit vezelhoudende gewassen als stro en andere reststromen uit de landbouw vrij te maken. Vervolgens worden enzymen toegevoegd (cellulases) om de cellulose af te breken tot suikers die daarna gefermenteerd worden tot bijvoorbeeld ethanol. De enzymen zijn in dit proces een grote kostenfactor.

Door de biomassa tijdens een extra stap eerst met water te wassen en daarna te filteren is ECN erin geslaagd eiwitten te onttrekken die later in het proces weer worden toegevoegd.

Deze eiwitten verbeteren de werking van de enzymen. Dat scheelt 10 tot 15 cent per liter biobrandstof.

Om de gepatenteerde technologie verder door te ontwikkelen en op grotere, industriële schaal te kunnen toepassen, wil het onderzoeksinstituut samenwerken met internationale bioraffinaderijen en proeffabrieken.