ENGINEERINGNET.BE -- Volgens technologiefederatie Agoria wordt 2013 een, opnieuw, moeilijk jaar voor de technologische industrie in België.
Ze verwacht een lichte achteruitgang van productie (-2,3 %) en werkgelegenheid (- 3300 jobs). Daarbij weegt vooral de impact van de sluiting van Ford Genk sterk door.
Toch maakt een aantal beter presterende sectoren een deel van dit verlies goed: de sectoren ICT, luchtvaart en contracting & maintenance verwachten namelijk een lichte groei.
Onze export groeit trager dan in de buurlanden, waardoor de industriële werkgelegenheid in de technologiesector jaarlijks met 1,5% afnam sinds 1995, geeft Agoria nog mee. Het is een cijfer dat duidelijk hoger licht dan in de eurozone als geheel: daar daalde de werkgelegenheid slechts 0,3% per jaar, over dezelfde periode.
Voorts stelt Agoria dat “het meest verontrustende het verlies aan marktaandeel van onze bedrijven in de EU is. Op tien jaar tijd verloor ons land 20 procent van zijn marktaandeel binnen de EU.”
“Op de verre markten daarentegen groeide onze export sneller dan die van de andere Europese landen. Hier speelt het kostenelement minder door, want op de verre markten kunnen we in bepaalde niches onze innovaties en specialisaties uitspelen.”
Om uit deze problemen te raken, raadt Agoria aan dat de overheid de industrie helpen door “investeren te belonen, een fiscaal beleid met langetermijnvisie, innovatie te steunen en de loonkostenhandicap weg te werken.”
(KV) (foto Arcelor Mittal)
ACHTERGROND
*Agoria somt volgende redenen voor de achteruitgang van de tewerkstelling in de industrie op:
1) Competitiviteitsverlies: De hoofdreden van het jobverlies heeft te maken met competitiviteitsverlies ten opzichte van andere landen. Indien tijdens de periode 1995-2012 de Belgische export even sterk zou gegroeid zijn als die van de buurlanden, zou ons productieniveau 20% hoger hebben gelegen.
2) Outsourcing: een deel van de niet-kernactiviteiten (gaande van het uitbaten van bedrijfsrestaurants over onderzoek tot onderhoud) van de industriële bedrijven werd uitbesteed aan de dienstensectoren. Deze jobs gingen niet verloren, maar worden nu in andere sectoren meegerekend. In 1995 vertegenwoordigden de aangekochte ondersteunde diensten 10% van de loonmassa. In 2008 was dit opgelopen tot 24%. Industrie schept dus steeds meer jobs buiten de eigen bedrijfsmuren.
*Ondertussen wordt er ook minder geïnvesteerd, stelt de technologiefederatie. De “technologiebedrijven zullen in 2013 vijf procent minder investeren dan in 2012, en een stuk onder het niveau van voor de crisis.”
Agoria stelt voor de investeringen aan te zwengelen door:
1) afschrijvingen bij investeringen te verbeteren
Om de financiering van ondernemingen weer op gang te krijgen, kun je een investeringsaftrek invoeren. Agoria vraagt een beter afschrijvingsregime van materiële en immateriële investeringen in de industrie. Zo zou de lineaire afschrijving kunnen worden verdubbeld en moet het mogelijk worden om te opteren voor een vrij afschrijvingsregime.
Wat het aantrekken van nieuwe middelen betreft, zou men tax shelter-systemen zoals die reeds voor de film bestaan, kunnen uitbreiden naar industriële bedrijven. Via een ‘tax shelter’ voorzien de overheden al in een belastingvermindering voor ondernemingen die in een filmproject investeren.
2) voldoende waarde te hechten aan notionele interestaftrek voor investerende bedrijven
Beloon diegenen die investeren en risico nemen. Dat kan door de overdraagbaarheid van de notionele interestaftrek te herstellen voor bedrijven die investeren in de modernisering of uitbreiding van hun installaties. Het debat rond multinationals die in ons land financiële vehikels oprichten, heeft niets te maken met de echte economie. Het merendeel van de bedrijven, waaronder heel wat KMO’s, die gebruik maken van de notionele, investeren hier en creëren jobs. Voor hen blijft de notionele een erg belangrijk instrument om de hoge ondernemingskost in ons land te laten dalen.
