• 12/03/2013

Expats zijn essentieel voor het succes van Atlas Copco

Werken met expats: het is niet evident en het kost handenvol geld. Maar volgens de bedrijven die het doen, is het zeker de inspanning en investering waard.

Trefwoorden: #atlas copco, #compressoren, #expats, #Kristian Vandenhoudt, #Lawrence Githinji

Lees verder

HR

Download het artikel in

Een verrijking van de bedrijfscultuur, een efficiëntere vertaling van de strategie naar de buitenlandse vestigingen, tevreden werknemers, ..., het zijn maar enkele van de vele voordelen. Atlas Copco is in elk geval voor het idee gewonnen en werkt al jaren met expats. Vice President HR van Atlas Copco Compressor Technique Service Division, Kristian Vandenhoudt, vertelt waarom...

Bij Atlas Copco werken er 3.800 personen, waarvan 380 expats. Deze bevinden zich meestal in één van de hoofdzetels, maar er worden ook geregeld mensen naar andere landen gestuurd. «Eigenlijk werken we met expats omwille van vijf redenen», start Kristian Vandenhoudt zijn betoog.

«Eerst en vooral is er de kennisoverdracht, en dit in twee richtingen. We willen onze beslissingen en strategiëen efficiënt ‘vertalen’ naar de vestigingen wereldwijd. En ook het introduceren van nieuwe producten en technieken gebeurt veel beter op die manier. Anderzijds is het interessant om mensen uit onze afzetmarkten naar de hoofdzetel te brengen, zodat wij de finesses van de cultuur leren kennen. Want op die manier is het gemakkelijker om een strategie voor dat bepaalde land op te zetten, problemen op te lossen,...

Een tweede reden bestaat erin carrièremogelijkheden voor onze mensen te scheppen. Een ervaring in het buitenland helpt immers om je zowel op kennis- als persoonvlak te ontwikkelen. Tevens is het een manier om werknemers die de drang naar een internationale carrière hebben, een kans te bieden om hun droom te verwezenlijken.

Een derde voordeel van het werken met expats is dat je gemakkelijker de juiste persoon op de juiste positie kunt zetten.

Vierde pluspunt is dat je dankzij expats ook (al dan niet tijdelijke) tekorten aan personeel in een bepaald vakgebied kunt invullen. Zo is het bijvoorbeeld niet ondenkbaar dat we ingenieurs uit Spanje, Italië, ..., naar hier zullen overbrengen.

Tenslotte betekenen expats een verrijking voor de cultuur van het bedrijf. Vooral in een internationale firma zorgt het voor een weerspiegeling van de organisatie: we werken internationaal, dus is het maar normaal dat we ook een internationaal team hebben.»

Preventief mislukking voorkomen
Ondanks de vele voordelen heeft de medaille echter ook een keerzijde: het financiële luik. Want expats betekent echt wel investeren in mensen. Kristian Vandenhoudt: «Naast het loon – dat over het algemeen hoger ligt als voor een soortgelijke functie in het thuisland – betalen we eveneens de behuizing, scholen, vliegtickets om thuisfront te bezoeken, activiteiten voor het gezin, begeleiding, ...

Tijdens de sollicitatie laten we de expat ook naar de hoofdzetel overkomen voor gesprekken en we sturen de kandidaat met zijn partner voor een week naar het betreffende land om na te gaan of ze er wel kunnen wennen. Het is evident dat het kostenplaatje op deze manier oploopt. Maar we investeren liever iets meer om op zeker te spelen: we willen dat zowel de expat als zijn/haar familie aanvoelt dat het de juiste keuze is om tijdelijk naar het buitenland te gaan.

En dat kan alleen als je een kader schept waarin ze geen zorgen hebben en er voor de partner een toegevoegde waarde is. Want als het verkeerd loopt, is het meestal omdat het gezin zich niet thuis voelt. Dankzij onze aanpak hebben we echter minder dan 1 % mislukkingen. Meer nog: een grote groep van de expats is zo door het virus gebeten dat ze heel hun carrière in het buitenland blijven.»

Vooral ingenieurs
Het merendeel van de expats bij Atlas Copco zijn ingenieurs. Kristian Vandenhoudt: «Dit heeft vooral met de aard van onze activiteit te maken. Zo werken in de site van Wilrijk 700 mensen met een ingenieursdiploma op 1.200 bedienden, de rest zijn arbeiders. Maar daarnaast worden expats voornamelijk op technische- en managementfuncties ingezet. En deze vereisen meestal een ingenieursdiploma.»

