ENGINEERINGNET.BE - De investeringen die de komende jaren in offshore windenergie op de Noordzee staan gepland zijn gigantisch. De oeverstaten van de Noordzee willen daarom tot afspraken komen over hun rol in de investerings-, engineering en bouwprojecten, zoals het afstemmen van subsidiestromen, de ruimtelijke planningsregels op zee, de netwerkontwikkeling en de standaardisatie op het gebied van onderdelen van windturbines.
Zo'n gecoördineerde aanpak tussen de overheden moet enerzijds de investeerders rechtszekerheid geven, en anderzijds innovatie in de hand werken. Hierbij wordt gekeken naar juridisch zaken, maar zeker ook naar meer technische afspraken over hoe om te gaan met praktische zaken als markering, gezondheids- en veiligheidsaspecten.
De verwachtingen zijn hooggespannen: velen zien de knowhow die de afgelopen jaren op de Noordzee met windenergieprojecten werd opgebouwd als een kans om het "energetische Silicon Valley van West-Europa" uit te bouwen. Het biedt alvast het waterbouwkundig sterke Nederland, maar ook verschillende Belgische bedrijven in de bouw- en engineeringsector nieuwe kansen op internationale projecten.
Nadat in oktober vorig jaar de Benelux-landen in Oostende al een grote Noordzeeconferentie organiseerden, wordt vandaag de rol van de Benelux als overlegplatform geformaliseerd. De afgelopen 5 jaren werden de vergaderingen van het "North Sea Offshore Grid Initiative" al georganiseerd door het Secretariaat-Generaal van de Benelux op basis van een Memorandum of Understanding dat in 2010 door 10 landen werd getekend.
ACHTERGROND
De betrokken oeverstaten zijn, naast de Europese Commissie: Denemarken, Duitsland, Ierland, Noorwegen, Zweden en Frankrijk, en de Benelux-landen.
