ENGINEERINGNET.BE - De Einsteintelescoop moet in 2035 de eerste zwaartekrachtgolfdetector van de derde generatie worden, voor nieuw inzicht in het ontstaan van het heelal.
Om deze zwaartekrachtgolven te kunnen detecteren, worden met behulp van lasers en spiegels extreem kleine afstandsverschillen gemeten. Daartoe moeten alle vormen van ruis vermeden of gefilterd worden.
Hiertoe wordt de Einsteintelescoop 250 meter onder de grond gebouwd, en worden de spiegels via hoogtechnologische ophangsystemen verder geïsoleerd van aardse trillingen.
Verder moet gewerkt worden met zeer vlakke spiegels die sterk afgekoeld worden, en worden de laserstralen door vacuümbuizen gestuurd.
Deze nieuwe technologieën worden nu getest om ze op het precisieniveau te brengen dat de Einsteintelescoop vereist. Dit zal gebeuren bij de ETpathfinder van Vlaamse en Nederlandse kennisinstellingen.
Dit labo omvat een cleanroom met een testopstelling voor optica, koeling- en ophangsystemen en meettechnieken voor de Einsteintelescoop.
De ETpathfinder is onderdeel van de 13 miljoen euro steun die Vlaanderen al investeerde in de voorbereidende fase om innovaties bij bedrijven en kennisinstellingen voor de Einsteintelescoop te stimuleren.
Zo werkt Agrippa Cleantech uit Hasselt aan een automatisch en nauwkeurig lekdetectiesysteem op basis van AI. Interboring uit Zonhoven werkt aan een herbruikbare zaagkoker die de verspreiding van stof kan beperken bij het zagen van beton op 250 meter onder de grond.
Battery packservice uit Peer onderzoekt hoe duurzame en modulaire batterij-eenheden de Einsteintelescoop van energie kunnen voorzien. Hengelhoef en Aperam uit Genk werken aan een innovatieve manier om ultra-vacuümbuizen te produceren voor de Einsteintelescoop.
Minister van Economie, Wetenschap en Innovatie Jo Brouns roept de Vlaamse Speerpuntclusters op om innovaties te ontwikkelen voor de Einsteintelescoop. Zo is het ook nog nodig om bijvoorbeeld de koeling van de Einsteintelescoop op een duurzame manier te gaan voorzien.