De ervaring toont aan dat er weinig verschillen zijn in de ingenieursopleiding wereldwijd. Vandaar dat bijscholing niet nodig is. Waar Atlas Copco wel in investeert, zijn trainingen in de taal en cultuur van land waar de expat naartoe trekt. «Dat is essentieel om te slagen», legt Kristian Vandenhoudt uit. «Want het is belangrijk dat de expat het land en zijn gebruiken leert kennen.»

Land niet zo belangrijk
Na een vrij intensieve selectieprocedure werd Lawrence Githinji uitgekozen om de functie van Product Manager op zich te nemen. Het ging om een job van onbeperkte duur. Niettemin vertrok de Keniaan niet met het idee om in België te blijven en hij is nog steeds dezelfde mening toegedaan. «Ik wil graag terug naar huis en daar mijn opgedane kennis toepassen», vertelt hij.

«Voor mij draait dit avontuur rond zelfontplooiing, zodat ik in Kenia hoger op de ladder kan klimmen. Misschien dat ik nog wel een andere functie in het buitenland zal aannemen, maar binnen maximaal twee jaar wil ik geen expat meer zijn. Ik moet trouwens ook rekening met mijn gezin houden.

Want hoewel mijn vrouw en kinderen zich erg goed in België voelen, blijft Kenia hun thuis. En ik wil ze dat niet ontzeggen omwille van mijn carrière. Niettemin is dit expat-avontuur ook voor mijn kinderen een enorme verrijking die ze zonder twijfel zal helpen in de uitbouw van hun carrière later.»

Enthousiaste expat
Lawrence Githinji laat zich erg positief uit over zijn expat-avontuur. Maar zijn er dan geen negatieve kanten aan het verhaal? «De enige grote barrière was mijn gezin te overtuigen. Mijn kinderen waren snel enthousiast, maar mijn vrouw had het er veel moeilijker mee», vertelt hij. «Zomaar iedereen achterlaten om in een totaal onbekende wereld terecht te komen, is natuurlijk niet evident als je geen job als opvangnet hebt. Maar uiteindelijk is alles snel op zijn pootjes terechtgekomen: mijn vrouw heeft hier zelfs meer vrienden dan ik.»

«Nu moet ik wel toegeven dat Atlas Copco een hele grote rol in onze integratie heeft gespeeld. De expatafdeling verricht heel goed werk op dat vlak. Ze helpt de expats met de benodigde administratie, het zoeken naar scholen voor de kinderen, huisvestiging, ...

Op die manier kan je met een gerust hart naar België komen, want alles is geregeld. Daarnaast heb ik ook veel steun van mijn collega’s gekregen. Zij zijn het gewoon dat er expats in het team zitten en zien dat als een toegevoegde waarde voor het bedrijf. Vandaar dat ze je met open armen ontvangen en er alles aan doen om je op je gemak te laten voelen en je te helpen.»

«Een tweede grote uitdaging is je weg te vinden in een groot bedrijf, zoals de hoofdzetel van Atlas Copco. Want ik kwam natuurlijk uit een kleine structuur. Maar ook dat is eigenlijk vlekkeloos verlopen dankzij de hulp en steun van collega’s. Tenslotte moet ik toegeven dat België wellicht één van de beste Europese landen is om als expat naartoe te trekken. Quasi iedereen spreekt hier Engels en er zijn veel voorzieningen voor buitenlanders, zoals internationale scholen. Het is een goed land om in te leven, met weinig extremen. Interessant is ook dat het in het hart van Europa ligt: op een mum van tijd ben je in een ander land.»

«Maar wat me vooral is opgevallen, is dat België ontzettend goed is georganiseerd: zelfs zonder regering werkt alles perfect. Alleen het weer valt tegen, vooral dan als je uit een zonnig en warm land als Kenia komt. Wennen doe je er niet aan, want daarvoor verandert het te vaak», lacht Lawrence Githinji.

Toch wel anders
Ook op werkvlak ziet de expat heel wat verschillen met zijn thuisland. «Hier wordt nogal stipt naar de klok gewerkt», vertelt hij. «Maar volgens mij heeft dat veel te maken met de andere manier waarop de thuissituatie is georganiseerd. In Kenia is het bijvoorbeeld heel erg gemakkelijk om opvang voor de kinderen te vinden omdat families dicht bij elkaar wonen.Hier in België is dat helemaal anders. Dus ouders moeten hun werktijd in functie van hun kinderen inrichten.»

