Driehonderd maintenance technici over jobtevredenheid

Meer dan driehonderd maintenance technici bij zestien verschillende bedrijven vulden een gedetailleerde vragenlijst in over de dagdagelijkse realiteit van hun job.

Trefwoorden: #jobtevredenheid, #maintenance, #Manpower, #technici, #veiligheid

Lees verder

HR

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - We vroegen naar hun jobtevredenheid en wat ze dachten over de praktijk in maintenance, veiligheid, werkkwaliteit en reliability cultuur. *

Volgens de 2015 Manpower Talent Shortage Review ervaren werkgevers wereldwijd meer problemen om vacatures in te vullen. Op een jaar steeg hun aandeel van 36% naar 38%. Goed geschoolde arbeiders, mechaniciens en elektriciens, zijn het moeilijkst te vinden.

De categorie ‘andere technici’ komt op de vierde plaats. Technische jobs zijn het moeilijkst in te vullen in Argentinië, Brazilië, Costa-Rica en China en ze zitten in de top drie in 18 van de 41 bevraagde landen.

In Noord-West Europa zijn ‘geschoolde vaklui’, waaronder elektriciens en mechaniciens, het moeilijkst te vinden in België, Frankrijk, Duitsland en Nederland. Andere technici komen op de derde plaats. In Frankrijk, een uitzondering, komen technici pas op de zevende ‘moeilijkste’ plaats. Frankrijk reikt immers maintenancediploma’s uit die een redelijk aantal studenten naar het beroep zuigen. Hogescholen bieden beroepscertificaten en professionele baccalaureaten in maintenance aan. De universiteit levert de graad van Maintenance Technicus in een tweejaren programma dat zowel een academische als een praktische opleiding omvat met stages en leerlingstelsels.

Technisch geschoold personeel aantrekken en vasthouden is een globale uitdaging. Wie een aantrekkelijke werkgever voor technisch personeel wil worden of blijven, kan sleutelen aan vijf magneet- of aantrekkingskernen:

  1. Beschikbaarheid van resources, materialen en gereedschappen,
  2. De relatie tussen (maintenance) technici en operations,
  3. Leiderschap, management en ondersteuning van technici,
  4. Management van de maintenancekwaliteit,
  5. Bottom-up participatie van technici in het beleid.

Scoren in deze magneetkernen leidt tot meer werknemertevredenheid en minder personeelsverloop. In slechts drie deelnemende bedrijven was er niet één technicus van plan op te stappen. Dat zette tegelijk de benchmark.

Goed scoren op deze aantrekkingskernen heeft het nevenvoordeel dat technische medewerkers het bedrijf als een goede werkgever promoten in hun persoonlijke netwerk van collega technici elders. Een magneetbedrijf heeft het makkelijk om nieuw technisch personeel aan te trekken.

Jobtevredenheid van de technicus
We onderzochten scoreverschillen tussen technici bij asset owners en technici bij maintenance contractors. Dienstbedrijven scoren gemiddeld 12% beter in magneetkern- factoren, wat resulteert in een hogere jobtevredenheid.

Maar asset owners zouden, zo blijkt uit de bevraging, er beter aan doen een ‘job well done’ te erkennen en technici te laten deelnemen in beslissingen over maintenancebeleid. Technici klagen dat het bedrijfsmanagement te weinig oor heeft voor hun bekommernissen. Anderzijds appreciëren technici bij asset owners het meest goede werkrelaties tussen operations en maintenance en het feit dat het management maintenance van een hoge kwaliteit verwacht. Anderzijds scoort dit laatste punt ook zeer goed bij technici van maintenancecontractors. Misschien is dat wel de reden voor de hogere tevredenheidscijfers van die laatsten.

Tien procent van de maintenance technici is ontevreden met zijn baan en 16 à 17% heeft de intentie op te stappen zodra een gelegenheid zich voordoet. Het is echter opvallend dat meer dan een kwart (28%) van de technici bij een asset owner, bij een jobwissel tegelijk uit het maintenanceberoep zou stappen. Bij wie voor een contractor werkt is dat maar 7% maar meer dan een derde die er van job zou veranderen, zou graag ruilen voor een baan bij een asset owner.

Reliability cultuur op de werkvloer
Het onderzoek leverde interessante inzichten over de reliabilitycultuur in bedrijven. Eerst het goede nieuws. Tussen 30% en 40% van de maintenancetechnici denkt dat de kwaliteit van het uitgevoerde maintenancewerk er het voorbije jaar op vooruit ging.

Anderzijds, beweerde 15% van de technici bij asset owners dat de kwaliteit van het werk er op achteruit ging. 30% is er maar een beetje zeker van dat de uitrusting na een interventie betrouwbaar zal werken. 6 à 7% van de technici bij asset owners heeft de indruk aan onbetrouwbare uitrusting te werken en 13% voelt dat het bedrijfsmanagement niet ageert op meldingen van technische problemen. Deze cijfers bevestigen de More4Core benchmarkstudie: er is nog steeds ruimte voor verbetering in assetprestaties.

De survey toont aan dat maintenancetechnici zien dat het belangrijk is te voorkomen dat breakdowns zich herhalen. Toch blijven er belangrijke pijnpunten: toegang tot informatie, ook technische informative en gebrek aan communicatie tussen shifts, leidt tot het missen van essentiële maintenanceinformatie.

Veel bedrijven kunnen onnodige stilstanden vermijden met eenvoudige maatregelen zoals het voorkomen van slijtage door een betere smering en het vervangen van componenten zodra dat noodzakelijk wordt.

Het kan nog veel beter. 32% van de technici stelde dat ze te weinig tijd heeft om de oorzaak van een defect op te sporen. Een kwart had onvoldoende tijd om technische tekeningen en documentatie te actualiseren of om te voorkomen dat hetzelfde defect in de toekomst nog optreedt.

Wegens tijdsdruk slaagde bijna 15% van de technici er niet in de machine waaraan gewerkt moest worden stil te leggen. Ze gebruikten ook niet het juiste liftmateriaal voor zware componenten.

Tijd voor actie
Het onderzoek toont dat onze productiebedrijven veel ruimte voor verbetering hebben in maintenance en reliability. Dat betekent productiviteit en competitiviteit. Een survey van technici geeft interessante indicaties over toekomstige reliabilityprestaties van een fabriek en levert ook zeer interessante input over verbeterpunten waaraan een bedrijf kan werken om technisch talent aan te trekken en te behouden.


Door Wim Vancauwenberghe, directeur van BEMAS

* Het onderzoek gebeurde in het kader van het Europese MORE4CORE INTERREG IVB project dat tot doel had de marktintegratie, de mobiliteit van de werknemers en innovatie te bevorderen in de Maintenance, Repair en Overhaul (MRO) sector in Noord-West Europa.