ENGINEERINGNET.NL - Onbemande luchtvaartuigen (‘drones’) worden wereldwijd traditioneel voor militaire toepassingen ingezet. Momenteel breiden ook commerciële en civiele markten uit door innovaties in telecommunicatie, ‘internet of things’ en mobiele toepassingen.
Enkele jaren geleden startte Cornelius Wicks Head Communications op binnen het ESA Business Incubation Centre (ESA BIC) in Noordwijk.
Als startup volgde hij daar een ontwikkelingsprogramma, ondersteund door financiering van de overheid en van ESA. ESA BIC helpt startende ondernemers die ruimtevaarttechnologie willen vermarkten in andere sectoren.
Wicks werkte ook nauw samen met specialisten van NASA en studententeams van de TU Delft, Rotterdam School of Management en Vrije Universiteit Amsterdam. Dat leidde onlangs tot een vruchtbaar resultaat: een nieuw product voor onbemande voertuigen onder de naam ‘Beyond Line of Sight’ (BLOS).
BLOS is hardware én software. Het kastje wordt geplaatst in een bemand of onbemand voertuig of elders in de infrastructuur. Vervolgens is het in staat om bijvoorbeeld inspecties van pijpleidingen of hoogspanningsdraden uit te voeren, eventuele lekken in olietankers op te sporen of GPS-locaties door te sturen naar een centraal punt.
Het versturen en ontvangen van data tussen het voertuig en het centrale station verloopt realtime en zou vijf keer sneller zijn dan wat huidige systemen kunnen.
Bovendien worden data door hoge compressie verkleind van 100% naar minimaal 10% en is er geen vertraging van het netwerk. Dat is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de traditionele reductie van ongeveer 25%.
Internet of Things is nu al een enorme belasting van het internet. BLOS moet ertoe bijdragen dat het volume van data beperkt blijft.
Het bedrijf heeft een internationaal consortium opgericht dat het product vanaf september 2015 gedurende drie jaar gaat testen in de logistieke sector.
Dit ‘proof of concept’ programma richt zich op onbemande levering van exprespakketten. Partners in het team zijn toonaangevende logistieke- en telecombedrijven uit Nederland, Verenigd Koninkrijk en België.
De resultaten zullen geanalyseerd worden om te komen tot verdere ontwikkeling van het product voor de eindklant, een logistieke dienstverlener. De pilot wordt uitgevoerd op geselecteerde locaties: twee in het Verenigd Koninkrijk en één in Nederland.
Head Communications is van start gegaan met vier medewerkers. Wicks werkt ook nauw samen met een team van vijf studenten van de TU Delft en de Rotterdam School of Management.
De verwachting is dat het bedrijf snel zal groeien naar ongeveer 25 medewerkers.
Op de foto vlnr.:
Karim Adarghal (gemeente Den Haag), Philip Meijer (InnovationQuarter), Kim van Loon (Steenworp Vestigingsadviseurs Haaglanden), Cornelius Wicks (Head Communications), Chris van Voorden (InnovationQuarter) en Martijn van Hoogenhuijze (InnovationQuarter).