«Er wordt hier niet meer of minder gewerkt dan in Kenia, maar wel efficiënter. In mijn thuisland worden vaak pleisters op de wonde gelegd, terwijl er in België altijd naar een structurele oplossing voor een probleem wordt gezocht. En dat was voor mij zonder twijfel een hele grote oogopener.

Nog een groot verschil met Kenia is de grote sterkte van de vakbonden hier, alsook het feit dat iedereen voor zijn mening durft uit te komen, zelfs al staan ze laag op de ladder. Dat iedereen de kans krijgt om zijn inbreng te hebben, vind ik uitermate positief. Want het komt vast en zeker de werking van de onderneming ten goede.»

Win/win voor iedereen
Volgens Lawrence Githinji leidt werken met expats tot een win/winsituatie voor alle betrokken partijen, althans als het een bedrijf betreft dat internationaal actief is. «Atlas Copco doet business met alle landen in de wereld. Maar in elke regio heerst een andere mentaliteit, cultuur ...

Bij problemen of het uitdokteren van een strategie is het erg handig om iemand op de hoofdzetel te hebben die uit dat land afkomstig is. Want zo’n expat kent de gebruiken in zowel zijn eigen regio als in het land waar hij aan de slag is. Hierdoor kan hij/zij de input geven om tot het juiste compromis te komen of helpen te begrijpen waarom iets fout loopt.

Daarnaast zorgt een team van verschillende nationaliteiten voor een toegevoegde waarde, juist omwille van de eigenheden van elke cultuur. In Europa is het natuurlijk ook een positieve manier om het probleem van het tekort aan ingenieurs op te lossen. En voor de expat is het werken in een internationale context dan weer verrijkend omdat je leert hoe andere culturen denken, de zaken benaderen, problemen oplossen.

Voor mij persoonlijk was het eveneens interessant om eens van A tot Z bij projecten te worden betrokken: van de R&D tot de wereldwijde uitrol. Tevens heb ik verschillende landen kunnen bezoeken, wat in Kenia onmogelijk was geweest. Dus kan ik iedereen met ambitie maar aanraden om het eens een tijdje als expat te proberen. Als je die kans krijgt, grijp ze ze. Want het is een unieke manier om jezelf te ontplooien.»


(foto's: Atlas Copco)
Door Els Jonckheere, Engineeringnet

Kadertekst
Eén van deze expats bij Atlas Copco is de Keniaan Lawrence Githinji (41). Toen hij aan zijn studies ingenieur begon, was werken in het buitenland niet meteen het eerste waaraan hij dacht. Ook toen hij zijn opleiding met een MBA vervolledigde, was dit nog geen toekomstdroom. Wel wou hij graag in een internationale omgeving werken.

En zo belandde hij op zijn dertigste in de Keniaanse vestiging van Atlas Copco waar hij als Sales Engineer aan de slag ging, om vervolgens als Business Line Manager de verantwoordelijkheid voor de service in acht Oost-Afrikaanse landen te nemen.

In deze positie kreeg hij de kans om via het ‘International Program for Professional Development’ voor drie maanden in België aan een project te participeren. «En deze kans greep ik met beide handen», vertelt Lawrence Githinji. «Want intussen had ik ingezien dat internationaal werken eigenlijk de manier was om hoger op de ladder te klimmen. Vandaar dat ik wou uitdokteren of ik wel voor zo’n carrière in de wieg was gelegd.»

Het project in België viel erg goed mee, zodanig zelfs dat het naar meer smaakte. Toen hij terug in Kenia was, begon Lawrence Githinji dan ook de interne vacatures voor ‘expats’ op te volgen. Hij besloot op een functie als Sales Manager in België te reageren. «Het land op zich speelde niet echt een rol voor mij, maar wel het feit dat het om een job in de hoofdzetel van compressoren - mijn vakgebied - ging.

Want ik wou echt wel eens in het hart van de onderneming werken. Dat is immers het probleem met af te studeren als ingenieur in Kenia. De opleiding an sich verschilt niet veel van deze in Europa. Maar je kan je kennis nooit toepassen in een omgeving waar producten worden ontwikkeld en/of de strategiëen bepaald. En precies dat vind ik een noodzakelijke verrijking om zich als ingenieur volledig te ontplooien», legt Lawrence Githinji uit.