2/3 Vlaamse broeikasgasuitstoot ontstaat in buitenland

In opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij becijferde VITO dat de Vlaamse consumptie zorgt voor 20 ton broeikasgassen per inwoner. Twee derde van deze uitstoot ontstaat buiten Vlaanderen.

Trefwoorden: #broeikasgas, #CO2, #export, #koolstofvoetafdruk, #uitstoot, #VITO

Lees verder

Nieuws

ENGINEERINGNET.BE - De klimaatinspanningen van een land of regio worden afgemeten aan de hoeveelheid broeikasgassen die uitgestoten wordt op het eigen grondgebied door particulieren, bedrijven, overheden en transportactiviteiten. In Vlaanderen gaat het om zo’n 13 ton per inwoner.

Even belangrijk is het om te kijken naar de koolstofvoetafdruk, de broeikasgasuitstoot die veroorzaakt wordt door consumptie. Veel van de geconsumeerde goederen en diensten hebben namelijk lange productieketens die minstens gedeeltelijk buiten Vlaanderen gesitueerd zijn, en zorgen dus ook voor broeikasgasemissies buiten onze grenzen.

In opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij berekende VITO de koolstofvoetafdruk van de Vlaamse consumptie van goederen en diensten. Met 20 ton per inwoner blijkt deze voetafdruk een stuk hoger te zijn dan de totale broeikasuitstoot op het grondgebied van Vlaanderen.

Ter vergelijking: om de gemiddelde globale temperatuurstijging te beperken tot 2°C moeten de mondiale broeikasgasemissies tegen 2050 verminderen tot gemiddeld 2 ton per capita. Ruim de helft van de koolstofvoetafdruk komt van huisvesting, personenvervoer en voeding.

Twee derde van de broeikasgasuitstoot die gekoppeld is aan onze consumptie ontstaat buiten Vlaanderen. Een derde is het gevolg van productie buiten Europa, vooral in Azië. Ook de tewerkstelling waarop de Vlaamse consumptie steunt, wordt massaal uitbesteed.

Driekwart van de jobs zit buiten Vlaanderen. De helft bevindt zich buiten Europa, waarbij Azië met 1,7 miljoen banen en Afrika met 800.000 jobs veruit het hoogst scoren. In beide regio’s is meer dan een half miljoen van deze jobs gesitueerd in de landbouw en de visserij.

De verdeling van de toegevoegde waarde die gecreëerd wordt door de Vlaamse consumptie toont een ander beeld. In tegenstelling tot de broeikasgasuitstoot en de tewerkstelling, ontstaat de toegevoegde waarde grotendeels in Vlaanderen (55%) en in de rest van Europa (35%). De Vlaamse consumptie draagt dus vooral bij aan het Vlaamse en Europese bruto binnenlands product.

Onze consumptie zorgt voor broeikasgasemissies buiten Vlaanderen, maar uiteraard werkt het ook andersom: twee derde van de broeikasgasuitstoot van de Vlaamse bedrijven is het gevolg van productie voor export. De broeikasgasuitstoot die onze consumptie veroorzaakt buiten Vlaanderen is echter wel dubbel zo hoog als de hoeveelheid broeikasgassen die in Vlaanderen ontstaat door productie voor export.

De studie besluit dat het beleid zich best niet enkel richt op het verminderen van de broeikasgasemissies op het eigen grondgebied, maar ook op het gedrag van consumenten en op een reductie van de broeikasgasuitstoot doorheen volledige productieketens.


(foto: